InterviewBiodiversiteit
Dit zonnepark wordt een bloeiende bijenweide
Zonneparkenbouwer SolarEnergyworks maakt zijn zonneparken geschikt als leefomgeving voor honingbijen, wilde bijen en andere insecten. De Nederlandse Bijenhoudersvereniging en plaatselijke imkers werken eraan mee. Almelo heeft de primeur.
Als de Almelose imker Michiel Backx (40) over de Almeloseweg naar Vriezenveen rijdt, ziet hij hoe even na de kruising met de Aadijk de bulldozers het verrommelde weidelandschap aan zijn linkerhand geleidelijk opnieuw vormgeven. Waar ze klaar zijn, strekt zich, glad als een biljartlaken, de verse bruine aarde over hectares uit, omgeven en doorsneden door vers aangelegde sloten en vaarten. “Vakwerk”, vindt hij die bijna mathematische herinrichting.
Maar als bijenhouder kijkt hij vooral uit naar het eindresultaat: het zonnepark Aadijk. Daar zullen hij en twee collega-imkers van de plaatselijke bijenhoudersvereniging ’t Iemenschoer hun bijenvolken huisvesten. “We zetten om te beginnen ieder vier bijenkasten neer. Elke kast biedt plaats aan ongeveer 80.000 honingbijen. Dat zijn bij elkaar bijna een miljoen bijen. Dit zonnepark wordt bovendien zo ingericht dat het ook aantrekkelijk is voor andere insecten, zoals vlinders, hommels en wilde bijen. Die trekken op hun beurt weer vogels, vleermuizen en andere dieren aan. Daarmee krijgt niet alleen de bijenstand een enorme boost, maar de hele natuur in dit gebied. Voor mij een belangrijke reden om mee te doen.”
Twee vliegen
Het idee om van zonneweides een toevluchtsoord voor honingbijen en andere insecten te maken, komt uit de koker van Johan Overtoom, communicatieman van de in Utrecht gevestigde projectontwikkelaar SolarEnergyWorks, een bedrijf dat in het hele land zonneparken aanlegt, vooral op ongebruikte landbouwgronden in het buitengebied. Het combineren van parken met zonnepanelen en een bijenhouderij komt niet alleen voort uit de oprechte betrokkenheid met de natuur en het milieu – “dat is wel echt zo, we zitten uit overtuiging in de duurzame energie”– maar is ook een kwestie van welbegrepen eigenbelang, erkent Overtoom.
“Niet iedereen kan de vestiging van een zonnepark in zijn buurt waarderen. Omwonenden vrezen soms dat het hun uitzicht verpest of de aanblik van het landschap aantast. Om die weerstand weg te nemen, besteden we altijd veel aandacht aan de landschappelijke inpassing van onze parken. We werken daartoe samen met gerenommeerde landschapsarchitecten. Met het inrichten van onze zonneparken als toevluchtsoord voor bijen en andere insecten slaan we twee vliegen in een klap: niet alleen dragen we bij aan het verbeteren van de bijenstand en het behoud van de biodiversiteit, ook denken we zo het voor ons belangrijke maatschappelijke draagvlak voor onze zonneparken te vergroten.”
Schoolklassen
Om dit idee handen en voeten te geven werkt SolarEnergyWorks dus samen met de Nederlandse Bijenhouders Vereniging (NBV), waarbij ongeveer 80 procent van de circa 10.000 Nederlandse imkers is aangesloten. Het bedrijf heeft zich niet alleen verplicht zijn zonneweides zodanig in te richten en te beheren dat ze honingbijen en andere insecten een goede leefomgeving bieden, maar bekostigt ook de bouw van bijenstallen waar de plaatselijke imkers hun kasten kunnen onderbrengen. En ze plaatsen informatieborden over de bijenhouderij en het belang van bijen en andere insecten voor het behoud van de biodiversiteit.
“Voor ons biedt dit een kans die we móéten grijpen om de bijenstand te stimuleren”, zegt Frank Moens van de NBV. “Met elke bijdrage aan de noodzakelijke verbetering van de leefomgeving van bijen zijn wij blij.”
De zonneparken krijgen ook een educatieve functie, vertelt hij. “Inmiddels is wel algemeen bekend dat bijen en andere insecten het moeilijk hebben. Veel mensen vinden dat terecht verontrustend, omdat insecten onmisbaar zijn voor de bestuiving van onze groenten en fruit. De interesse voor bestuivers is dan ook groot. Daar willen we op inspelen door op een aantal zonneparken ook schuurtjes te bouwen waar bijvoorbeeld schoolklassen les kunnen krijgen over de bijenhouderij en de rol van insecten in ons milieu.”
Bloemen
Heel erg ingewikkeld is het geschikt maken van de zonneparken voor bijen niet, zegt Moens. “Welnee! Het grootste probleem in Nederland voor bijen en andere insecten is dat er te weinig bloemen zijn. Daar gaan we wat aan doen door eenmalig langs de randen van het terrein en tussen de zonnepanelen een mengsel van bloemrijke planten te zaaien. Dat is altijd een specifiek, per locatie verschillend mengsel, dat is afgestemd op de grondsoort. Streekgebonden planten met bloemen die in het gebied horen, zonder rare exoten. Daarna is het een kwestie van verstandig beheer, want er zal af en toe ook gemaaid moeten worden. Rond het park komt vervolgens een houtwal of een haag waarin insecten, maar ook vogels en kleine zoogdieren zich thuisvoelen. In de beslotenheid van het zonnepark kan het dierenleven zich in alle rust ontplooien, omdat het gebied, dat bovendien omgeven is door een sloot, alleen toegankelijk is voor de imkers.”
Overigens zullen soms aanvullende maatregelen nodig zijn om het zaaisel de kans te geven op te schieten. “Nogal wat zonneparken liggen in overbemeste weilanden, waar bloemen het risico lopen onder een weelderige grasmat te verdwijnen. Daar zullen we de grond moeten verschralen om de bloemen een kans te geven. Het kan tijd kosten voor dat het gewenste resultaat heeft. Maar na verloop van tijd zal de grond die jaren niet meer gebruikt wordt voor intensieve landbouw, er alleen maar beter van worden.”
Spic en span
SolarEnergyWorks legt zijn zonneparken aan voor een periode van maximaal dertig jaar. “We willen in die periode vooral een bijdrage leveren aan de noodzakelijke energietransitie”, zegt woordvoerder Overtoom. “Hoe het Nederlandse energielandschap er daarna uitziet, weet niemand. Hoe dan ook verplichten we ons om de grond onder het zonnepark aan het einde van die periode weer spic en span op te leveren, zodat het gebied geschikt is voor woningbouw, natuurontwikkeling of wellicht toch weer landbouw.”
De tijdshorizon van imker Michiel Backx ligt dichterbij. Hij kijkt vooral uit naar zijn eerste eigen honingoogst. “Als het een beetje meezit, kunnen we volgend voorjaar al de eerste honing van dit zonnepark op de markt brengen. Daar gaan we echt een merk van maken, met een klinkende naam en in een mooie verpakking. En dat gaan we dan in winkels in Almelo en omgeving verkopen. Honing van zonnepark Aadijk geeft de mensen straks energie. Zoals de zonnecellen huizen en gebouwen energie geven. Dat is toch een ijzersterke combinatie?”
35,8 miljoen kilowattuur stroom
Zonnepark Aadijk in Almelo heeft een oppervlakte van 40 hectare (circa 60 voetbalvelden) en biedt plaats aan 120.808 zonnepanelen. Die zullen jaarlijks 35,8 miljoen kilowattuur aan stroom leveren aan 10.250 huishoudens, ongeveer een derde van alle huishoudens in Almelo. De grond voor het park is beschikbaar gesteld door en blijft in bezit van de gemeente Almelo. Volgens de afspraken levert SolarEnergyWorks het gebied rond 2050 weer op.
Lees ook:
Hongerige honingbijen bedreigen de wilde bij én de natuur
Ze bestrijken met gemak 28 vierkante kilometer terrein, hongerige honingbijen. Als imkers kasten vlak bij natuurgebieden plaatsen, dan weten ze feilloos waar ze moeten zijn. Maar die honingbijen bedreigen de wilde bij.