Jelles WeekdierWc-motmug
Een soort wc-eend, maar dan in insectvorm
Een piepklein zwart insectje is het, de wc-motmug. Slechts een paar millimeter groot. Wanneer je ze ziet, zitten ze meestal ergens op de muur van de badkamer, het toilet, de gang of de bijkeuken. Een klein zwart driehoekje, meer is het niet. Een miniatuurvlindertje lijkt het wel.
Hun driehoekige vorm hebben ze gemeen met de motjes die ’s zomers tijdens zwoele avonden op een lamp afkomen. Ook bij vergroting lijken ze op motten, met hun geveerde sprieten, een harig lijfje en behaarde vleugeltjes. Maar het zijn mugjes, ze behoren tot de orde der tweevleugeligen, de diptera, net als vliegen en muggen.
De Nederlandse namen wc-motmug, motvliegje en aalputmotje suggereren dat het kleine nachtvlinders zijn van de orde der schubvleugeligen of lepidoptera, maar die dieren hebben vier vleugels. De biologische taxonomie is vaak heel simpel: met zes pootjes en twee vleugels ben je als insect meestal een tweevleugelige.
Muggen, bromvliegen en de pletreflex
Wie zo’n klein zwart mugje op de badkamermuur ziet zitten, kan slechts met veel moeite de reflex onderdrukken om hem een pets te geven. Entomologe en schrijfster Aglaia Bouma noemt dat de pletreflex, de even begrijpelijke als (meestal) onverstandige reactie om bij het zien van een onbekend insect het diertje terstond met een krant of desnoods de blote hand te willen pletten. Het ene insect roept die reflex sneller op dan het andere; bijna niemand zal een lieveheersbeestje of een libel willen doodslaan, maar muggen en bromvliegen roepen de pletreflex al snel op.
Zo ook het wc-motmugje. Toch is het niet slim daar gehoor aan te geven, want de mugjes zijn nuttig. De larfjes van de wc-motmug leven van rottend organisch materiaal. Dat kan zich bevinden in verstopte dakgoten, kleine vijvertjes of andere stagnerende watertjes met rottend blad of ander spul erin, maar ook in de zwanenhals van de wastafel, het doucheputje of een weinig gebruikte gootsteen.
Larfjes helpen de sifon te reinigen
De motmugjes leggen hun eitjes in dat vieze water en de motmuglarfjes voeden zich dan met de opgehoopte organische prut. Ze ruimen het op! Het is vast niet zo effectief als een flinke scheut gootsteenontstopper, maar de voor ons nogal onsmakelijke voedselvoorkeur van de larfjes helpt wel degelijk om de sifon te reinigen.
Motmugjes vormen een aparte familie, de Psychodidae, binnen de tweevleugeligen. Er leven wereldwijd nog geen drieduizend soorten, waaronder ook kleine bloedzuigertjes; in ons land komen maar ongeveer honderd soorten motmugjes voor, allemaal piepkleine insectjes. Het wc-mugje Clogmia albipunctata (dat albipunctata slaat op de kleine witte vlekjes op de vleugeltjes) komt over de gehele wereld voor, dankzij de wereldwijde aanwezigheid van hun voorkeurshabitat: zwanenhalzen met rottende prut erin.
Nu is de wc-motmug onlangs verkozen tot insect van het jaar. De verkiezing ging tussen soorten die alle geen hoge aaibaarheidsfactor bezitten, waaronder de beverkever en de boskakkerlak, en werd ondersteund door bekende Nederlanders die als ambassadeur van hun favoriete soort optraden. Clogmia albipunctata (de wetenschappelijke naam klinkt toch een stuk minder onaangenaam dan wc-motmug) werd door Hanna Bervoets gepromoot en eindigde als de terechte winnaar. Voortaan dus niet meteen pletten alstublieft, ze doen totaal geen kwaad.
Jelle Reumer is paleontoloog. Voor Trouw bespreekt hij iedere week een dier dat het nieuws haalt.