Vogeltekeningen van onder anderen James Audubon in het Haarlemse Teylers Museum.

Teylers Museum

Haarlemse tentoonstelling vol gefladder en verenpracht is een tijdreis door het vogelparadijs

Vogeltekeningen van onder anderen James Audubon in het Haarlemse Teylers Museum.Beeld Wiebrig Krakau

Teylers Museum in Haarlem bezit het duurste vogelboek ter wereld. En in het depot liggen meer zeldzame vogelstudies en tekeningen. Op de tentoonstelling Vogelpracht zijn ze te zien, gekoppeld aan deze tijd.

Louël de Jong

In coronatijd kregen we meer oog voor de natuur. Voor de vogels om ons heen ook, en dat merken ze in Teylers Museum in Haarlem. De tentoonstelling Vogelpracht wordt druk bezocht en is bovendien ontstaan door lockdowns en reisrestricties. Buitenlandse bruiklenen waren lastig naar Nederland te halen, waardoor een geplande tentoonstelling niet doorging. Een mooi moment, vond hoofdconservator Trienke van der Spek, om eens in de eigen collectie te duiken. Ze wist: daar ligt onder meer het topstuk The Birds of America van John James Audubon (1785-1851), een iconisch werk met 435 met de hand ingekleurde tekeningen van vogels op ware grootte. Het duurste boek ter wereld, wordt het ook wel genoemd. Sotheby’s veilde in 2010 een exemplaar voor, omgerekend, bijna 9 miljoen euro.

Oude prenten, tekeningen en boeken zijn lichtgevoelig en kunnen niet permanent tentoongesteld worden, maar nu was de tijd daar. Van der Spek: “In 1784 ging dit museum open, het was toen ook een wetenschaps- en kunstcentrum. We hebben een boekenschat met prachtig geïllustreerde werken en heel veel vogelstudies van eind achttiende, negentiende en vroege twintigste eeuw. Het leek mij mooi deze te koppelen aan de huidige vogelstand in Nederland. In hoeverre is die veranderd de afgelopen tweehonderd jaar? Hiervoor hebben we samengewerkt met de Vogelbescherming en Sovon, de vereniging die de aantallen en verspreiding van vogels al decennialang onderzoekt.”

Levende volièrevogels als modellen

En zo stap je een enigszins verduisterde volière binnen met getjilp, klassieke vogelprenten, opgezette vogels én leer je over de verschillen tussen de vogelwereld toen en nu. Over welke vogels zijn verdwenen of juist (weer) verschenen. Over het verschil in het bestuderen en vastleggen van de dieren. Dit laatste is natuurlijk interessant, want geweer en penseel zijn vervangen door verrekijkers, camera’s en zelfs webcams in nestkasten.

Fazantachtige. Uit: Daniel Giraud Elliot (1835-1915), A monograph of the Phasianidae or family of the pheasants, deel 1, 1872. Beeld Teylers Museum, Haarlem
Fazantachtige. Uit: Daniel Giraud Elliot (1835-1915), A monograph of the Phasianidae or family of the pheasants, deel 1, 1872.Beeld Teylers Museum, Haarlem

In de achttiende eeuw ontstond in Europa grote belangstelling voor het in kaart brengen en classificeren van vogels. Hiervoor werden vogels geschoten en opgezet – hoe kon het dier anders goed worden bekeken? Wetenschappelijke afbeeldingen waren vrij statisch, zonder frivoliteit en omgeving. Anderzijds waren er kunstenaars als Aert Schouman (1710-1792) die bonte en levendige tekeningen maakte. Zijn modellen waren levende volièrevogels, maar ook opgezette exemplaren, vaak uit adellijke collecties. Door hem geschilderd behang siert nog altijd muren in Paleis Huis ten Bosch, in Teylers is onder meer zijn oranje rotshaan met ijsvogel te zien.

Vogels vol leven, met de prooi nog in hun klauwen

En toen was daar in de negentiende eeuw de flamboyante Frans-Amerikaanse ornitholoog, schilder, illustrator en schrijver James Audubon die de twee werelden, wetenschap en kunst, bij elkaar bracht. Hij verhief het onderzoeken van vogels in hun eigen leefwereld tot nieuwe norm. Kennis haal je niet uit opgezette exemplaren op je bureau, vond hij. Dus trok hij diep de bossen in om ze – meestal ter plekke – vast te leggen. Ook hij schoot ze af en zette ze op met ijzerdraad, maar eerst observeerde hij ze langdurig. Naast de platen in The Birds of America bracht hij de Ornithological Biography uit, met daarin beschrijvingen van gedrag, geluid en habitat – informatie die tegenwoordig normaal is in vogelstudies. Audubon tekende de vogels ook echt zoals hij ze had gezien: vol leven, met klauwen in hun prooi, op het nest, aan de waterrand, scherend langs rotsachtige bergen, in een groep tussen bessentakken. Vaak droeg hij de fabels van La Fontaine bij zich, waarin mens en dier inwisselbaar zijn. Het zegt iets over de intensiteit waarmee hij de vogels afbeeldt.

Er waren weleens twijfels over zijn waarnemingen. En sommige wetenschappers vonden zijn werk ook te vrij, houdingen soms onnatuurlijk, zoals die van de flamingo die zijn nek wel heel merkwaardig buigt om water te drinken. Maar dat moest om de vogel op ware grootte te kunnen tekenen zonder twee meter papier nodig te hebben. Kritiek wuifde hij opzij. ‘Niets is veranderlijker en gevarieerder dan de houding van vogels’, schreef hij. Wist je dit niet, dan had je geen kennis van de ‘gevederde stammen’.

Zwarte bladzijde

Ondanks bedenkingen hier en daar gingen onderzoekers daarna massaal de natuur in om de dieren te bestuderen. En zo stond Audubon aan de wieg van de moderne ornithologie. Hij ontdekte een aantal nieuwe soorten en werd het boegbeeld van de Amerikaanse vogelbescherming: de National Audubon Society. Het donkere stuk van zijn verleden werd pas in 2017 openlijk belicht, in een biografie van Gregory Nobles. Die schrijft dat de bejubelde selfmade man ook meermalen op expeditie ging met tot slaaf gemaakten. Slavernij was tijdens Audubons leven legaal in de VS. Van der Spek: “Wij vonden het zeker relevant deze zwarte bladzijde te benoemen. Zonder de tot slaaf gemaakten had hij zijn werk niet kunnen publiceren. Hij neemt ook veel kennis op van inheemse bevolking, tot slaaf gemaakten op plantages en lokale vissers, maar altijd anoniem.”

Fish Hawk. Uit: John James Audubon (1785-1851), The Birds of America (1827-1838 Beeld Teylers Museum, Haarlem
Fish Hawk. Uit: John James Audubon (1785-1851), The Birds of America (1827-1838Beeld Teylers Museum, Haarlem

De vogelwereld toen en nu wordt treffend zichtbaar dankzij de slechtvalk. Een tekening van Audubon uit 1827 waarin twee slechtvalken hun prooi verorberen, hangt naast een beeldscherm met recente webcamopnames van een Nederlandse nestkast met jonge, witdonzige slechtvalken. Zo worden op de tentoonstelling steeds sprongen in de tijd gemaakt. En dat is wat Van der Spek bedoelt met Teylers’ vogelpracht koppelen aan de huidige vogelstand. Zo is het aantal slechtvalken sterk toegenomen toen midden jaren tachtig een verbod kwam op bepaalde soorten landbouwgif en er weer genoeg gezond voedsel beschikbaar was. Ook de grote zilverreiger, opgezet in een vitrine, neemt sterk in aantal toe, met de Oostvaardersplassen als belangrijk broedgebied. En toen Anton Reichenow, expert op het gebied van tropische vogels, in 1878 halsbandparkieten tekende, had hij niet kunnen dromen dat de felgroene vogeltjes ooit in onze stadsparken zouden rondvliegen. En toch is het zo. Enkele ontsnapte huisdiertjes bleken zich prima te kunnen redden in Nederland dankzij zachte winters.

Anderzijds tonen werken van achttiende-eeuwse vogelkenners als Cornelis Nozeman en Stephanus van Trigt broedvogels die in Nederland nu niet meer voorkomen, of worden bedreigd. De twee kieviten op hun nest van Nozeman zijn prachtig kwetsbaar. Gelukkig zijn ze nog te zien in de graslanden, maar hun toekomst wordt bedreigd door intensivering van landbouw, laag waterpeil en verstedelijking. Daar kan geen penseel of camera tegenop.

De tentoonstelling Vogelpracht is nog te zien t/m 29 mei, teylersmuseum.nl.

Lees ook:

Bestaan deze vogels nog of zijn we ze kwijtgeraakt?

Bestaan ze nog, of zijn ze inmiddels verdwenen? Onder de naam ‘Search for Lost Birds’ begint een wereldwijde zoektocht naar tien extreem zeldzame vogelsoorten, die al tientallen jaren, of soms zelfs meer dan eeuw, niet meer zijn gezien.

In de enorme voetsporen van Heimans en Thijsse

Rob Buiter en Koos Dijksterhuis zijn de nieuwe hoofdredacteuren van De Levende Natuur, het oudste natuurtijdschrift van Nederland, in 1896 opgericht door Eli Heimans en Jac. P. Thijsse. Wat gaat het nieuwe duo doen met dit blad?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden