Ecoloog Marco Verschoor brengt alle broedplaatsen van gierzwaluwen in Westland in kaart om deze energieke vogels te beschermen. ‘Waarom is er niet meer aandacht voor natuurinclusief bouwen bij architecten, bouwers en ontwikkelaars?’
Boven de Heemskerkstraat in Ter Heijde zwieren donkere stippen door de lucht. Na een felle regenbui keert de avondzon terug, de wolken lichten langzaam op en geven steeds meer blauw prijs. Daarin zakken de stippen omlaag, waardoor ze een sikkelvorm aannemen, met een dwarsbalk die verandert in een punt naar voren en een gevorkte staart naar achter.
Het zijn vogeltjes, die steeds dichter over de daken van de huizen scheren, tot er eentje in een duikvlucht naar de straat in volle vaart op een muur afschiet, daar razendsnel afremt en het gaatje van een kleine vogelkast invliegt.
De gierzwaluwen zijn aan het foerageren, legt Marco Verschoor uit. Ze happen insecten uit de lucht, om zelf op te eten of, als ze een nest hebben, hun kuikens mee te voeren. Een gierzwaluwengezin hapt op een dag tot wel 20.000 vliegende insecten weg, die daarom ook wel luchtplankton worden genoemd.
“Blijkbaar is het energetisch voedsel”, zegt Verschoor. “Want gierzwaluwen zijn voortdurend in beweging, ze komen nooit aan de grond, behalve als ze broeden.”
‘Daar past geen vogel meer tussen’
De nestkasten in de Heemskerkstraat, Jan van Galenstraat en Piet Heinstraat hangen er pas drie jaar. Ze zijn het gevolg van een reddingsactie van ecoloog Verschoor. Met de renovatie van de huizenrij in het kustdorp gingen eind 2018 naar zijn schatting tientallen gierzwaluwnesten verloren. “Kijk”, wijst hij, “die trespaplaten onder de dakgoot sluiten de daken helemaal af, daar past geen vogel meer tussen.”
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Ter Heijde afgebroken. Alleen de kerk heeft de bezetting doorstaan, de rest van de smalle kuststrook hadden de Duitse bezetters nodig voor hun Atlantikwall. Na de oorlog werd het dorp in de gemeente Monster, inmiddels Westland, weer opgebouwd en veel huizen vormden in de loop der jaren een prima stek voor gierzwaluwen. “Oude huizen, met kieren tussen de pannen en gaten achter de regenpijp, zijn ideaal voor ze”, legt Verschoor uit.
De gierzwaluw is een beschermde diersoort volgens de Flora- en Faunawet én de Vogelrichtlijn. Nesten zijn jaarrond beschermd, omdat de vogels er terugkeren om op dezelfde plaats te broeden en daarvoor afhankelijk zijn van menselijke bebouwing. De Westlandse woningbouwvereniging Arcade plaatste daarom na de verbouwing vijftien nestkasten, waar Verschoor er nog vijf aan toevoegde. Daarna vroeg hij bewoners of zij zelf wilden bijdragen aan een gierzwaluwkast van vijftig euro.
Inmiddels hangen er 38 nestkasten in de gerenoveerde straten van Ter Heijde. In 2020 waren er vijf bezet, vorig jaar twaalf. Hoe het dit jaar loopt is nog onduidelijk. Ook aan de Hervormde Kerk hangen zes nestkasten, los van de spleten onder de daklijst en de ruimte achter de regenpijp die ook aantrekkelijk zijn voor vogels, laat Verschoor zien, terwijl de vogeltjes nu weer hoog en dan weer rakelings over de kerk scheren. “Hier hebben ze veel aanvlieg- en uitvalsruimte, zonder obstakels. De nesten moeten minstens op drie meter hoog hangen, omdat gierzwaluwen zich eerst vanuit hun nest naar beneden laten vallen en dan pas wegvliegen en omdat ze ruimte moeten hebben om in te vliegen.”
Verschoor wil in heel Westland nesten in kaart brengen om de vogels, die alleen in de zomer in Nederland verblijven, beter te beschermen. Nu komt het soms voor dat kluswerkzaamheden moeten worden stilgelegd omdat een nest wordt aangetroffen. “Als je weet waar ze broeden kun je er rekening mee houden bij schilderwerk, isolatie van het dak of verbouwing.”
Liefst zou hij zien dat architecten en aannemers standaard rekening houden met de nestbehoefte van de gierzwaluw. “Waarom wordt natuurinclusief bouwen niet vastgelegd in de nieuwe Omgevingswet?” Er zijn al diverse bouwmaterialen op de markt, zoals holle stenen met een vogelingang.
Een dakpan met een holletje is overigens niet zo’n succes, weet Verschoor. “Als daar een isolatielaag onder zit, kan zo’n nest in de volle zon veel te heet worden.” Nestkasten moeten ook aan de schaduwzijde van een huis worden gehangen.
Verschoor is van jongs af aan al een vogelaar, maar de gierzwaluw heeft zijn hart veroverd. “Het zijn zulke bijzondere vogels. Ze zijn eigenlijk altijd in de lucht, ze slapen zelfs zwevend op een paar kilometer hoogte. Dan schakelen ze één hersenhelft uit, terwijl de andere helft de beweging aanstuurt. Een jonge gierzwaluw blijkt wel twee jaar achtereen onafgebroken te vliegen. Pas als ze een paartje vormen en gaan broeden, zoeken ze een plekje voor een nest. Oorspronkelijk was dat in de rotsen, maar inmiddels zijn ze echt afhankelijk van bebouwing.”
Het weer was dit voorjaar niet zo gunstig voor de gierzwaluwen, die bekendstaan als brengers van de lente. “Het geluid dat gieren maken, dat hoge zie, zie, zie, zoals in het gedicht van Guido Gezelle, doet denken aan de zomer. Normaal komen ze eind april vanuit Afrika, maar dit jaar zag ik de eerste pas op 1 mei. En met die harde wind viel er de afgelopen weken niet veel te foerageren. Dan zoeken ze een betere plek en daarvoor vliegen ze gerust duizend kilometer verder, of over de Noordzee naar Engeland.”
Hoeveel gierzwaluwen er zijn is lastig in te schatten, deels omdat ze moeilijk te volgen zijn, deels omdat vogelaars zich meer richten op de gebieden buiten dan binnen de stad. Al zijn er overal in het land gemeentelijke gierzwaluwwerkgroepen zoals Natuurlijk Westland van Verschoor, dat is ondergebracht bij Natuurlijk Delfland van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging.
“Gierzwaluwen zijn niet zo makkelijk in te schatten: van de broedparen komt eerst het mannetje en een paar dagen later het vrouwtje. Maar er zijn ook veel ongepaarden. Die volgen hun ouders, maar het zijn geen invliegers, een gierzwaluw nestelt alleen om te broeden. De ongepaarden verzamelen ’s avonds en cirkelen in groepen omhoog, drie tot vijf kilometer, om te slapen.”
Verschoor schat de trend in op een afname van 1 procent per jaar. “Uit Engeland en Denemarken komen alarmerende berichten, hier lijkt het gestaag te gaan. Maar 1 procent per jaar betekent dat we ze over honderd jaar kwijt zijn. Ik kan me herinneren dat ik er in mijn jeugd honderden zag. Oude Italianen vertelden me over miljoenen tegelijk. Nu zie je er hooguit tientallen. Hoe dat komt? Het voedselaanbod neemt af, er zijn veel minder insecten. En we verliezen broedplaatsen door nieuwbouw en isolatie.”
Onderzoek wordt veel verricht aan de Universiteit van Lund in Zweden, weet Verschoor. “De langstlopende studie is die naar de broedkolonie in de bibliotheektoren van de Universiteit van Oxford, waarover David Lack het boek Swifts in the tower heeft geschreven. Dat is recentelijk heruitgegeven. Ook prachtig is De Gierzwaluw van Remco Daalder, dat in 2014 de Jan Wolkers Prijs won voor het beste natuurboek.”
De zwaluw die geen zwaluw is
De gierzwaluw (apus apus) is niet verwant aan de boerenzwaluw, oeverzwaluw en huiszwaluw, maar vormt een aparte soort, al draagt hij wel een gevorkte zwaluwstaart. De vogel is ongeveer 18 centimeter lang, weegt gemiddeld 42 gram en de sikkelvormige vleugels spannen tussen 40 en 44 centimeter. Gierzwaluwen worden een jaar of zeven (al staat het record op 21 jaar), hebben donkere veren en een witte keel, en sterke klauwen waarmee ze aan een verticale ruwe wand kunnen hangen.
Ze vormen paartjes voor het leven, die in mei of juni een nest van twee of drie eieren leggen en die in 18 tot 22 dagen uitbroeden. Ze zijn trouw aan de plaats van hun eerste nest. Ze voeden zich met vliegende insecten die ze vangen in de lucht. Ze kunnen lange afstanden afleggen vanuit West- en Midden-Afrika, vanwaar ze in maart en april naar Europa vliegen. Eind augustus, begin september vliegen ze terug.
Lees ook:
‘Als je de natuur afknijpt, knijp je uiteindelijk ook de mens af’
Natuur moet er overal en voor iedereen zijn, zegt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in een nieuw advies aan het kabinet. Voorzitter Jan Jaap de Graeff legt uit waarom.
Steden verstenen, ook nieuwbouwwijken zijn te weinig groen
Gemeentes maken te weinig ruimte voor groen. Meer dan de helft van de buurten is versteend. Dat geldt ook voor veel nieuwbouwwijken, meldt Natuur & Milieu.
Zo maak je je huis aantrekkelijk voor vogels, vlinders en bijen
Houd rekening met de natuur in, rondom en in de buurt van het huis, dat is de boodschap van het manifest Bouwen voor de natuur. Kan dat ook in een bestaand huis? En hoe maak je dat zelf natuurinclusief?