Op de veemarkt in het Ghanese Tamale wordt een koe hardhandig de vrachtwagen ingeholpen, voor een laatste rit naar het slachthuis. Beeld Ton Toemen
Op de veemarkt in het Ghanese Tamale wordt een koe hardhandig de vrachtwagen ingeholpen, voor een laatste rit naar het slachthuis.Beeld Ton Toemen

Vleesindustrie

Goedkoop Europees vlees houdt ondermaatse slachtpraktijken in Ghana in stand

Een Europees stukje vlees is op de Ghanese markt bijna even makkelijk te verkrijgen als vlees uit Ghana zelf, en goedkoper bovendien. Door de hoge concurrentie van dit importvlees blijven investeringen in hygiënische en diervriendelijke slachtomstandigheden uit.

Sebastiaan Grosscurt

De Olives Gbawa-slachterij in de Ghanese hoofdstad Accra is een van de modernste van het land, maar ook hier steken oude slachtgewoontes de kop op. De varkens die in deze slachterij eindigen, worden bij aankomst uit de veewagen gegooid. Niet zelden breken ze daarbij hun poten.

De elektrische bedwelmers zijn kapot en dus grijpen slachters naar een stuk hout om de varkens dood te knuppelen, zoals op veel plekken in Ghana gebruikelijk is. Vanwege de hoge elektriciteitskosten staat de slachtbaan met vleeshaken stil. Dankzij financiële hulp van de Europese Unie opende de slachterij afgelopen oktober haar deuren.

Het verhaal van deze slachterij is exemplarisch voor de vleesverwerkingsindustrie in het West-Afrikaanse land, die klem zit tussen de groeiende vleesconsumptie in het land en de concurrerende prijs van de ongebreidelde vleesinvoer uit Europa.

Oneerlijke concurrentie uit Europa

De afgelopen jaren is de consumptie van kip, varken en rund flink gestegen in Ghana. Volgens Abdul-Rahman Safian, directeur van West Africa Centre for the Protection of Animal Welfare (Wacpaw), is het een vervanging van een traditionele delicatesse: slakken.

“Traditioneel bestaat het dieet vooral uit plantaardig eten. Slakken zijn veel te vinden in de natuur en dragen bij aan de structuur en smaak van het gerecht. Nu verandert die cultuur en worden slakken één op één vervangen door vlees. Ghanezen zien het eten van vlees als deel van hun moderne cultuur, het hoort er nu gewoon bij.”

De Ghanese boeren en vleesverwerkingsindustrie hebben de toegenomen honger naar vlees niet volledig kunnen bijbenen en Europese vleesexporteurs zijn in dit gat gesprongen. In 2021 produceerde Ghana 344 miljoen kilo vlees – zo berekende de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties – terwijl het 280 miljoen kilo uit Europa importeert, waarvan 99 miljoen kilo uit Nederland.

Een taxichauffeur laadt zijn kofferbak bij het slachthuis in Kumasi. Het vlees wordt ongekoeld naar de markt gebracht, en verkocht aan de consument. Beeld Ton Toemen
Een taxichauffeur laadt zijn kofferbak bij het slachthuis in Kumasi. Het vlees wordt ongekoeld naar de markt gebracht, en verkocht aan de consument.Beeld Ton Toemen

Een doorn in het oog van Osei Agyemang Bonsu, directeur van de Olives Gbawa-slachterij: “Vlees uit Europa is gesubsidieerd en veroorzaakt oneerlijke concurrentie die de hele Ghanese vleesindustrie om zeep helpt. Afgelopen maand heeft de regering een handelsovereenkomst met de Verenigde Staten gesloten, waardoor er nog meer buitenlands vlees op de markt komt. Boeren vallen om. Mensen geraken in armoede. Het is zo slecht voor het land.”

‘Het is niet fijn, maar wat is mijn alternatief?’

Slachterijen als Olives Gbawa moeten onhygiënische en dieronvriendelijke slacht op het platteland overbodig maken. De vleeshonger groeit met name in grote steden als Accra en Kumasi, terwijl de productie op het platteland plaatsvindt. “Europeanen zouden het biologische landbouw noemen. Elke boer heeft een paar koeien die hij rondom zijn boerderij of in het wild laat grazen", vertelt Safian.

“Het slachten gebeurt traditioneel in slaughter slabs.” Hiermee verwijst hij naar de betonnen vloerplaat die veel boerenerven hebben. De faciliteiten daar schieten ernstig tekort, volgens Lesley Moffat, directeur van de Nederlandse dierenwelzijnsorganisatie Eyes on Animals, die sinds vijf jaar samenwerkt met Wacpaw.

Slaughter slabs hebben geen drijfgang. Een varken wordt tegenstribbelend naar de slachtplaats getrokken, vaak aan de poten en oren. Eenmaal op de slachtplaats wordt het dier doodgeknuppeld voordat de keel wordt opengesneden. Veel mensen zeggen: ik vind het ook niet fijn om het dier dood te slaan, maar wat is mijn alternatief? In Ghana zijn bedwelmers onbekend en lokaal niet te verkrijgen.”

Rusten voor de slacht

Nu het zwaartepunt van vleesconsumptie in de stad ligt, verschuift de vleesverwerking van het platteland naar de stad. De constructie van slachthuizen rondom steden is een eerste stap in het centraliseren van de waardeketen van vlees én een poging om zowel de hygiëne als het dierenwelzijn te verbeteren.

Bonsu vertelt met trots over de verbeteringen: “Onze slachterij heeft aansluiting op schoon water en een goede afvoer van slachtafval. Alles is betegeld en de faciliteiten worden goed schoongemaakt. Er is zelfs een plek waar het vee kan rusten voor de slacht.”

Het schoonmaken van varkensingewanden bij Gbawe Pig Abattoir. Dit slachthuis werd deels gefinancierd met een eenmalige EU-subsidie, maar door de massale export van goedkoper vlees vanuit Europa kan dit slachthuis onvoldoende inkomsten genereren. Om kosten te besparen slacht men handmatig, onder zeer primitieve omstandigheden. Beeld Ton Toemen
Het schoonmaken van varkensingewanden bij Gbawe Pig Abattoir. Dit slachthuis werd deels gefinancierd met een eenmalige EU-subsidie, maar door de massale export van goedkoper vlees vanuit Europa kan dit slachthuis onvoldoende inkomsten genereren. Om kosten te besparen slacht men handmatig, onder zeer primitieve omstandigheden.Beeld Ton Toemen

De trots slaat direct om tot pessimisme wanneer hij vooruitblikt op de toekomst van het abattoir: “Ik wil graag investeren in goede veewagens, koelcellen en cirkelzagen. Alles wat ik investeer, moet ik doorrekenen aan de veehandelaren die de slachterij gebruiken. Ze verdienen niet genoeg om een prijsverhoging te kunnen betalen en gaan met het grootste gemak terug naar hun oude, onhygiënische en dieronvriendelijke manier van slachten.”

Tijdens haar recente bezoek aan dit slachthuis zag Moffat een voorbeeld van dit financiële dilemma in het gebrek aan losbruggen: “Binnen drie dagen lieten Wacpaw en Eyes on Animals twee bruggen bouwen, zodat de varkens niet de veewagen werden uitgeduwd maar er tenminste normaal uit konden lopen. Directeur Bonsu was hier zo blij mee. De bruggen kostten omgerekend 100 euro per stuk. Zelfs dat was een te hoge investering voor de slachterij.”

Daarnaast verzorgden de twee organisaties schietmaskers en trainingen, om zo stapje bij beetje het dilemma te verkleinen en Ghanese slachterijen diervriendelijker te maken.

Meer hulp gaat niet helpen

Nooit meer honger, was het naoorlogse credo waarin de landbouwsubsidies van de Nederlandse minister en Eurocommissaris Sicco Mansholt geworteld waren. Boerenbedrijven werden ondersteund, waardoor de rest van de voedselketen kon worden opgebouwd.

Na een rit van soms 20 uur in de brandende zon, arriveren de totaal uitgeputte koeien bij het abattoir in Kumasi. Ook dode dieren worden verhandeld en geslacht. Beeld Ton Toemen
Na een rit van soms 20 uur in de brandende zon, arriveren de totaal uitgeputte koeien bij het abattoir in Kumasi. Ook dode dieren worden verhandeld en geslacht.Beeld Ton Toemen

Nu zijn het juist de Europese landbouwsubsidies die ver over haar buitengrenzen oneerlijke concurrentie veroorzaken en bijdragen aan het wankelen van boeren, het verzwakken van de agrarische waardeketen en het in stand houden van ondermaatse slachtpraktijken.

De Europese bijdrage aan het Olives Gbawe-slachthuis lijkt een nobel gebaar, maar heeft een wrange nasmaak: het versterkt Ghana’s afhankelijkheid van Europa. Sterk geëmotioneerd en geappelleerd door zijn rechtvaardigheidsgevoel schreeuwt Bonsu het uit: “Wil Europa dat we altijd afhankelijk van ze blijven? Alle hightech-apparatuur in dit slachthuis is geïmporteerd. Als we een nieuw onderdeel nodig hebben, van wie kopen we dat dan? We moeten de vleesindustrie langs de hele waardeketen opzetten, maar dat is nu onmogelijk.

“Afrika heeft geen hulp nodig, maar eerlijke handel.”

Lees ook:

Hoe een klein land enorm is in voedselproductie

Fotograaf en filmmaker Kadir van Lohuizen legde de Nederlandse voedselindustrie in al haar facetten vast. Hij werd daarbij heen en weer geslingerd tussen bewondering en verbijstering.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden