Jelles WeekdierZoetwaterslakjes
Dubbel slecht nieuws voor kleine slakjes
Wanneer ik schrijf dat in de ecologie alles met alles samenhangt, is dat geen nieuws. Wanneer in een goed functionerend ecosysteem ‘iemand’ ergens op een fictieve knop drukt, kan er een heel stuk verderop in de keten een ramp gebeuren. Zo’n imaginaire knop kan het verdwijnen van een roofdier zijn, de introductie van een exoot, een al dan niet plotselinge vervuiling, of een pandemische infectie.
Een goed voorbeeld van zo’n effect was deze week te lezen op de website naturetoday.com, waar onderzoekers van de Stichting Anemoon alarm sloegen over de teloorgang van twee zeldzame zoetwaterslakjes, de platte schijfhoren en de kleverige poelslak. Terzijde: soorten worden op de website met hoofdletters geschreven: Platte schijfhoren en Kleverige poelslak. Sommige auteurs hebben een voorkeur voor volksnamen met een hoofdletter: Koolmees, Blankvoorn, Madeliefje. Anderen, mijzelf incluis, doen dat liever niet. Het is een keuze.
Vraat- en graafzucht van de Amerikaanse rivierkreeft
De beide slakkensoorten lijden onder de enorme toename in het binnenwater van de rode Amerikaanse rivierkreeft. Die exoten hebben in ons land hun Europese neef tot de rand van de afgrond gebracht, maar daar blijft het niet bij. Met hun vraat- en graafzucht ondermijnen ze letterlijk oevers en figuurlijk het ecosysteem. Ze worden daarbij eigenaardigerwijs geholpen door het zogeheten schoningsbeheer waarbij sloten worden geschoond, dat wil zeggen: ontdaan van alle waterplanten om de doorstroming te bevorderen.
Het effect daarvan is dat er voor de hongerige rivierkreeften zo weinig voedsel overblijft, dat ze de laatste restjes ook nog wegknagen. Wanneer een sloot gefaseerd wordt geschoond, blijft er altijd genoeg vegetatie over waarin ook de slakjes zich kunnen handhaven en de biodiversiteit intact blijft.
De platte schijfhoren, Anisus vorticulus, is een beschermde soort en om die reden wordt hij gemonitord; de kleverige poelslak profiteert daar van mee, want die wordt en passant ook in de gaten gehouden. De platte schijfhoren is een minuscuul, hooguit zes millimeter klein, fragiel ogend slakje. Er zijn een vijf- of zestal windingen die min of meer in één vlak liggen – het slakkenhuisje ziet er daardoor uit als een miniatuur-ammonietje.
Zo'n onooglijk slakje heeft evengoed een intrinsiek recht om te bestaan
De diertjes leven bij voorkeur op waterplanten. Krabbenscheer is daarbij favoriet. Dat zijn stekelige, Bromelia-achtige waterplanten die drijvende velden kunnen vormen, maar die bij rigoureus schonen met slakjes en al worden verwijderd. Wat er dan nog overblijft, valt ten prooi aan de eetlust van de rode Amerikanen.
Het slakje is zeldzaam en kwetsbaar; hij komt in ons land voornamelijk voor in de veengebieden en prefereert helder, voedselarm water met een goede onderwaterflora. Maar die flora moet ook weer niet overdreven zijn, want bijvoorbeeld de hier en daar woekerende grote waternavel heeft ook een negatieve invloed op de slakjes. Ook eutrofiëring, de toename van voedselrijkdom in het water, is slecht. Het luistert allemaal nauw. Op de combinatie van een invasieve vraatzuchtige zoetwaterkreeft, een invasieve woekerende moerasplant, een door bemesting toenemende voedselrijkdom van het slootwater en een onhandig uitgevoerd schoningsbeheer is de arme platte schijfhoren niet berekend. Zo’n klein, onooglijk en kwetsbaar slakje. Het is geen charismatische neushoorn of reuzenpanda, maar evengoed een soort met een intrinsiek recht om te bestaan.
Jelle Reumer is paleontoloog. Voor Trouw bespreekt hij iedere week een dier dat het nieuws haalt.