Een landgoed waar buren samen eten uit een moestuin, midden in de Randstad
Een landgoed waar buren samen eten uit een moestuin en een boomgaard? Dat kan toch niet, midden in de drukke Randstad? Toch wel - het ligt in Rijswijk.
Via Rijswijk zijn Den Haag en Delft aaneengegroeid tot een grote stad. Niet direct een plek waar je naartoe trekt om dichter bij de natuur te gaan leven en een dorpse sfeer te ervaren, zou je denken. Maar dat het kan, ook in zo’n Randstedelijke agglomeratie, bewijst het project ‘Geworteld wonen’ in de nieuwbouwwijk Rijswijk Buiten.
De buitenplaats Sion die hier in de 17de eeuw stond, vormde de inspiratie voor de huidige woonwijk. De gebouwen staan traditioneel gegroepeerd rond een hof - een fors hoofdhuis met 20 appartementen, twee boerderijen die elk vier gezinnen huisvesten, drie rijen hofwoningen, een kas en een gezamenlijke schuur. De gebouwen zijn bedekt met planken van gerecyclede kunststof en zonnepanelen, dus helemaal van deze tijd. Maar op het binnenterrein herleven oude tijden: er is een grote moestuin aangelegd, waar de bewoners dagelijks groenten en kruiden kunnen oogsten, de boomgaard zorgt voor fruit en er zijn fleurige bloemperken en royale grasvelden om ‘aangenaam te verpozen’.
Groene oase
“We hebben hier 47 woningen dus we moeten met zo’n 120, 130 mensen zijn - er zijn in totaal 38 kinderen”, rekent Ilse Duijvestijn hardop. Zij zat bij de groep bewoners die samen met architect Jeroen Simons de eerste schetsen maakte. Het was 2012, midden in de crisis. De bouw in Rijswijk Buiten haperde, er was ruimte voor nieuwe initiatieven zoals dit collectief particulier opdrachtgeverschap. “Tijdens zo’n ontwerpfase leer je elkaar al goed kennen. We wonen hier nu een jaar en het is net of je op vakantie bent. De kinderen spelen samen, iedereen helpt elkaar, we hebben een muziekgroep en ik geef yogales in de tuin.” Er zijn allerlei commissies om de gemeenschappelijke ruimte te onderhouden. “Eens in de twee weken houden we een tuinwerkdag, dan verdelen we de taken. Maar niets moet hoor, het is op basis van vrijwilligheid.”
De meeste bewoners dragen graag een steentje bij. Mark de Langen zit verderop aan een picknicktafel met buren te kletsen. “Als je hier komt wonen, moet je je er natuurlijk wel in kunnen vinden, anders word je ongelukkig.” Mark heeft al veel geleerd over fruitbomen en de moestuin. Nu is hij bezig met de brede sloot vol waterlelies die het terrein omzoomt. “We hebben al een natuurvriendelijke oever en we kijken wat we nog meer kunnen doen aan waterverbetering.” Er moet ook een steiger komen. “Kunnen we een kano aanleggen.”
‘Geworteld wonen’ is letterlijk een groene oase vergeleken met de rest van de wijk: een straat verderop staan de huizen in strakke rijen, schuttingen onttrekken de tuinen aan het oog en er zijn veel parkeerplaatsen. Het ziet er wat krap uit. Zijn er in de Warmoestuin minder huizen gebouwd? “Nee, we moesten ons hier houden aan dezelfde bebouwingsnorm: 33 woningen per hectare”, zegt architect Jeroen. Maar deze bewoners namen genoegen met minder parkeerplaatsen, ze delen auto’s. De eigen tuinen zijn klein, de rest van het groen is collectief. En natuurlijk werd door de bouw van het appartementenblok - met parkeerkelder - ruimte bespaard. “Dit is een voorbeeldproject. Het kan anders, je hoeft niet naar Overijssel voor deze woonkwaliteit.”
Vaste stek
Het vergt natuurlijk wel wat organisatie. De huizen zijn vrij te verkopen, maar nieuwe bewoners moeten wel tekenen voor de regels van de vereniging. “Grofweg zoals een vereniging van eigenaren werkt”, zegt voorzitter Joppe van Noort, die bij de groentenkas bezig is. “Maar natuurlijk wil niemand hier weg.” Architect Jeroen: “Mensen verhuizen gemiddeld iedere zeven jaar. Ik denk dat het hier veel langer zal zijn. De naam van het project zegt het al, mensen kunnen hier echt een vaste stek vinden.”
Joppe laat de schuur zien waar niet alleen de fietsen gestald kunnen worden, maar ook het gezamenlijke gereedschap bewaard wordt en geklust kan worden. Het bevordert allemaal het burencontact - de sociale cohesie, zoals dat heet. Joppe vindt het heerlijk: “Mijn dochter van 7 kan hier gewoon naar buiten rennen, iedereen kent haar en zij kent iedereen. Op ons vorige adres was dat echt niet mogelijk.”
Lees ook:
Warschau ontdekt zijn architectonische parels
Dat Warschau een lelijke stad is weet toch iedereen? Maar een jonge generatie ontdekt de schoonheid van de naoorlogse architectuur.
Ook de architect moet groen gaan denken
Architectuur draait om design en minder om duurzaamheid. Dat kan en moet anders, zegt de organisatie van de Rotterdamse biënnale. 'Architecten moeten afzien van projecten die geen rekening houden met klimaat, natuur en milieu.'