Loonacties

Fanatiek staken is effectief, maar hoe lang nog?

Medewerkers van de stadsreiniging in de gemeente Utrecht staken voor een betere cao. Beeld ANP
Medewerkers van de stadsreiniging in de gemeente Utrecht staken voor een betere cao.Beeld ANP

Staken blijft een effectief middel om meer loon af te dwingen. Maar de huidige acties treffen vooral kwetsbare burgers.

Joost van Velzen

Werknemers in tal van branches hebben de smaak te pakken: afgelopen week gingen leden van vakbonden in staking de straat op of bleven ze thuis om duidelijk te maken dat hun werkgevers met meer loon en aantrekkelijkere arbeidsvoorwaarden over de brug moeten komen.

Zo niet, luidt het dreigement, dan kan het de komende tijd nog wel eens heel lastig worden om een streekbus of trein te nemen, een zorgtaxi te bestellen of om aankoopadvies te krijgen van sommige winkel-medewerkers. Ook de vuilnisophalers staken, en mensen die werken in de groenvoorziening. Volgens de bonden wordt er deze week op zo’n honderd locaties actie gevoerd.

Vakbond FNV, nooit vies van grote woorden, spreekt van een ‘stakingsstorm’. Vicevoorzitter Zakaria Boufangacha verklaarde deze week: “Leden uit verschillende sectoren geven de fakkel aan elkaar door. Zij voelen de pijn van de dagelijkse prijsstijgingen in de portemonnee. We zijn een jaar nog nooit begonnen met zoveel stakingen en acties, nu al in 11 sectoren. Dat zegt iets over de nood en de vastbeslotenheid van onze leden.”

Stakingen gaan niet alleen om een hoger loon

Hanane Chikhi, onderhandelaar streekvervoer bij CNV Vakmensen, vertelt dat ook bij haar leden de actiebereidheid groot is: “Maandag had zo’n 70 tot 80 procent zich als staker ingeschreven en het zou zomaar kunnen dat het ook na deze week nog niet is afgelopen met allerlei acties. En het gaat echt niet alleen om loon, hoor. Het gaat ook om betere arbeidsomstandigheden.”

Als de stakingen doorzetten en zich eventueel uitbreiden kan 2023 een jaar worden waarin bovengemiddeld vaak het werk wordt neergelegd. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) werd er in de afgelopen twintig jaar gemiddeld 22 keer in een kalenderjaar gestaakt in Nederland. Door corona liep dat terug tot 9 stakingen in die periode. Maar de 26 stakingen die medewerkers in het coronavrije jaar 2019 organiseerden zouden met de huidige stakingsbereidheid wel eens kunnen worden overtroffen.

Tegelijkertijd lijkt het erop dat minder massaal gehoor wordt gegeven aan werkonderbrekingen. Het CBS constateert bijvoorbeeld dat er bij de 22 stakingen in 2021 in totaal 28.000 werknemers betrokken waren, een stuk minder dan in 2020 toen er 105.000 stakers betrokken waren bij ‘slechts’ 9 stakingen.

Om te kunnen beoordelen hoe groot een stakingsgolf is, moeten we kijken naar het aantal verloren arbeidsdagen door stakingen. Als de boel maar kort plat ligt, is dat al een heel ander verhaal dan wanneer een sector wekenlang niet werkt. Tussen 2017 en 2021 is het aantal dagen dat er niet gewerkt wordt door stakingen gemiddeld gestegen, toont een grafiek van het CBS. Maar het zou te gewaagd zijn om daaruit te concluderen dat een nieuwe generatie het staken in het bloed heeft zitten.

Vakbonden barsten van het zelfvertrouwen

Een ding staat vast: vakbonden hebben in geen jaren zoveel loonsverhogingen uit het vuur gesleept en ze barsten van het zelfvertrouwen. Zelfs de dramatische daling van het ledenaantal van de bonden lijkt sinds eind vorig jaar een halt te zijn toegeroepen. Met goed klinkende kreten als ‘stakingsstorm’, ‘unieke stakingsbereidheid’ en ‘Nederland verdient beter’ bewegen de bonden hun leden vol goede moed de barricades op.

Joop Schippers, hoogleraar arbeidseconomie aan de Universiteit Utrecht, relativeert de enthousiaste toon van de vakbonden. “Met de aanduiding ‘uniek’ zou ik wat voorzichtig zijn”, zegt hij.

“We kennen uit de Nederlandse geschiedenis wel meer periodes dat de gewoonlijk oorverdovende arbeidsrust even wat verstoord werd. Denk bijvoorbeeld aan de jaren tachtig toen de brandweer het Binnenhof vol schuim spoot om uitdrukking te geven aan de arbeidsonvrede. Nog altijd is Nederland ook in internationaal vergelijkend perspectief een eiland van arbeidsvrede.”

Kijk maar eens naar landen als Frankrijk of Italië, zegt Schippers, daar komt staken veel vaker voor en dikwijls ook langduriger en feller. “Dat dat bij ons niet zo is, draagt bij aan een voor bedrijven gunstig vestigingsklimaat.” Hij vraagt zich af of staken in met name het openbaar vervoer niet zijn doel voorbij schiet. “Opvallend is dat vooral het openbaar vervoer keer op keer doelwit is van acties. Wie worden daar getroffen? Niet de directeuren, wethouders, aandeelhouders, consultants et cetera. Want zij gingen toch al niet met de bus.”

Kwetsbaren zijn vaker aangewezen op het openbaar vervoer

Schippers vraagt zich af of niet de ‘verkeerden’ worden geraakt als de bus of de regiotrein niet gaat: “Mbo-student Ahmed die nu niet naar zijn met moeite veroverde stageplaats kan, bijstandsmoeder Willemijn van 56 die – zonder rijbewijs en auto – haar nog zelfstandig wonende moeder van 85 mantelzorg zou gaan geven, opa Janssen die niet naar zijn afspraak met de specialist in het streekziekenhuis kan, hbo-student Tijmen die zijn toets niet kan gaan maken. En zo zijn er nog wel meer: niet de sterksten in de samenleving zijn aangewezen op het openbaar vervoer, maar juist de zwaksten.”

Eenzelfde soort onrechtvaardigheid krijg je, vreest Schippers, als de vuilnisophalers langdurig gaan staken. “Mensen met een grote tuin en een oprijlaan zetten de niet opgehaalde vuilniszakken uit het zicht achter een rijtje coniferen. Mensen in sociale huurwoningen in een smal straatje in de binnenstad kunnen niet anders dan de zakken in huis houden om ze na een dag of wat toch maar op straat te zetten, met alle overlast en gevaar voor de volksgezondheid van dien.”

Ook Ton Wilthagen, hoogleraar arbeidsmarkt aan de Universiteit Tilburg, benoemt ‘de andere kant’ van een staking, zeker als die langer dreigt te duren of vaker voorkomt. Als we het dan toch hebben over de impact van een staking, speelt ook de reactie van niet-stakende burgers mee, stelt Wilthagen.

“Zeker bij de stakingen die hen direct raken. Het publiek heeft eerst wel begrip, maar de vraag is hoe lang. Op enig moment kan de rechter zich mengen in de stakingen, bijvoorbeeld als de werkgevers in het streekvervoer hun geduld verliezen. Het stakingsrecht is in Nederland een ‘rechters-recht’ en nauwelijks geregeld in de wet.”

Acties zijn begrijpelijk, het publiek mort nog niet

Zijn de acties van al die machinisten, buschauffeurs, winkelmedewerkers, conducteurs, zorgtaxibestuurders, boa’s, Uber-chauffeurs, medewerkers van sociale werkplaatsen en vuilnisophalers dan onterecht en misplaatst? Zeker niet, zegt Joop Schippers. “Achtergebleven lonen, hoge werkdruk door personeelstekort en de hoge prijsstijgingen maken arbeidsonrust en behoefte aan acties meer dan begrijpelijk.”

Hij denkt bovendien dat fanatiek staken absoluut iets uithaalt: “Natuurlijk, dat is zeer effectief, want je bewerkstelligt een forse inbreuk in het leven van veel mensen. Dat brengt de werkgevers sneller aan de onderhandelingstafel.”

Maar nogmaals, hij betwijfelt of de manier waarop er nu wordt gestaakt de juiste is: “Want op wie richt je ze? Stapel je de vuilniszakken voor het stadhuis, bezet je het hoofdkantoor van het OV-bedrijf of laat je ‘gewone’ mensen de dupe worden? Dus of dit middel het doel heiligt? Ik heb mijn vraagtekens en zou zeggen: neem een voorbeeld aan de schuimspuitactie van de brandweer! En overigens: als het onderwijs actie voert, gebeurt dat bijna altijd op zo’n manier dat de lessen wel blijven doorgaan. Daar legt men de prioriteiten anders.”

Of de publieke opinie omslaat als het streekvervoer langdurig plat ligt of dat de rechter tussenbeide moet komen als de onderhandelingen tussen werkgevers en bonden verder vastlopen, weet alleen de glazen bol. Voorlopig lijkt er geen schot in de zaak te zitten. FNV- vicevoorzitter Boufangacha: “Helaas is de reactie van de werkgevers ondermaats. Sommige werkgevers voerden dinsdag zelfs actie bij de Eerste Kamer omdat ze niet willen dat het minimumloon omhoog gaat.”

Werkgevers lijken klaar met de vakbond

De vereniging werkgevers openbaar vervoer (VWOV) lijkt een beetje klaar met de vakbonden. In een persverklaring stelde de vertegenwoordiger van de vervoerders Arriva, EBS, Keolis Nederland, RET, Transdev en Qbuzz: “Het totale pakket van de werkgevers wat op tafel lag zou arbeidsvoorwaarden met 11 procent verbeteren.” Dat is wat de vervoerders betreft de limiet: “Er komt geen hoger bod door deze stakingen. Het laatste voorstel is van tafel.”

De vervoerders verwijten de vakbonden bovendien dat zij liegen over de ziekteverzuimcijfers bij chauffeurs, machinisten en conducteurs. Die liggen volgens de VWOV veel lager dan de vakbonden stellen. De bonden zeggen volgens de vervoerders ook niet eerlijk hoeveel bussen en treinen niet rijden. Vakbonden spreken van een uitval van 70 tot 90 procent, vervoersmaatschappijen stellen dat hooguit de helft van de ritten niet kan doorgaan.

De Algemene Werkgeversvereniging Nederland (AWVN) erkent dat de gesprekken met de bonden moeizaam gaan: “De onderhandelingen lopen inderdaad stroever dan normaal”, zegt een woordvoerder van de AWVN. “Vakbonden weten zelf heel goed dat je het geld eerst zal moeten verdienen om het te kunnen verdelen. FNV is zelf ook werkgever en geeft haar eigen mensen er ook maar 3 procent bij.”

Op de vraag hoeveel ruimte er is voor meer loon zegt de werkgeversvereniging dat dit per branche sterk verschilt. “We moeten het ook niet groter maken dan het is. 85 procent van de werkenden heeft gewoon een lopende cao en dat is heel normaal.” Volgens vakbond FNV dreigen er op korte termijn nog acties bij onder meer producent van vliegtuigonderdelen Fokker Elmo en bij luchtvaartmaatschappij EasyJet. Bovendien waarschuwt de bond: ook in de algemene ziekenhuizen ‘staat de barometer op storm’.

Buschauffeur Winfried Kentie (54) uit Heinenoord staakt deze hele week

“Ik ben maandag met staken begonnen en ik ga door tot en met vrijdag. Veel collega’s doen mee. Het verschilt erg per regio, maar ik schat dat hier in de buurt zo’n 70 procent van de bussen niet rijdt. De vervoersmaatschappijen hebben het over 50 procent uitval.”

“De reden dat ik staak? Werkomstandigheden. Werkdruk, krappe roosters, krappe rittijden, te korte pauzes, ongunstige diensten. Er is gewoon weinig sprake van goed werkgeverschap en de bereidheid om er iets aan te doen is er ook niet. Vakbond CNV heeft 23 voorstellen gedaan om de werkomstandigheden te verbeteren en daarvan zijn er drie of vier aangenomen. Daarom staken we.”

“Een belangrijk punt zijn de pauzes in de late diensten. Die zijn nu soms maar 15 minuten, in die tijd kun je geen maaltijd eten zonder schrokken. Wij eisen dat die eerste pauze van de dienst minimaal 20 minuten wordt, maar dat willen ze niet. Soms heb je diensten waarbij je bij het eindpunt van de rit veel te snel al weer terug moet. Dat geeft allemaal extra werkdruk.”

“Ik snap niet dat werkgevers ons werk niet aantrekkelijker maken met de personeelstekorten die er zijn. Het beroep vergrijst, op deze manier kiezen jonge collega’s ook niet voor dit vak. Nee, voor mij is ander werk zoeken is geen optie. Als je chauffeur bent ben je chauffeur.”

Lees ook:

Hinder in streekvervoer kan groter worden nu de vakbonden één front vormen in staking

De hele week wordt er gestaakt in het streekvervoer, vooral tegen de te hoge werkdruk. De verwachte hinder verschilt per regio.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden