Bouwstenen
Er komt een run op metalen voor schone energie, en die komen niet vanzelf uit de grond
Landen moeten harder in actie komen voor het klimaat. Alleen dan komen er genoeg investeringen in de cruciale grondstoffen die nodig zijn voor de overgang naar schone energie.
Voor windmolens, elektrische auto’s en zonnepanelen zijn kritieke metalen nodig. Veel meer dan voor de exploitatie van een oliebron of een gasveld. Dat gegeven stelt de wereld de komende decennia voor een enorme uitdaging, waarschuwt het Internationaal Energie Agentschap (IEA) in een net verschenen studie. Het agentschap, waar vele landen bij zijn aangesloten, maakt analyses van de vraag en het aanbod van energie in de wereld, vuil en schoon.
Dat het naar schoon moet, staat vast, stelt het IEA. De uitstoot van fossiele brandstoffen veroorzaakt een klimaatcrisis en die moet voorkomen worden. Maar de overgang naar een heel ander energiesysteem doet een beroep op andere materialen. Er is een aantal grondstoffen dat voor allerlei schone technologie nodig is, zoals lithium, kobalt, nikkel en zeldzame aardmetalen met namen als neodymium en molybdeen.
Voor het eerst heeft het IEA de eigen energiescenario’s losgelaten op de vraag naar die cruciale bouwstenen. Zulke studies zijn wel al eerder gedaan, door ngo’s en wetenschappers, maar niet door een club als het IEA waar bedrijven en landen hun beleid op ijken. Het IEA waagt zich niet aan de meer ethische vragen van de nakende run op grondstoffen. Ngo’s en wetenschappers waarschuwden eerder bijvoorbeeld dat rijke landen een onevenredig groot deel van die materialen gaan opeisen voor hun schone energie en stroomauto’s. Ook is de manier waarop het allemaal uit de grond moet komen volgens hen een groot probleem, geregeld gaat dat gepaard met vervuiling, onteigening van land en uitbuiting.
Het IEA ziet dat laatste probleem ook wel, maar het gaat er vanuit dat het allemaal kan en ook fatsoenlijk. Er is genoeg aan al die materialen, is het uitgangspunt van het agentschap. Alleen komt het niet vanzelf uit de grond. De vraag gaat exploderen en het aanbod loopt daar totaal niet mee in de pas de komende twintig jaar. De energietransitie kan zo behoorlijke vertraging oplopen.
Inzoomend op een paar grondstoffen afzonderlijk, wordt duidelijk hoe explosief de behoefte zich zal ontwikkelen. Neem lithium, nodig voor de batterijen in elektrische auto’s. In 2020 slokte schone energie ongeveer 30 procent van deze grondstof op. In 2040 zal dat ongeveer 90 procent zijn, als het de wereld menens is met de doelen afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs. De vraag naar lithium zal in 2040 veertig keer zo hoog zijn als in 2020. Voor grafiet, kobalt en nikkel zal de behoefte 20 tot 25 keer groter zijn.
Door de ontwikkeling van technologie kunnen deze cijfers anders, lager, uitpakken. Als bijvoorbeeld een grootschalige productie van een accu met weinig kobalt mogelijk is. Maar hoe dan ook zal de vraag naar metalen voor de overgang naar schone energie sterk toenemen. Voor kobalt zal de behoefte dan nog altijd zes keer zo hoog zijn.
Het IEA heeft de plannen voor het mijnen van de benodigde metalen in kaart gebracht en ziet dat die de klimaatambities bij lange na niet kunnen bijbenen. Als landen in de pas willen lopen met het beloofde doel de opwarming te beperken tot onder de 2 graden, ontstaan al binnen tien jaar grote tekorten. Zelfs als regeringen dat niet doen en het blijft bij klimaatbeleid dat ze nu in de steigers hebben gezet, lopen ze binnen tien jaar aan tegen te weinig grondstoffen voor stroomauto’s en windmolens.
Een hoop schokkende grafieken levert de studie op, maar het IEA denkt dat de hindernissen niet onoverkomelijk zijn. Als regeringen duidelijker koersen op het halen van de Parijse doelen, zal dat investeerders in het mijnen van grondstoffen eerder over de streep trekken. Het is daarnaast nodig om geld in innovatie te steken. Om zo alternatieve grondstoffen te vinden en de hoeveelheid van een materiaal voor één zonnepaneel of windmolen te kunnen verminderen.
Meer recycling is ook noodzakelijk, hoewel de eigen projecties van de IEA daar niet al te optimistisch over zijn. In 2030 blijft het opnieuw gebruikte kobalt, nikkel, lithium en koper in batterijen nog steken op minder dan 1 procent. Om in 2040 naar krap 9 procent toe te nemen. Het IEA bepleit verder meer samenwerking tussen landen en aandacht voor sociale rechten en milieuvervuiling. Alvast een voorraadje opbouwen van een grondstof is volgens het IEA ook geen slecht idee om de overgang naar schone energie te versoepelen.
Lees ook:
Een oude accu is geen afval
Elektrische auto’s maken wegverkeer schoon. Maar wat te doen met hun giftige accu’s, als ze kapot gaan? Hergebruiken kan, bewijst een bedrijf in Zwaag.