Portret

Henk Tennekes (1950-2020) streed tegen het gemaksgif

Henk Tennekes Beeld
Henk Tennekes

Toxicoloog Henk Tennekes, die vorige week overleed, kreeg internationale erkenning voor de ontdekking dat het gebruik van landbouwgif desastreus uitpakt voor bijen. Zijn onderzoek ging nog veel verder. Het hele ecosysteem en ook de gezondheid van de mens staat op het spel.

Onno Havermans

De erkenning kwam pas laat. Henk Tennekes ondervond direct veel weerstand, toen hij in mei 2009 wees op het langdurige effect van bepaalde insecticiden. Als vrij gevestigde onderzoeker kreeg de toen 58-jarige toxicoloog opeens geen opdrachten meer, nadat hij had beschreven hoe bijen hun oriëntatievermogen kwijtraken nadat ze stuifmeel en nectar hebben gegeten van planten die behandeld zijn met gif. Ze kunnen de korf niet meer vinden, raken verzwakt en bevattelijk voor ziektes.

Tennekes reageerde, samen met de Utrechtse milieuwetenschapper Jeroen van der Sluijs, op een artikel in NRC Handelsblad over de verdubbeling van de bijensterfte in slechts zes jaar tijd. Ze beschreven hoe een landbouwgif, bedoeld om schadelijke insecten te bestrijden, ook bijen en vlinders doodt doordat het langdurig blijft doorwerken als het in de bodem en het oppervlaktewater terechtkomt.

Bedreiging van de biodiversiteit

En ze schreven dat de stof imidacloprid al in 2004 in Frankrijk was verboden, terwijl het toenmalige Nederlandse College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB) juist een ruimer gebruik toestond omdat bij het meten van de toxiciteit alleen was gekeken naar directe sterfte, niet naar die op langere termijn door ziektes als gevolg van aantasting van het zenuwstelsel.

Een jaar later volgde het boekje ‘A disaster in the making’, waarin Tennekes in 72 bladzijden uitlegt hoe het gebruik van pesticiden de biodiversiteit bedreigt. De chemische industrie, waarin hij jaren had gewerkt, keerde zich van hem af, net als andere wetenschappers die volgens hem hun oren lieten hangen naar de bedrijven die betaalden voor hun onderzoek.

Tennekes moest aankloppen bij de sociale dienst. Toch bleef zijn boodschap overeind. Bijen zorgen voor bestuiving, die ook in de landbouw belangrijk is. En insecten zijn voedsel voor vogels, dus de dramatische daling van het aantal insecten heeft direct gevolgen voor de vogelstand. Bovendien, betoogt Tennekes, heeft landbouwgif veel meer effect dan uit de testmodellen blijkt.

Hij deed eerder kankeronderzoek

“Henk heeft aangetoond dat de giftigheid niet alleen afhankelijk is van de dosis, maar ook van de tijd”, legt Jeroen van der Sluijs telefonisch uit vanuit Noorwegen, waar hij inmiddels hoogleraar milieu- en gezondheidsrisico’s is. “Dat gegeven kende hij uit het kankeronderzoek, dat hij in de jaren tachtig had verricht.”

Veel giftige stoffen zijn bij inname over een langere periode schadelijker dan een hoge dosis in één keer. “Neonicotinoïden, de meest gebruikte bestrijdingsmiddelen in de landbouw, zijn zenuwgiffen, die zich binden aan de zenuwreceptoren, waardoor de signaaloverdracht blokkeert. Bij blootstelling gedurende langere tijd bouwt de onomkeerbare schade aan het zenuwstelsel zich steeds verder op. Dan heb je in totaal juist minder gif nodig voor een dodelijk effect”, legt Van der Sluijs uit. “Eigenlijk is er dus helemaal geen veilige dosis.”

Wetenschappelijk gezien was dat de kernboodschap van Henk Tennekes, die vorige week op 69-jarige leeftijd overleed door euthanasie. Een combinatie van de ziekte van Parkinson en de zeldzame en chronische longziekte pulmonale hypertensie maakte zijn leven ondraaglijk. Op 30 juni maakte hij in een tweet zijn naderende dood bekend:

‘Mijn levenseinde is in zicht. Ik hoop dat mijn werk zal bijdragen aan radicale hervorming van de landbouw en een sterk verminderd gebruik van bestrijdingsmiddelen. Ik dank mijn duizenden volgers voor hun steun. Ik hoop dat jullie me in goede herinnering zullen houden. Vaarwel!’

Erkenning voor zijn gelijk

In een afscheidsinterview in NRC vertelde hij afgelopen vrijdag dat hij onbedoeld natuurbeschermer werd. ‘Ik had eerlijk gezegd nooit iets met de natuur. Laat staan met de bijen.’ Maar hij maakte zich zorgen over het ecosysteem en de biodiversiteit en uiteindelijk over de gevolgen voor de mens. Erkenning voor zijn gelijk vond hij vorig jaar mei in het alarmerende rapport van Ipbes (Intergouvernementeel platform voor biodiversiteit en ecosysteemdiensten), waarin wetenschappers wereldwijd waarschuwen voor het uitsterven van een miljoen dieren- en plantensoorten.

Een dode bij op het asfalt.  Beeld ANP
Een dode bij op het asfalt.Beeld ANP

Steeds meer gegevens verzameld

Wat hem dreef in zijn kruistocht tegen neonicotinoïden – kortweg neonics, in de volksmond inmiddels omgedoopt tot bijengif – was zijn wetenschappelijke behoefte om het verband aan te tonen tussen de dosering van een toxische stof en de duur van blootstelling daaraan. “Hij heeft steeds meer gegevens verzameld vanaf het moment dat hij in 2009 zag hoe de giftigheid van pesticiden in de tijd werd versterkt”, zegt Van der Sluijs. “Hij probeerde zijn eigen hypothese onderuit te halen, maar hij vond telkens een bevestiging.”

Verrassend was dat niet voor Tennekes. Bij kankeronderzoek in het Duitse Heidelberg had hij in 1980 de Duitse farmacoloog Hermann Druckrey leren kennen, die in 1948 met ingenieur Karl Küpfmüller de Druckrey-Küpfmüllervergelijking had opgesteld, om precies die relatie tussen een hoeveelheid gif en de tijd van blootstelling te beschrijven.

Beide onderzoekers zaten toen, drie jaar na de Tweede Wereldoorlog, in een interneringskamp voor SS’ers. Voor de nazi’s had Tennekes geen goed woord over, zijn eigen jeugd was getekend door het SS-verleden van zijn vader, maar om die formule kon hij niet heen.

Van der Sluijs noemt het tragisch dat de inzichten van Tennekes nog steeds niet worden gebruikt bij de beoordeling van bestrijdingsmiddelen. “Het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, opvolger van het CTB, red.) is herhaaldelijk op zijn bevindingen gewezen, maar het gaf geen gehoor. Intussen zijn al diverse nieuwe pesticiden toegelaten.”

‘Een hele overwinning, ook voor Henk’

Wel is sinds 2018 het gebruik van imidacloprid en twee andere neonicotinoïden in Europa verboden. Vijf jaar eerder erkende de European Food Safety Authority al dat het toetsingskader voor toelating van landbouwgif moet worden aangepast aan de actuele stand van het wetenschappelijk onderzoek. “Een hele overwinning, ook voor Henk”, zegt Van der Sluijs. “Maar die nieuwe methode wordt helemaal niet gebruikt.” De landen van de Europese Unie steggelen nog altijd over hoe ze het toetsingskader gaan aanpassen. Deze week hakken ze mogelijk de knoop door.

Henk Tennekes Beeld
Henk Tennekes

Neonics mogen sinds 2013 niet meer op bloeiende planten worden gebruikt, maar dat lijkt een papieren maatregel. Het gif zit vaak al in de plant voordat die ontkiemt of nog in de bodem na eerder gebruik. Fabrikanten voorzien de zaden van een coating, waardoor ze direct zijn beschermd tegen schimmels en insecten. Zo komen de stoffen echter ook in de bodem en in het grondwater, waar ze lang kunnen blijven zitten.

“Gemaksinsecticide”, noemt Van der Sluijs deze vorm van bestrijding. “Je weet niet of de plaag komt, maar je bent er hoe dan ook tegen beschermd. Het is een gouden verdienmodel voor de industrie, maar het brengt onnodig veel gif op het land. En de boer verleert de vaardigheden om plagen te bestrijden op een milieuvriendelijke manier. In Italië laten ze zien dat het ook anders kan, door een collectieve verzekering af te sluiten tegen plagen. Dat kost minder dan die met gif behandelde zaden en als de opbrengst verloren gaat heeft de boer toch een inkomen.”

De deken van landbouwgif die zo over de wereld blijft hangen, ondermijnt het ecosysteem, zegt Van der Sluijs. De onderzoekers Margriet Mantingh en Jelmer Buijs beamen dat. In een artikel naar aanleiding van de dood van Tennekes schrijven zij dat de huidige regelgeving ‘geen enkele veiligheid biedt voor ons leefmilieu en onze gezondheid’. Mantingh en Buijs deden eerder dit jaar in opdracht van Natuurmonumenten een oriënterend onderzoek naar de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in Drentse natuurgebieden. Ze vonden restanten van gif in de bodem, planten en de mest van daar grazend vee, soms van middelen die al jaren niet meer worden gebruikt. Omdat bij de toelating van pesticiden helemaal niet wordt gekeken naar de duur van de blootstelling en stapeling van verschillende vormen van blootstelling aan gifstoffen, zoals Tennekes al elf jaar geleden schreef, loopt ook de mens gevaar, stellen de onderzoekers.

Ontwikkelingsstoornissen bij kinderen

Begin deze maand adviseerde de Gezondsheidsraad het kabinet om zo min mogelijk gewasbestrijdingsmiddelen te gebruiken in landbouwgebieden, omdat die mogelijk bijdragen aan ontwikkelingsstoornissen bij kinderen en de ziekte van Parkinson. Zij adviseert ook om de toelatingsprocedure voor landbouwgif aan te scherpen, al is Nederland daarvoor afhankelijk van Europese afspraken, beseft de raad.

“Tennekes vermoedde ook dat neonics op termijn zorgen voor een hogere kans op de ziekte van Parkinson”, zegt Van der Sluijs. “Die middelen zijn vanaf het begin van de jaren negentig op de markt en vanaf 2004 grootschalig. Ze zitten dus al vijftien jaar in de voedselketen. Wat dat bij levenslange blootstelling voor ziektes aan het zenuwstelsel betekent weten we nog niet, maar er zijn genoeg aanwijzingen, zegt nu ook de Gezondheidsraad. Vandaar het advies om ze uit voorzorg niet te gebruiken.”

Lees ook:

Twijfels over instantie die beslist over landbouwgif

Bij de toelating van landbouwgif gaan commerciële belangen voor de bescherming van mens en dier, zegt milieujuriste Anne de Vries. De toelatingsregels voor pesticiden moeten beter, net als de uitvoer.

Hoe landbouwgif het hart van natuurgebieden bereikt

In acht Drentse natuurgebieden zitten bestrijdingsmiddelen in planten en in mest van schapen en runderen. Natuurorganisaties zijn geschokt. Ze pleiten voor een nationaal onderzoek.

Een miljoen dier- en plantsoorten minder. Hoe erg is dat?

Een miljoen dier- en plantsoorten wordt met uitsterven bedreigd, concludeert Ipbes. Hoe erg is dat? Volgens deskundigen is dat zowel in ecologische als in ethische zin zeer zorgelijk.

Insecten verdwijnen, wat nu? Drie vragen en antwoorden

Onderzoekers uit Nederland en Duitsland komen in een wetenschappelijk artikel tot de slotsom dat in de voorbije 27 jaar driekwart van de insecten in 63 Duitse natuurgebieden is verdwenen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden