InterviewWethouder Jan Pieter van der Schans
Ede komt met tijdelijk eigen stikstofbeleid: ‘Niet wachten tot licht begint te schijnen in Den Haag’
Een beperkt aantal boeren in Ede kan wat de gemeente betreft uitbreiden, mits hun stikstofuitstoot daarbij substantieel omlaaggaat. Maar kan dat zomaar?
De gemeente Ede wil uitbreiding van een aantal boerenbedrijven mogelijk maken, onder de voorwaarde dat een ondernemer flink investeert in stikstofreductie. De uitstoot van een melkveebedrijf moet met 30 procent omlaag, bij intensieve veehouderijen (kippen, varkens of kalveren) geldt een percentage van 40.
De stap van de Gelderse gemeente is opmerkelijk; het is ongebruikelijk dat gemeenten een eigen stikstofbeleid ontwikkelen. Een gemeente stelt via het bestemmingsplan voorwaarden aan agrarische bedrijven, maar het is juist de provincie die over de natuurvergunning - en daarmee de stikstofuitstoot - van boeren gaat. Wethouder Jan Pieter van der Schans (CDA) geeft uitleg.
Waarom doen jullie dit als gemeente?
“In het debat over stikstof gaat het vaak over boeren die stoppen. Maar er is ook een groep die wél door wil. We hebben hier in de Gelderse Vallei te maken gehad met een intensivering en concentratie van bedrijven. Dat is niet meer houdbaar. Maar we hebben in Ede óók meer boeren in de leeftijdsgroep van 60 tot 80 dan in de groep van 20 tot 40. De groep die wil blijven, willen we ook de ruimte geven voor een toekomstbestendig bedrijf.”
Gaan jullie hier wel over? Of lopen bedrijven het risico dat ze bij de provincie alsnog geen vergunning krijgen?
“We sluiten hiermee aan bij het stikstofbeleid van de provincie. Zo zijn er bedrijven die ruimte in hun natuurvergunning hebben, maar alleen kunnen uitbreiden als we als gemeente het bestemmingsplan wijzigen. In dat geval staan we dus slechts een uitbreiding toe als de totale uitstoot fors naar beneden gaat.
“We hebben zo’n twintig verzoeken op de plank liggen. Niet iedereen komt in aanmerking. Boeren binnen 500 meter van de natuur krijgen geen toestemming. We willen juist voorkomen dat wij planologisch meewerken, en dat een bedrijf dan uiteindelijk toch niet houdbaar blijkt vanwege strengere stikstofnormen. En we willen aan de slag: niet eindeloos blijven wachten tot het licht gaat schijnen in Den Haag.
“Uiteindelijk verwachten we dat dit bij zo’n acht à twaalf bedrijven een oplossing kan zijn. We willen wel voorkomen dat boeren die nu bijvoorbeeld hun uitstoot met de helft verminderen dat straks nóg een keer moeten doen, mocht er een landelijke maatregel komen. En andersom willen we voorkomen dat de stikstofruimte die een boer reduceert alsnog beschikbaar blijft, en bijvoorbeeld aan een andere boer kan worden doorverkocht. Hoe dat precies kan, zijn we nu aan het uitzoeken.”
Nieuwe stalsystemen blijken volgens diverse onderzoeken minder goed te werken dan verwacht. Gaan jullie er toch van uit dat die doen wat ze beloven?
“Het is ook niet terecht om te doen alsof er helemaal niets werkt. De grootste twijfels zijn er bij melkveestallen; we hebben hier vooral met pluimvee en kalveren te maken. Daarbij is die 40 procent ook een ondergrens: we schrijven de best beschikbare techniek voor. Die zal in sommige gevallen meer stikstofreductie opleveren dan 40 procent. Dat levert ook een buffer op voor als een systeem toch minder werkt dan gedacht.”
Lees ook:
Gelderland heeft stikstofplannen landelijk gebied niet op 1 juli klaar
Gelderland heeft het Provinciaal Programma Landelijk Gebied, waar het stikstofbeleid deel van uitmaakt, niet op 1 juli klaar. Natuurminister Christianne van der Wal wil op 1 juli van alle provincies weten hoe de plannen voor het landelijk gebied, inclusief de voorgenomen stikstofbeperking, er op hoofdlijnen uit gaan zien.