Wie kent ze niet: de ‘buitenbeentjes’, 35 procent-stickers en ‘verspil-mij-nietjes’. Supermarkten bedenken steeds meer om voedselverspilling tegen te gaan, maar is het genoeg? Wageningen Universiteit analyseerde nieuwe cijfers.
Hij gaat altijd met een boodschappenlijstje naar de supermarkt. Zo koop je op maat. En thuis met het gezin staan standaard twee restjesdagen op het weekmenu. Het zijn tips uit de losse pols en al lang een gewoonte van Toine Timmermans, voedselverspillingsexpert bij Wageningen University & Research (WUR). Timmermans is ook directeur van de stichting Samen Tegen Voedselverspilling, een club van onder andere bedrijven, die een grotere missie heeft: “We willen verspilling in de hele keten halveren in uiterlijk 2030. Dat betekent in Nederland jaarlijks 1 miljard kg minder voedselverspilling – dus van consumenten, supermarkten, horeca en catering, boeren, tuinders en fabrikanten.”
Het doel de verspilling te halveren – vergeleken met 2015 – komt van de Verenigde Naties en is onderschreven door de landbouwministers van de Europese Unie. Cijfers moeten daarbij helpen, stelt Timmermans. “Transparantie creëren en laten zien hoe de norm verbetert, is een sleutel. De supermarkten zijn de eerste die met ons hun data hebben gedeeld. Ze zijn de eerste die dat durven.” Nadrukkelijk gebruikt hij het woord ‘durven’ omdat we het met z’n allen – consumenten en bedrijven – liever niet hebben over afval en verspilling, ziet Timmermans. Dat roept vragen op als hoe komt het en wie nu eigenlijk verantwoordelijk is. Het is meestal meer dan gedacht, een blik in de koelkast en voorraadkast toont dat vaak al aan.
Juiste trend
In 2018 kwamen de grote supermarkten (AH, Jumbo, Lidl, PLUS en Aldi) voor het eerst met cijfers. In 2020 volgde een tweede ronde. Die data zijn geanalyseerd door de samenwerkende partijen het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Samen Tegen Voedselverspilling en WUR en onlangs bekendgemaakt. Wat bleek? Van alle voedsel in supermarkten is in 2020 1,6 procent verspild, dat wil zeggen niet in de winkelmand van de consument terechtgekomen. Dat is minder dan in 2018, 3,6 procent minder om precies te zijn. Of hiermee de juiste trend is gezet om de voedselverspilling in 2030 met 50 procent te verminderen, vindt Timmermans moeilijk te zeggen: “2020 was het eerste coronajaar. In een normaal jaar was de daling waarschijnlijk veel groter geweest. Ketens waren nu verstoord en de vraag was veranderlijk. Voedselverspilling ontstaat wanneer je vraag en aanbod niet met elkaar kunt rijmen.”
Brood en banket dragen met ruim 35 procent het meeste bij aan de totale verspilling. Gevolgd door aardappels, groente en fruit en daarna andere verse en houdbare producten waarop meer acties waren ingezet. Van alle supermarkten gezamenlijk gaan nu elke dag 300.000 broden retour naar de bakkerijen. Die broden worden verwerkt tot veevoer. Maar juist nu, in de discussie rond de stijging van graan- en energieprijzen, klinkt het niet logisch hoge kwaliteit bakgraan te gebruiken voor diervoer. Timmermans ziet bijvoorbeeld een oplossing in vriesvers brood: “Thuis vriezen we massaal brood in, maar in de supermarkt zie je het niet. Terwijl het dé manier is om te zorgen dat er altijd brood is. Een experiment in samenwerking met de Jumbo in Wageningen leverde tevreden klanten op en 60 procent minder retourbrood.”
Bestelagoritmes
Een mooie winkel met volle schappen vinden consumenten aantrekkelijk. Toch komen winkels met steeds meer initiatieven om het anders te doen (zie ook kader). Bijvoorbeeld door het aanprijzen, steeds nadrukkelijker, van producten die de houdbaarheidsdatum naderen. Of door groente en fruit dat wat rijper is of niet wondermooi voor een spotprijsje aan te bieden. Het gebruik van slimme bestelalgoritmes voor een betere inschatting van de verwachte verkoop neemt toe. Verder zijn er samenwerkingen met Too Good To Go, een app waarmee restanten van lokale restaurants, supermarkten en warme bakkers voor een lage prijs in de verkoop gaan. Wat betreft consumenten: een flink deel blijkt een hardnekkige gewoonte te hebben altijd te veel in huis te willen hebben. Om gastvrij te zijn en ‘voor het geval dat’. En die willen graag nog vers brood als ze om zes uur ’s avonds de supermarkt binnen snellen.
De verspilling is niet alleen zonde van het eindproduct, óók van de gebruikte grondstoffen, land, water, arbeid en energie voor de productie – die bovendien gepaard gaat met uitstoot van broeikasgassen. “Voorkomen is altijd het beste. Het gaat om die stap ervoor: op maat kopen. Bijvoorbeeld door altijd je voorraad te checken voordat je boodschappen gaat doen (mét lijstje), een kliekjesdag in te voeren en het verschil te kennen tussen een TGT (te gebruiken tot)- en THT (ten minste houdbaar tot)-datum.”
Onderwijs
Het is de vraag hoe ver de keuzemogelijkheden moeten gaan en wie uiteindelijk verantwoordelijk is voor de verspilling. Timmermans: “Supermarkten hebben een enorme invloed op het gedrag van consumenten. Maar we zijn samen verantwoordelijk. De overheid moet een aandeel leveren in de regelgeving. Zo wordt nu gestimuleerd minder kunststof verpakkingen te gebruiken, wat op zich een goede zaak is. Maar er is een groot risico dat dit een averechts effect heeft op het tegengaan van de voedselverspilling omdat er dan weer grotere porties komen en producten minder goed houdbaar zijn. Ook het onderwijs speelt een belangrijke rol door de waarde van voedsel en de relatie tussen ons voedselsysteem en de klimaatverandering in het licht te zetten. En dat gebeurt al.”
Een groot deel van de oplossing ligt bij minder produceren. “De acties om de verspilling in de supermarkten te verminderen zijn prachtig, nu moeten ze hun verantwoordelijkheid breder gaan nemen. En samen met de levensmiddelenproducenten, telers en boeren rond de tafel zitten en inzetten op totaaloplossingen. Zodat alles wat wordt geproduceerd een goede bestemming krijgt. Dus óók die tomaten met dat vlekje erop van de Hollandse teler kopen, en bijvoorbeeld in sauzen en soepen laten verwerken. Nu worden dat soort tomaten apart en goedkoper ingekocht in een Zuid-Europees land. Dit nieuwe model – om die tomaten wel in Nederland te kopen – zijn supermarkten steeds meer aan het verkennen.”
Timmermans is dan ook hoopvol voor 2030. Maar hij zoekt nog naar de beste manier om het helder en simpel aan de man te brengen. Iedereen wil op zich verspillingsvrij worden en toch wordt dat niet vaak in verband gebracht met wat er tegen klimaatverandering te doen is. Over zonnepanelen en elektrische auto’s praten we graag, over voedselverspilling niet, constateert hij. Terwijl dat aanpakken één van de belangrijkste dingen is om te doen tegen klimaatverandering en biodiversiteitsverlies.
Wat doen grote supermarktketens tegen voedselverspilling? Een greep uit hun initiatieven.
Albert Heijn
Via een app zijn ‘Overblijvers’ te reserveren, een tasje gevuld met producten waarvan de houdbaarheidsdatum nadert of die aan het einde van de dag overblijven. Ook is er het ‘Verspil-me-niet’ zakje in de winkels voor 1 euro, gevuld met groente en fruit dat wat rijper is of een plekje heeft. Getest wordt met dynamisch afprijzen van verse producten. Het verschil met de 35 procent-sticker: de percentages worden hoger naarmate de dag vordert (tot 70 procent korting) en zichtbaar op het elektronische prijslabel.
PLUS
Overgebleven verse producten kunnen via de app van Too Good To Go voor een lage prijs worden gekocht. Ook in de winkel worden producten afgeprijsd tegen het einde van de houdbaarheidsdatum. Verder werkt PLUS samen met VoedselSurplus waarmee voedseloverschotten worden gedoneerd aan sociale instellingen in de stad.
Lidl
‘Verspil mij niet’-artikelen liggen in het schap tegen een zeer lage prijs (25 of 50 cent) op de laatste dag van houdbaarheid. Ook is er een samenwerking met Too Good To Go en wordt met het Louis Bolk instituut (kennisinstituut voor duurzame landbouw, voeding en gezondheid) onderzocht welke dieren gevoerd kunnen worden met reststromen van Lidl. Dat gebeurt al met oud brood in voer voor kippen die hun eieren leveren.
Jumbo
In het ‘Samen minder verspillen’-schap liggen sterk afgeprijsde versproducten tegen de houdbaarheidsdatum. Met ‘Brood van Brood’ wordt niet-verkocht brood verkruimeld en samengevoegd met water en een desemcultuur voor nieuw voordeeg. De schillen van (in de winkel) versgeperste sinaasappels worden bewaard en met de etherische oliën worden ‘Van Schil tot Schoon’ reinigingsproducten gemaakt.
Voor alle supermarkten geldt dat ze bewuster inkopen, samenwerken met voedselbanken en zijn aangesloten bij Samen Tegen Voedselverspilling.
Lees ook:
Verspilling voorkomen? ‘Afprijzen werkt beter dan weggeven’
De Nederlander verspilt nog altijd ruim honderd kilo voedsel per jaar. Helpt het om producten tegen het einde van hun houdbaarheid tegen bodemprijzen te verkopen?