De Waalbrug bij Nijmegen. Bij droogte kan het scheepvaartverkeer hinder ondervinden door de lage waterstand in de grote rivieren.

InterviewWaterbeleid

‘Door het water kunnen we in een stikstofachtige situatie terecht komen’

De Waalbrug bij Nijmegen. Bij droogte kan het scheepvaartverkeer hinder ondervinden door de lage waterstand in de grote rivieren.Beeld ANP / Rob Engelaar

Om de afspraken over voldoende schoon water na te komen zijn strengere regels nodig, adviseert een adviesraad aan het kabinet. Voorzitter Jan Jaap de Graeff en raadslid Karin Sluis leggen uit hoe en waarom.

Onno Havermans

Al in 2000 spraken de lidstaten van de Europese Unie met elkaar af de kwaliteit van het water in Europa te verbeteren. De deadline van 2015 voor de zogeheten Kaderrichtlijn Water (KRW) is meerdere keren uitgesteld tot uiteindelijk 2027. Maar ook dat gaat Nederland niet halen, waarschuwt de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli), die het kabinet adviseert om dwingende maatregelen te nemen.

In het grond- en oppervlaktewater zitten nog teveel mest- en chemische stoffen, de natuurlijke watersystemen zijn nog onvoldoende hersteld en er is nog te weinig gedaan om een tekort aan water in periodes van droogte te beperken. Hierdoor kan onherstelbare schade aan de natuur ontstaan en de winning van drinkwater bemoeilijkt worden. Boeren die hun akkers willen besproeien en de (levensmiddelen)industrie kunnen in problemen komen.

Daarbij kan de Europese Commissie boetes opleggen aan landen die de KRW-afspraken niet nakomen. Bovendien dreigt Nederland opnieuw economisch op slot te gaan, waarschuwt de Rli, doordat industriële lozingen op het oppervlaktewater en onttrekking van grondwater voor de landbouw door de rechter worden stilgelegd.

Nederland is nog altijd niet doordrongen van de ernst van de situatie, stelt de Rli vast. Het waterbeleid is te vrijblijvend en de verschillende overheden zijn niet doortastend genoeg. Dat moet echt anders, zeggen Rli-voorzitter Jan Jaap de Graeff en raadslid Karin Sluis.

Uw analyse is gedetailleerd en uw advies is hard en stellig. Waarom?

De Graeff: “We zijn niet op alle punten hard, want er gebeuren heus wel goede dingen in het waterbeleid. Maar op twee punten zijn we wel stellig: het schiet niet op met de waterkwaliteit in Nederland, en daardoor kunnen we in een stikstofachtige situatie terecht komen. Met het ingezette waterbeleid gaan we de KRW-doelen niet halen in 2027, en ook niet daarna.

“Wij varen daarin scherper aan de wind dan de minister (Mark Harbers, van infrastructuur en waterstaat, red.), die in een Kamerbrief uit april schrijft dat we het misschien nog halen als we alles op alles zetten. Daarin noemt hij ook een extra impulsprogramma, waarvoor nog geen maatregelen zijn genomen, dus wij denken dat hij ons advies goed kan gebruiken.”

Water- en bodemsturend is het nieuwe uitgangspunt voor de inrichting van het landschap, maar u noemt dit te weinig concreet. Hoezo?

De Graeff: “We moeten af van de vrijblijvendheid en een aantal zaken wettelijk gaan regelen. Het moet dwingender. Het waterbeleid is niet alleen van het ministerie van infrastructuur en waterstaat, daarom richten we ons advies ook aan de ministers van natuur, landbouw en ruimtelijke ordening. Dat Nederland de KRW-doelen moet halen, gaat het hele kabinet aan.”

Karin Sluis, lid van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. Beeld Fred Ernst
Karin Sluis, lid van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.Beeld Fred Ernst

Sluis: “Aanscherping van de regels is bijvoorbeeld ook nodig voor het oppompen van water. Zo adviseren wij een vergunningplicht voor het oppompen van beregeningswater in de landbouw, en een meldingsplicht voor kleine onttrekkingen. Daarmee kun je de hoeveelheden grondwater die worden opgepompt in kaart brengen en indien nodig beperken.”

U constateert een gebrek aan urgentie in het waterbeleid. Maar de kwaliteit van het water is toch al enorm verbeterd?

De Graeff: “Dat klopt. Ik kan tegenwoordig zwemmen in de Witte Singel in Leiden, waar ik woon. En dat kan in heel veel wateren waarin dat voorheen echt niet kon. De kwaliteit van het water in rivieren, meren, sloten en grachten is erg veel verbeterd door zuiveringsinstallaties vanaf de jaren zeventig en strenge eisen aan lozingen van de industrie op het oppervlaktewater.

“Dat is goed nieuws, maar tegelijk ook slecht nieuws. Er is een gevoel ontstaan van ‘we zijn er wel’. Terwijl we nog steeds te maken hebben met grote concentraties chemische stoffen en meststoffen in het water, en in droge periodes ontstaat er snel een gebrek aan water. Het is een sluipend proces.

“Een nieuw probleem vormen de zogeheten opkomende stoffen, nieuwe chemische verbindingen waar nog geen normen voor zijn en waarvan nog niet bekend is hoe schadelijk ze zijn. Zoals pfas. Dat zit nu overal, en dat hebben we niet in gaten gehad. Dit alles kan zorgen voor problemen met de volksgezondheid, met de beschikbaarheid van water voor de landbouw en met de biodiversiteit.

“In de waarneming van veel mensen zijn die problemen nog minder aanwezig. Vergelijk het met de risico’s van broeikasgassen en de opwarming van de aarde. Dat weten we al vrij lang, maar pas sinds een jaar of tien is iedereen ervan doordrongen. Pas als het rijkelijk laat is, komen we in actie.”

Waarom halen we de doelen niet?

“Driekwart van het oppervlaktewater overschrijdt de normen voor een of meer vervuilende stoffen. En in 90 procent van de wateren is de ecologische kwaliteit onvoldoende. In 40 procent van de natuurgebieden die gevoelig zijn voor verdroging is de grondwaterstand te laag en bij meer dan de helft van de grondwaterwinningen voor drinkwater is de kwaliteit niet goed genoeg.

“En het is geen geïsoleerd probleem. We moeten dit aanpakken in samenhang en tegelijk met andere problemen rond natuur en klimaat. Dus in de gebiedsplannen voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied: daar moeten we ons niet alleen richten op stikstof. De politieke aandacht is nu sterk op stikstof gericht, maar een brede aanpak is nodig. Dit programma landelijk gebied stelt doelen voor water (2027, red.), natuur (2030) en klimaat (2035). Maar de meeste maatregelen moeten nog worden bepaald en uitgevoerd, en dat kost zoveel tijd dat in elk geval de waterdoelen niet op tijd zullen worden gehaald.”

Voorzitter Jan Jaap de Graeff van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur. Beeld Fred Ernst
Voorzitter Jan Jaap de Graeff van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur.Beeld Fred Ernst

Sluis: “Het kabinet moet het waterbeleid in een integrale aanpak verankeren. Zo is de mestwetgeving nu alleen gericht op risico’s voor het drinkwater, en niet op het grond- en het oppervlaktewater. Stem die wetgeving af op de Europese eisen aan de waterkwaliteit. Beter in een keer goed dan nu op één spoor door te gaan en te wachten op nieuwe problemen.”

Wat is de watertoets, die volgens uw advies een belangrijke rol moet vervullen moet in de nieuwe Omgevingswet?

De Graeff: “De watertoets bestaat al twintig jaar, om de gevolgen van ruimtelijke plannen mee te wegen, aanvankelijk alleen gericht op kwantiteit maar inmiddels ook op kwaliteit. Wij vinden dat ook deze toets dwingender moet om de KRW-doelen te halen. Als er verslechtering optreedt ten opzichte van de bestaande situatie, moet een plan geen doorgang kunnen vinden.”

Het RIVM voorspelde eerder dit jaar dat er tussen nu en 2030 een drinkwatertekort kan ontstaan. De drinkwaterbedrijven waarschuwen daar al langer voor. Wat moet er gebeuren?

Sluis: “De provincies gaan grondwaterplafonds instellen. Daarvoor is een een waterbalans nodig, van wat erin komt en wat eruit gaat. Vooral dat laatste is belangrijk: we moeten veel beter in kaart brengen wat eruit gaat. Vandaar de vergunning- en meldingsplicht die wij adviseren voor onttrekkingen aan het grondwater. Want het is cruciaal om te weten wat je hebt.”

Betekent een vergunningplicht ook dat boeren in bijvoorbeeld de Peel bepaalde gewassen niet meer mogen telen omdat ze ‘waterintensief’ zijn, zoals graszoden en bloembollen?

De Graeff: “Wij bepleiten een systeem waarin grote onttrekkingen vergunningplichtig zijn, en in een situatie van watertekort alle onttrekkingen. Voor het overige moet er altijd een meldingsplicht zijn. Het is geen taak van de overheid om te zeggen welke teelt is toegestaan en welke niet. Maar de overheid kan wel randvoorwaarden stellen, ze moet er immers op letten hoeveel water er beschikbaar is om te kunnen boeren met toekomst.”

Lees ook:

Landbouwlobby liet maatregelen uit nieuw waterbeleid van het Rijk afzwakken

Het nieuwe waterbeleid, dat is bedoeld om zuiniger om te gaan met water en bodem, is aangepast op aandringen van de landbouwlobby. Dat blijkt uit vertrouwelijke stukken.

Hoe maken Noord-Brabant en Limburg het hoogveen van de Peel weer nat?

Grondwater speelt een belangrijke rol bij de provinciale verkiezingen in Noord-Brabant en Limburg. Beide provincies én de twee waterschappen willen meer water vasthouden. Maar gebeurt dat ook echt?

‘Zekerheid dat er altijd drinkwater is staat onder druk’

Waterbedrijf Vitens heeft voor het eerst drinkwateraanvragen moeten weigeren. De leveringszekerheid staat onder druk, waarschuwt directeur Jelle Hannema.

Zware metalen, bestrijdingsmiddelen, pfas; de kwaliteit van ons water is een tikkende tijdbom

Nederland scoort slecht in een vers rapport over de waterkwaliteit in de stroomgebieden van Europese rivieren. Door te veel uitstel dreigt Nederland de eigen doelen van de Kaderrichtlijn Water niet te halen, waarmee een nieuwe crisis zich aandient.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden