null Beeld

Groene claimDuurzame pleisters

Een milieuvriendelijke pleister, kan dat wel?

Bij een bloedende vinger of een geschaafde knie denk je niet direct aan duurzaamheid. Bij Hansaplast claimen ze dat wel te doen, met pleisters van hernieuwbare materialen. Maar zijn die echt duurzaam?

Robin van Wechem

De green and protect-pleisters van Hansaplast zijn gemaakt van hernieuwbare grondstoffen. De ‘stof’ van de pleister is van viscose, een textielvezel op houtbasis. Het hout voor de stof en de verpakking (vrijwel volledig gemaakt van gerecycled karton) heeft het FSC-keurmerk voor verantwoord bosbeheer.

Het wondkussen is ‘volledig gemaakt van natuurlijke afgeleide vezels die biobased’ zijn. De grondstoffen voor de siliconencoating komen uit bio-methanol, een biobrandstof die uit hernieuwbare grondstoffen wordt gewonnen. Alleen de lijm is een probleem. Daar is volgens Hansaplast nog geen milieuvriendelijker alternatief voor.

Gecompenseerd met klimaatprojecten

Hansaplasts duurzaamheidsbeleid valt onder dat van moederbedrijf Beiersdorf (van Nivea en Eucerin). Beiersdorf heeft zich in 2019 aangesloten bij het UN Global Compact, een internationale coalitie van 177 bedrijven die de opwarming van de aarde willen beperken tot anderhalve graad. In 2025 wil het bedrijf de CO2-uitstoot van alle directe en indirecte activiteiten met 30 procent verminderen ten opzichte van 2018. In 2030 wil het helemaal klimaatneutraal zijn.

De fabrieken waar de Hansaplast-pleisters worden gemaakt, draaien sinds 2019 op hernieuwbare energie. De ‘onvermijdelijke uitstoot’ in het productieproces wordt gecompenseerd met klimaatprojecten. Verder moet de hoeveelheid nieuw plastic in 2025 zijn gehalveerd ten opzichte van 2019 en is het de bedoeling dat plastic verpakkingen dan voor 30 procent uit gerecycled materiaal bestaan.

Wat zit er in gewone pleisters?

De introductie van een duurzame pleister roept de vraag op wat er eigenlijk in gewone pleisters zit. Volgens Diana den Held, docent Circulaire Economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, zijn er grofweg vier soorten. “Er zijn pleisters op textielbasis, zoals katoen of bamboe. Een andere optie is op basis van plastic, zoals pvc, polyethyleen (PE) en polyurethaan (PU). Pleisters met latex zijn op hun retour vanwege de toename aan allergieën. Tenslotte zijn er pleisters op basis van siliconen, die zijn deels op aardoliebasis en ook niet biologisch afbreekbaar.”

Het vervangen van katoen of plastic door viscose is niet per se een duurzaam alternatief, vervolgt ze. “Het hangt er vanaf waar Hansaplast de viscose vandaan haalt. Alleen van fabrikant Lenzing, die het gepatenteerde tencel maakt, weten we dat het productieproces relatief milieuvriendelijk is. Nog beter zou het gebruik van linnen of vlas zijn, die weinig water en bestrijdingsmiddelen nodig hebben.”

null Beeld

Zelfs als de pleisterstof van een milieuvriendelijk materiaal zou zijn, is dat volgens Van den Held slechts een deel van het verhaal. “Een pleister bestaat uit de strip, het wondkussen en het hechtmateriaal. Als een fabrikant een van de onderdelen van een natuurlijk materiaal maakt maar de rest niet, dan spreken we van een ‘monstrueuze hybride’: een product waarvan de ‘bio’-materialen niet van de ‘techno’-materialen kunnen worden gescheiden.”

Duurzaam lokt onbedoeld een groter gebruik uit

Zolang de lijm niet duurzaam is, gaat het duurzaamheidsverhaal niet op, vindt ze. “Er zijn merken, zoals Anaé (van Ecodis) en Patch (van Nutricare) die al jaren pleisters met een natuurlijke kleeflaag op de markt brengen. Of die echt natuurlijk zijn, is lastig te achterhalen. Maar ze claimen dat het kan.”

Johan Wempe, hoogleraar bedrijfsethiek aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, wijst erop dat duurzame pleisters die slechter plakken onbedoeld een groter gebruik kunnen uitlokken. “Ook als de functionaliteit hetzelfde is, is er een kans dat mensen denken dat ze meer kunnen gebruiken omdat ze denken dat de pleisters toch wel duurzaam zijn.”

Of de groene pleister van Hansaplast een teken is dat het bedrijf het serieus meent met duurzaamheid, vindt hij lastig te zeggen. “Veel bedrijven maken een duurzaam product om in te spelen op een klantbehoefte. Ze laten de keus bij de consument, zeker omdat het duurzame product vaak duurder uitvalt. Een bedrijf kan zo’n product ook neerzetten als eerste stap in een proces van verdere verduurzaming. Daar hoort dan wel een duidelijk plan bij met expliciete duurzaamheidsdoelen.”

‘De ambitie is er’

De duurzame ambities van moederbedrijf Beiersdorf lijken experts redelijk ambitieus. Het bedrijf moet ook wel, denkt Bas Hillebrand, hoogleraar marketingmanagement en innovatie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. “Grote bedrijven liggen extra onder een vergrootglas bij actiegroepen en overheden, met name Europa. Ze worden formeel en informeel gedwongen serieuze stappen te zetten. Het is te prijzen dat Beiersdorf vrij specifieke doelen met een basisjaar formuleert. Ze leggen de streefdata ook redelijk dichtbij.”

Frank de Bakker, hoogleraar corporate social responsibility aan de IÉSEG School of Management in Lille, vraagt zich wel af of Beiersdorf de productieprocessen gaat aanpassen of grotendeels met klimaatcompensatie gaat werken. “Er zijn serieuze kanttekeningen te plaatsen bij compensatie door het planten van bomen. De effecten worden vaak overschat, de gevolgen voor de biodiversiteit blijven onderbelicht en de afstemming en samenwerking met de mensen die in de buurt wonen, gebeurt niet altijd zorgvuldig.”

Bovendien wordt de groene energie voor de productie van Beiersdorf slechts in een paar landen direct opgewekt. In Duitsland, Chili, Spanje en Portugal draaien de fabrieken op ‘eigen’ hernieuwbare energie. In andere landen wordt groene stroom ingekocht met internationale energiecertificaten. “De ambitie is er, maar over de invulling kan nog verder worden nagedacht,” zegt De Bakker.

Hij vindt het UN Global Compact een redelijk serieuze club. “De deelnemende bedrijven gebruiken wetenschappelijke doelstellingen die extern worden gecontroleerd. Tegelijkertijd lijkt het voornaamste gevolg van het niet-halen van doelen beperkt te zijn tot slechte publiciteit.” Wempe: “Het zijn de grotere en ambitieuzere bedrijven, maar ze zijn niet keihard voor elkaar.”

In de serie Groene Claim worden als duurzaam aangeprezen producten kritisch bekeken.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden