Het akkervarken: voor een lekker stukje vlees én een stukje landschapsbeheer
Drenthe heeft sinds enkele jaren een nieuwe landschapsbeheerder rondlopen: het akkervarken. Scharrelvlees met een natuurfunctie.
Het is een vreemd gezicht, het groepje varkens in de berm langs de doorlopende weg van Valthe naar Valthermond, op de grens van Drenthe en Groningen. Op het moment dat boer Willem Hempen van het bedrijf Akkervarken samen met Petra Hurkmans van de gemeente, langs het schrikdraad verschijnt, schieten achter de bomen en struiken nog veel meer varkens tevoorschijn. Ze begroeten luid knorrend hun baasje.
Deze berm, een langgerekt stukje bos van de gemeente Borger-Odoorn, is een van de vijf plaatsen waar Hempen en zijn partner Claudia van der Laan hun akkervarkens hebben rondlopen. Ze willen hun varkens een zo natuurlijk mogelijke leefomgeving bieden. Ondertussen werken de beesten er, bij wijze van experiment, als landschapsbeheerder. De ene keer in een bos vol onkruid, de andere keer als maaimachine onder zonnepanelen. Hier lopen ze al een jaar tussen dikke berken, populieren en wilgen die elkaar over een lengte van zo’n tweehonderd meter opvolgen. De grond is over bijna de gehele oppervlakte omgewoeld. Her en der staat nog een kleine pluk planten. “Japanse duizendknoop”, zegt Hurkmans, beleidsmedewerker Groen van gemeente Borger-Odoorn. “Helaas is die ook in onze gemeente op verschillende plekken opgedoken. Het is heel moeilijk te bestrijden, maar de varkens lijken ze aan te pakken.”
De varkens eten de wortels van deze plant. Zo is ook de reuzenbereklauw, waarvoor ze in eerste instantie dit bosje in gestuurd zijn, niet meer te zien. Hurkmans: “Over reuzenbereklauw werden regelmatig vragen gesteld in de gemeenteraad. Ook de boer hiernaast klaagde. Maar het is nauwelijks te maaien in dit stuk tussen die bomen.”
Alternatief
Op het juiste moment kreeg de gemeente een e-mail waarin het lokale bedrijf Akkervarken zich presenteerde. Hurkmans zag het direct als een oplossing. “De varkens leken een goed alternatief voor maaien. Bovendien past dit heel goed in het gemeentelijk groenbeleid en de Cittaslow-doelstellingen.”
Cittaslow is een internationaal netwerk van gemeenten die veel aandacht hebben voor leefomgeving, landschap, streekproducten, milieu en behoud van identiteit. “Akkervarken wil dieren een natuurlijke omgeving geven, ze mogen scharrelen, ze krijgen voer uit de omgeving, er wordt geen antibiotica gebruikt en ze worden niet gecastreerd bijvoorbeeld”, vervolgt Hurkmans. De varkens kunnen ook schuilen, onder een plastic overkapping.
“Nou”, onderbreekt Hempen haar, “op dat niet-castreren zijn we teruggekomen. Deze groep is de laatste die niet gecastreerd is. Want als je ongecastreerde beren bij elkaar zet, is het constant vechten. Deze groep levert geen problemen op, die heeft altijd samengeleefd. Maar het is anders als je er een nieuw mannetje bij zet. Dan zie je bij controles er her en der een kreupel lopen.” Dat is slecht voor het dierenwelzijn.
Tekst loopt door onder de afbeelding
De dieren langs de weg van Valthe naar Valthermond hebben inderdaad hun scrotum nog. En een mooie krulstaart. “Als je ze dicht op elkaar zet, bijten ze de staart eraf. Dus wordt die in de reguliere landbouw eraf gehaald. Bij ons is dat nergens voor nodig; ruimte genoeg”, zegt Hempen trots.
Heerlijk vlees
Uit de woorden van de jonge varkensboer klinkt liefde voor de dieren, maar ook voor het vlees. Daar verdient het bedrijf zijn geld mee. “Dit zijn vooral kruisingen tussen de rassen Duroc en Husumer. De Husemers hebben een zwaar karkas, maar het is wel heerlijk vlees. En de Duroc heeft in de nek een stuk dat heel lekker smaakt.” Het bedrijf verkoopt het vlees aan restaurants en particulieren, die er graag wat extra voor betalen. “Iedereen ziet dat de dieren een goed leven hebben, ze worden ook een stuk ouder dan in de reguliere varkenshouderij”, zegt Hempen.
De varkens zitten intussen met hun neuzen in de grond en schuiven dikke plaggen strooisel moeiteloos opzij. Een van de varkens besluit in een jong boompje te happen. Maar waar je verwacht dat het dunne stammetje verbrijzelt in de grote varkensbek, laat het beest het boompje uiteindelijk ongemoeid. “Kijk, de boompjes laten ze gewoon heel”, zegt Hempen. “Verderop heb je ook een grote groep jonge boompjes die er nog steeds staan. Dat is echt een verschil met schapen en geiten. Die eten de bast er meteen af en dan is het gedaan met de opslag.”
De gemeente werkt op andere plekken wel met schapen, geiten en Schotse hooglanders. “Het is altijd een beetje puzzelen met de inzet van verschillende dieren, het ligt aan het terrein en wat je wilt bereiken. Varkens zijn ook niet overal wenselijk. In een eikenbos met heel bijzondere ondergroei, moet je je afvragen of je wel wilt dat de grond wordt omgewoeld.”
Spannend
Op dit moment lopen de varkens alleen op plekken waar mensen niet komen. Hurkmans houdt dat voorlopig liever zo. “Veel mensen vinden de hooglanders al eng, dus varkens zullen ze wel helemaal spannend vinden.” Maar volgens de varkensboer hoeven bezoekers weinig van de varkens te vrezen. “Je kunt er prima doorheen lopen”, zegt Hempen beslist. “Ook tussen de dekberen van 150 kilo per stuk, dat zijn ook net schaapjes. Alleen als een zeug biggetjes heeft kunnen die agressief worden. De Duroc kan je echt tegen de grond werken en bijten. Dus je moet niet proberen een biggetje op te pakken waar de zeug bij is. Maar al voordat de zeugen jongen krijgen, gaan ze naar onze de boerderij terug. En voordat de biggen uiteindelijk worden uitgezet, zijn ze op de boerderij al helemaal aan mensen gewend. We hebben elke week meerdere kinderfeestjes, dus voor ze ergens anders heen gaan zijn ze al een week of zes geaaid en geknuffeld.”
In de wintermaanden worden de dieren bijgevoerd met voederbieten. Wanneer en hoeveel, is wel een lastige zaak. “Het gaat uiteindelijk ook om het vlees, dus de jonge dieren moeten wel groeien en de oudere moeten op gewicht blijven”, zegt Hempen. “Maar als je ze te veel gaat bijvoeren, hebben ze ineens niet zo veel trek meer in die bereklauw.”
Tot nu toe weten de jonge varkenshouders goed het evenwicht te vinden. De bereklauw kreeg afgelopen jaar nauwelijks kans, tot vreugde van Hurkmans. “Het is zaak om de planten elke keer weg te krijgen voor ze in zaad komen en zich verder verspreiden. Als we dit een paar jaar volhouden, hebben we het hier tenminste onder controle”, aldus de tevreden ambtenaar.