Biodiversiteit
Energieboswachters gaan de natuur meer kans geven in zonne- en windparken
Kruiden- en bloemrijk grasland, poelen voor amfibieën, bijenkasten en schuilplaatsen voor klein wild: toekomstige energieboswachters moeten de biodiversiteit in zonne- of windparken versterken.
‘Training energieboswachter’ staat in knalgroene letters op het startscherm van de Zoom-sessie van de Brabantse Milieufederatie. Op de achtergrond is een bijenhotel te zien met daarachter meerdere rijen zonnepanelen. De deelnemersgezichten in de vakjes in de rechterkolom kijken afwachtend voor zich uit. “Welkom bij onze training”, klinkt na enkele minuten door de speaker. “We gaan aan de slag met de natuurinclusieve energietransitie” vervolgt Hanne van de Ven van de Brabantse Milieufederatie en oprichter van de training.
De Brabantse Milieufederatie ontwikkelde een training waarin zij mensen opleiden tot burger-experts, oftewel energieboswachters. Via digitale colleges en een groepsopdracht leren zij in zeven weken de basis van hoe ze biodiversiteit kunnen beschermen en vergroten bij (nieuwe) zonne- of windparken. Dat meer mensen verstand hebben natuurinclusieve energieprojecten, is volgens Sandor Löwik van de Brabantse Milieufederatie en medeoprichter van de training hard nodig.
In 2030 moet de CO2-uitstoot met 49 procent omlaag
Er verschijnt op het scherm een slide met een ijsbeer op een smeltende ijskap, met daarnaast de Nederlandse kaart met dertig ingekleurde vakjes. “In 2030 moet de CO2-uitstoot met 49 procent omlaag. Om dat te realiseren is Nederland opgedeeld in dertig regio’s,” legt Löwik uit. In deze regio’s werken overheden, inwoners, bedrijven, netbeheerders en maatschappelijke organisaties samen aan een Regionale Energiestrategie. “Hierbij moet elke regio bepalen waar en hoe zij duurzame energie op land gaan opwekken. In 2025 moeten de vergunningen van al die nieuwe energieprojecten verleend zijn. Dat betekent dat in de komende jaren steeds meer zonne- en windparken in ons landschap zullen verschijnen.”
Onderzoek van de Wageningen Environmental Research, in opdracht van het ministerie van landbouw, natuur en voedselkwaliteit, laat echter zien dat er nog te weinig aandacht is voor biodiversiteit bij de bouw van zonneparken. Uit het onderzoek wordt geconcludeerd dat vooral het beheer veel beter kan: slechts drie van de 25 onderzochte zonneparken wordt optimaal beheerd voor biodiversiteit. Uit ander Wagenings onderzoek blijkt dat de gevolgen van windturbines voor vogelpopulaties op langere termijn veel groter zijn dan gedacht. Bepaalde populaties zoals die van de lepelaar en de grutto, kunnen binnen tien jaar tot de helft afnemen.
Wind- en zonneparken zijn dus desastreus voor sommige dierpopulaties, en dat terwijl het al niet goed is gesteld met de natuur in Nederland. Zo concludeerde de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur in maart nog dat er overal natuur moet zijn - niet alleen in beschermde gebieden, maar ook in steden en het landelijk gebieden - om de achteruitgang van de biodiversiteit te stoppen. Natuurinclusief duurzame energie opwekken wordt dus almaar belangrijker. Tegelijkertijd zullen ook steeds meer mensen te maken krijgen met de realisatie van deze projecten, doordat er bijvoorbeeld een (natuurinclusief) zon- of windpark naast hun woonwijk verschijnt.
Kruidenrijk grasland zorgt voor de komst van insecten
Dat gaat hoe dan ook vragen oproepen van belanghebbenden, zegt Löwik. “Is dit wel een goede plek? Wat heeft dit voor impact op het landschap? Wat betekent dit voor de natuur?” Er verschijnt een nieuwe dia met een foto van een dode vogel. “Als we vinden dat we moeten overstappen naar groene energie, dan moet die energie wel écht groen zijn. Daarom moet er ook aandacht zijn voor planten en dieren bij de totstandkoming van zo’n energieproject.” En die mogelijk is er zeker, concludeert Löwik.
“In een zonnepark kun je kruidenrijk grasland inzaaien in plaats van het Engels raaigras. Dit zorgt voor de komst van insecten. Zij bestuiven bloemen en zorgen er tegelijkertijd voor dat vogels naar dat gebied toe trekken. Maar ook kun je extra poelen maken voor kikkers en amfibieën en extra schuilmogelijkheden creëren voor klein wild. Kortom: je kunt zoveel meer doen dan een standaard zonneveld met een hek er omheen.”
Om dat voor elkaar te krijgen, leren de energieboswachters in spe hoe een energieproject - van idee tot uitvoering - wordt gerealiseerd. Bijvoorbeeld welke partijen betrokken zijn, welke juridische stappen er genomen moeten worden, maar vooral in hoeverre de locatie geschikt is en hoe je die geschikt kunt maken om de biodiversiteit te versterken. Hierbij kijken zij onder andere naar het ecosysteem, het voedselweb, nestmogelijkheden, rust- en broedgebieden van de omgeving.
“Maar om gelijkwaardig aan tafel te kunnen zitten met die professionele ontwikkelaar, moeten omwonenden of andere belanghebbenden beschikken over een soort basiskennis. Pas dan kunnen zij effectief meedenken over de beste opties voor mens, milieu en natuur en zijn zij in staat om kritische vragen te stellen.”
Löwik richt zich tot de deelnemers. “Dat hopen wij jullie te leren.”
‘Met open armen ontvangen’
Olof van der Gaag, voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, een branchevereniging van energiebedrijven, vindt de training tot energieboswachter een goed idee. “Het leuke van dit initiatief is dat bewoners goed worden betrokken en dat zij worden toegerust om open het gesprek aan te gaan. Bovendien past de inhoud van de training goed bij de geest van de gedragscodes van zon- en windenergie. Voor ontwikkelaars is het alleen maar motiverend om met mensen een gesprek te voeren die verstand van zaken hebben. Ook al duurt de training maar even en zijn het geen echte experts: ik denk dat hun bijdrage met open armen wordt ontvangen door de sector.”
Romee Uiterlinde (24)
trainee Teunesen Zand en Grint
“We staan voor best grote opgaven: de transitie naar duurzame vormen van energie is daar één van. Daarbij zul je rekening moeten houden met de natuur en die waar mogelijk proberen te herstellen. Ik vind dat die ontwikkelingen wat te langzaam gaan: dit kan beter en sneller. Omdat ik in mijn dagelijkse leven al veel bezig ben met duurzaamheid - ik eet geen vlees, pak zoveel mogelijk de fiets en het ov, ga met de trein in plaats van het vliegtuig en probeer mijn kleding niet nieuw te kopen - leek de training over natuurinclusieve zon- en windparken me interessant. Bovendien ben ik op mijn werk veel bezig met gebiedsontwikkeling: wij winnen zand en grind en daarbij liggen veel kansen om bijvoorbeeld een waardevol natuur- of recreatiegebied te creëren. Daarom wilde ik ook graag meer leren over hoe je een zonne- of windpark op een ‘goede’ manier kunt inrichten waarbij je rekening houdt met de natuur.
“Het is natuurlijk moeilijk om met elk beestje rekening te houden en daar een heel project op aan te passen, maar je kunt wel kijken naar het beestje als een onderdeel van een systeem. En hoe je ervoor zorgt dat zo’n zonnepark dan onderdeel wordt van datzelfde systeem. Ik hoop dat deze cursus me een soort basiskennis geeft, zodat wanneer ik met projectontwikkelaars of de gemeente aan tafel zit, ik in staat ben om kritische vragen te stellen.”
Wim van Dalen (69)
Etten-Leur, gepensioneerd
“Ik besloot de energieboswachtertraining te volgen omdat energieprojecten altijd impact op de natuur hebben. En dat terwijl het niet goed gaat met de natuur maar wij wél meer duurzame energie moeten genereren. Daarom vind ik het belangrijk om te weten welke omgevings- en milieufactoren er verbeterd kunnen worden en waar je op moet letten bij de realisatie van zo’n energieproject als burger. Er zijn namelijk altijd kansen en bedreigingen. Dan heb ik het over de natuur, cultuurhistorische waarde en de beleving van de omgeving.
“Maar wat mij vooral aangaat, is de biodiversiteit. Die wordt sowieso al aangetast. Als je zonne- of windenergie opwekt op landbouwgrond, kun je winst boeken omdat die grond toch al behoorlijk is uitgeput door bemesting. Maar als het op een ecologische verbindingszone is, dan kan het een negatieve impact hebben. De ecologische waarde van zo’n gebied wordt onderzocht door een onderzoeksbureau, maar toch meen ik dat je die bevindingen ook vanuit burgerparticipatie moet kunnen beoordelen: en dat is niet gemakkelijk. Ik heb wel een beetje kennis van planten, vogels en zoogdieren, maar hoe je de impact van zo’n project op natuur in die omgeving precies meet, weet ik niet. Dus in die zin hoop ik door de training meer kennis op te doen.
“Een neveneffect van de cursus is het uitbreiden van je netwerk: we werken in werkgroepen en analyseren per groepje de totstandkoming van bijvoorbeeld een zonnepark. We gaan na wat daar allemaal bij komt kijken op juridisch, ecologisch en sociaal gebied. Iedereen heeft een andere achtergrond, dus je leert ook van elkaar.”
Edwin Swerink (48)
vrijwilliger bij Duurzaam Meerhoven, werkgroep energie
“De energietransitie heeft allerlei gevolgen. Eén daarvan is landschappelijke verandering. Die is goed zichtbaar: de windmolens zijn niet meer te missen. Maar ook schieten de zonneparken als paddenstoelen uit de grond. Ik ben niet eens zozeer geïnteresseerd in de technische kant van deze parken, meer in de maatschappelijke acceptatie. Ook al is zo’n zonnepark laag, het kan toch duiden op weerstand: mensen vinden het lelijk of irriteren zich aan de weerspiegeling. Daarnaast zijn natuur- en milieuactivisten het ook niet altijd eens met de aanleg van deze zonneparken doordat het de leefbaarheid van planten en dieren verstoort.
“Toch moet onze energievoorziening duurzamer. Dus we moeten hoe dan ook een manier vinden die geaccepteerd is: op sociaal en ecologisch vlak. Het leek mij interessant om daar mee over te leren. Dus toen een collega van een collega van Duurzaam Meerhoven me over deze cursus vertelde, was ik gelijk geïnteresseerd. Allereerst werd ik geprikkeld door de naam. Energieboswachter, wat betekent dat eigenlijk? Kort daarna heb ik me ingelezen en aangemeld.
“Ik vind het heel erg leuk om met dit onderwerp bezig te zijn. Ik merk dat naast beschermen, het versterken van de biodiversiteit bij de verwezenlijking van energieprojecten het mooist, maar ook het moeilijkst is. Om meer planten- en diersoorten terug te krijgen in of rondom een energieproject, zijn flink wat maatregelen nodig en dat kost tijd: je moet dus echt geduld hebben.”
Trainingen in vijf provincies
- Momenteel worden er zo’n honderd mensen opgeleid tot energieboswachter.
- De training wordt in Friesland, Utrecht, Gelderland, Zeeland en Noord Brabant gegeven. Deze training loopt tot 22 juni.
- In het najaar wordt een nieuwe training georganiseerd - mits er genoeg aanmeldingen zijn. Een deelname is 49 euro. Aanmelden kan via www.energieboswachter.nl
- Iedereen kan zich aanmelden. Na de cursus ontvang je een certificaat.
Lees ook:
Hoe gaan we om met de pieken en dalen van zon- en windenergie?
Zon en wind zijn de werkpaarden die de wereld naar een klimaatneutrale toekomst moeten leiden. Maar hoe vang je de pieken en dalen op waarmee ze hun energie leveren? ‘Technisch moet het kunnen. Waarom het zo traag gaat weten we eigenlijk niet.’