Een insect gemaakt uit 10.000 kleine foto's
Levon Biss fotografeert elk detail van een insect en bouwt het beeld opnieuw op, honderden malen groter. Het resultaat is ongekende verwondering.
Over de smaragdgroene kop van een kever scheidt een violetkleurige middenstreep de goudbruine ogen van elkaar. Zo van dichtbij op de foto aan de muur is de kenmerkende honingraatstructuur van de ogen goed te zien. Haar officiële naam, de driekleurige prachtkever (Belionota sumptuosa), doet het beest onvoldoende eer aan. De mozaïek van kleuren roept de vraag op: hoeveel schakeringen kan een insect hebben?
Het enorme beeld hangt naast een hele reeks andere exemplaren, groots op aluminium platen in het Natuurhistorisch Museum in Maastricht. Op de tentoonstelling Microsculpture zijn grote foto’s te zien van kleine beestjes. De Britse fotograaf Levon Biss zette veelal tropische insecten voor de lens.
Aan het oog van Biss ontsnapt niet het geringste detail. Elk bultje, elk haartje en elk ribbeltje staat er haarscherp op. Biss verfijnde hiervoor een techniek uit de macrofotografie: photostacking. Eerst belichtte en fotografeerde hij elk afzonderlijk onderdeel van het insect met een microscopische camera. Met die foto’s puzzelde hij het beest vervolgens weer in elkaar. Frame per frame. Een grote foto in deze tentoonstelling bestaat al gauw uit bijna 10.000 kleinere foto’s. Zo werd de hoge mate van detail verworven.
Enorme klus
‘Microsculpture’ is letterlijk beeldhouwen met foto’s. Een eindeloos en intensief proces: één foto kostte Biss drie tot vier weken tijd. Het schoonmaken van de insecten vergt soms al twee tot drie dagen, vertelt hij. “Elk onderdeel van het insect benader ik als een stilleven. Dat vergt concentratie. En die moet je weten vast te houden.”
Soms was het frustrerend en eenzaam werk, zegt hij. “Als ik een oog aan de ene kant op beeld zet, moet ik begrijpen en vooral onthouden hoe ik dat heb belicht, zodat ik het exact kan repliceren aan de andere zijde. Het grote plaatje moet kloppen. Ik was een keer twee weken aan een beeld bezig en besefte: dit zit helemaal verkeerd. Toen moest ik opnieuw beginnen.”
“Ik werk elke dag alleen in mijn studio. Het mooie is: een foto is voor altijd. En zodra het af is, vergeet je alle pijn die ermee gepaard ging bij het productieproces. Dan geniet je er alleen nog maar van. Dat jij zelf de enige bent die weet hoeveel werk er in zat, geeft een apart gevoel.”
Het internationale publiek ontving Microsculpture met groot enthousiasme. Biss’ werk zorgde ook in Denemarken, Zwitserland, Duitsland, Italië en de Verenigde Arabische Emiraten voor begeestering. Momenteel loopt de tentoonstelling ook in Houston, Texas. De fotograaf, nuchter: “Pas als de lof van het publiek je bereikt, merk je dat je iets bijzonders hebt gedaan. Maar dat heb je wel nodig, anders is het lastig om dit te blijven doen.”
Laagdrempelig
Biss maakte naam als portretfotograaf, en hij zette grote namen op beeld, met name uit de sport. De iconische sprinter Usain Bolt en voetballer Mario Balotelli, maar ook Hollywoodsterren als regisseur Quentin Tarantino en acteur Samuel L. Jackson. Een fotograaf met de statuur van Biss reist veel. Om toch wat routine in zijn leven te hebben zocht hij naar een eenvoudig en laagdrempelig foto-onderwerp.
Door de beperkte ruimte in zijn studio moest het iets kleins zijn. Toen zijn zoontje in hun achtertuin verwonderd naar een loopkever staarde, zette dat hem op een spoor. Een blik door de microscoop overdonderde hem. Nu wist Biss zeker: zijn volgende model zou een insect worden. Al snel ging hij samenwerken met het Museum of National History van de Oxford University.
Doorgaans zitten ze platgedrukt onder een oude krant, of weerhoudt hun zeurende gezoem ons van een vredige nachtrust. Of we schenken er überhaupt geen aandacht aan. We hebben een complexe relatie met insecten. Maar de beelden van Biss rukken op spectaculaire wijze een ietwat grijs gepercipieerde soort uit het onbekende. Dat was ook zijn bedoeling, zegt hij. “Die vieze, kleine, lelijke insecten zie je nu opeens in al hun glorie. Vliegt er een voorbij, dan zie je dat niet.”
De beelden hebben iets voyeuristisch. Of het nu de sinaasappelhuid van de bochelcicade (Membracis sp.) is of het naakte cactusachtige lichaam van de behaarde kruiper (Harpalus affinis).
Zo is er de Tanzaniaanse lantaarndrager (Zanna tenebrosa), met zijn hoornachtige kop, waarvan ooit werd gespeculeerd dat hij ’s nachts licht geeft. Hij lijkt weggelopen uit een fantasiewereld. Over het gladde borststuk lopen dwarsaderen, zijn kop is gehuld in luipaardmotief. En alsof zijn gedaante nog niet extravagant genoeg is, vervagen zijn kleuren langzaam naar de vleugels toe. Een fluwelen beest, dat je haast zou willen aaien.
Mega-insect
De grote afmetingen van de afbeeldingen zijn volgens Biss de sleutel tot het succes van Microsculpture. Hij vindt het omdraaien van die rollen een bijzonder gegeven. “De relatie die je met de insecten ontwikkelt is heel anders. We zijn het gewend dat we veel groter zijn dan zij. Maar draai je het om, dan is er een andere appreciatie voor hen. Het idee dat een vijf millimeter groot insect plots drie meter lang is, doet iets met ons.
“Het is een totaal andere, misschien zelfs meer bijzondere ervaring dan een levensecht rondkruipend insect. Je kan jezelf haast letterlijk aan hen spiegelen. Het geeft hen op een bepaalde manier persoonlijkheid. Door de fijnste details leer je ze kennen. Ik durf zelfs te zeggen: appreciëren.”
Verwondering is een belangrijk thema voor Biss. We moeten meer leren kijken als kinderen, vindt hij. Hij omschrijft zijn werk als een viering van de soort, en van de evolutie. “Het ontsluiert wat je doorgaans niet weet of wat je niet ziet. Alleen al de duizelingwekkende variatie. Je krijgt het zelf niet bedacht.”
De tentoonstelling Microsculpture is tot 21 april te zien in het Natuurhistorisch Museum in Maastricht, De Bosquetplein 7. Het museum is open van dinsdag tot vrijdag (11-17 uur) en zaterdag en zondag (13-17 uur).
Het werk van Biss is online te vinden op http://microsculpture.net/
Lees ook:
De Caravaggio-tentoonstelling in Utrecht is indrukwekkend, maar had duidelijker gekund
Met zestig bruiklenen uit de hele wereld is de tentoonstelling over Caravaggio en de Utrechtse Caravaggisten in het Centraal Museum in Utrecht een indrukwekkende belevenis. Al is het er wel dringen geblazen.
Da Vinci tentoonstelling Haarlem publiekstrekker
Hij is vermoedelijk de bekendste kunstenaar aller tijden: Leonardo da Vinci (1452-1519), de eerste renaissanceschilder die ‘echte’ mensen met echte emoties gebruikte voor zijn bijbelse taferelen. De aan hem gewijde tentoonstelling in het Teylers Museum in Haarlem, die maandag haar deuren sloot, bleek dan ook een publiekstrekker van formaat.