Groene managerArnoud van Vliet
Deze manager maakt de Zeeman duurzamer: groen en goedkoop gaan wél samen
Zeeman staat bekend om de spotgoedkope producten. Dat sluit duurzaamheid niet uit, betoogt Arnoud van Vliet van de textielreus, die werd uitgeroepen tot ‘groene manager’ van het jaar.
Arnoud van Vliet (43) loopt doelgericht op een stapel damesonderbroeken af, in de Zeeman XL-winkel in Alphen aan den Rijn. Hij pakt er een uit de bak. “Dit is onze Mady.” Wat de Billy is voor Ikea, is de Mady voor Zeeman. Een klassieker, die goed verkoopt. Meer dan vijf miljoen gaan er jaarlijks over de toonbank.
“Mady is een noos-artikel”, zegt Van Vliet. Dat is winkelierstaal voor ‘never out of stock’. Oftewel: een klant die deze onderbroek komt kopen, mag nooit misgrijpen. Wat Van Vliet vooral mooi vindt aan Mady is – en daaruit spreekt de groene strateeg – dat de slip deels duurzaam is. De onderbroek heeft het Ökotex-keurmerk. Dat label belooft productie zonder gif en met een relatief lage milieu-impact. En dat voor 3,99 euro per twee.
Kan dat wel kloppen, spotgoedkoop en toch best groen? “Die vraag krijg ik altijd”, zegt Van Vliet, die negen jaar geleden bij Zeeman aantrad als manager maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo). Het kan echt, is zijn overtuiging. Goede commerciële bulkafspraken, zegt hij, drukken de prijzen. “En dat onze simpele producten vaak verpakkingsvrij zijn, maakt ze ook minder milieubelastend.” Kleding, beddengoed, accessoires en huishoudelijke artikelen: alles ligt los in schappen. “Dat scheelt veel plastic en karton”, zegt Van Vliet.
Nog even over de Mady. Wat Zeeman daarover niet vertelt: er zit biologisch katoen in. Net als in alle kleding die de textielgigant aanbiedt. “We verkopen 16 miljoen kilo textiel per jaar, en van de ingekochte katoen is 24 procent biologisch van oorsprong.” Voor dit type katoen is minder water en pesticiden gebruikt. Het label ‘better cotton initiative’ waarborgt dat. “Maar we willen er niet borstklopperig over doen”, zegt de mvo-manager.
Er ligt nog een grote opgave
Dat lijkt misschien een gemiste pr-kans, maar waarschijnlijk is de terughoudendheid juist op haar plaats. Klanten zijn wars van snelle groene claims door bedrijven, zegt onderzoeksbureau GfK. En moet Zeeman het aandeel biologisch katoen nog verder gaan opkrikken. Ter vergelijking: H&M claimt al 57 procent duurzaam materiaalgebruik en ook de Hema zegt al verder te zijn. Zeeman is dus aardig bezig met duurzame materialen, maar er ligt nog een grote opgave.
1300 winkels in zeven landen
Zeeman heeft zo’n 1300 winkels in zeven landen, waarvan 500 in Nederland. Het concern heeft ruim 7000 medewerkers. Het familiebedrijf werd door Jan Zeeman (1942) opgericht in 1967. Hij is nog steeds eigenaar, maar droeg de leiding over. De laatst gemelde omzet (2018) steeg met 4 procent tot 609 miljoen euro. De winst steeg met 1 miljoen tot 13 miljoen euro. Wel zal Zeeman enkele tientallen slecht lopende filialen gaan sluiten.
Toch heeft Zeeman wel paradepaardjes in de collectie, waar het bedrijf al mee uitblinkt. Sokken die zijn gemaakt van rondzwervende visnetten uit zee. Een zwembroek van oud plastic. “Hierbij is duurzaamheid het USP, het unique selling point”, zegt Van Vliet. Dit geldt ook voor de donkerblauwe kinderjurken van louter bio-katoen. Al die groene producten zette Zeeman in de reclamefolder ‘Iedereen lekker duurzaam’. De babykleding van biologisch katoen loopt goed, weet Van Vliet, die zelf ook shopte voor zijn dochtertje van een jaar.
Ja, de manager is zelf ook Zeemanklant. Vandaag draagt hij de ‘genderneutrale’ witte trui, van bio-katoen.
Openheid van zaken over de locaties van producenten en leveranciers
Iets waar de concurrentie echt moeilijk aan kan tippen, is de manier waarop Zeeman openheid van zaken nastreeft over de locaties van producenten en leveranciers, zoals in China, India, Pakistan en Bangladesh. “We laten controleren of hun werkwijze eerlijk is voor milieu én mens, of bijvoorbeeld het fabriekspersoneel eerlijk wordt beloond.”
De onafhankelijke Fair Wear Foundation voert vanaf dit jaar de keuringen uit. Goed toezicht is mogelijk, zegt Van Vliet, omdat driekwart van de inkoop komt van slechts vijftig grote fabrieken. Zeeman rapporteert hierover in verslagen. En in een nieuw project brengt Zeeman zelfs in kaart of de leveranciers van de textielleveranciers, verf- en chemicaliënbedrijven dus, wel netjes werken. “Al die informatie geeft ons iets in handen om met leveranciers het gesprek aan te gaan”, zegt Van Vliet.
Die aanpak, voor transparantie in de keten, leverde hem de eretitel ‘mvo-manager van het jaar’ (2019) op. Van Vliet werd gelauwerd door de mvo-managers, vakgenoten. Daar heeft hij er sinds kort ook twee van bij Zeeman. Met hen wil hij de groene inspanningen ook op de buitenlandse afzetmarkt richten. Zeeman heeft in Spanje, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en België winkels. Verder heeft hij ideeën voor een proef waarbij Zeeman kleding niet verkoopt, maar verhuurt. Ook het innemen van textiel voor hergebruik staat op zijn wensenlijst.
Van Vliet arriveert in de XL-winkel nu tussen de sokken en hemden. Hij wijst op een tekstbordje: ‘We doen niet aan overbodige luxe en overbodige verpakkingen’. Zeeman wil de winkelende klant zo op de hoogte brengen van de ‘groenere’ koers.
Medewerkster Sushma Premcharan van de XL-winkel in Alpen aan de Rijn weet alles van die strategie van Zeeman. In het magazijn hangt een poster met feitjes. Die leerde ze uit haar hoofd. Maar helaas, zegt Premchalan, ze krijgt bijna nooit de kans om haar kennis te etaleren. “Klanten hebben vaak haast. Ze kopen snel, snel, snel.”
Trouw Duurzame 100: De Groene Garderobe
Trouw organiseert in samenwerking met Pakhuis de Zwijger in Amsterdam de programmareeks ‘Trouw Duurzame 100'. Toonaangevende experts spreken hierin over acutele thema's. Op 10 maart gaat het over mode. Is het tijd voor garderobe-gêne? Of zijn er mogelijkheden om hip en stijlvol te kiezen zónder negatieve gevolgen voor het milieu? Toegang is gratis, wel even reserveren. Klik hier voor meer informatie.
Verduurzaming stap voor stap, eerst de collectie.
Boven Van Vliet, aan het plafond, hangt een verwarming te loeien. Felle lampen verlichten de winkel, waarvan de deuren open staan. Zeeman heeft wel ambities om de winkels duurzamer in te richten, met zuinige lampen en duurzame energiesystemen, maar prioriteit krijgt dat nog niet. “We pakken de verduurzaming stap voor stap aan, eerst de collectie.” Dat is volgens de manager de beste en meest realistische manier om als grote keten wat voor het milieu te betekenen. “Het kan en hoeft niet allemaal rigoureus.”
Bij één Zeemanproduct bedong Van Vliet aanpassing. “Het confettikanon.” Dat feestartikel spuit nu snippers van gerecycled papier. De oude versie van het kanon schoot plastic snippers de lucht in. Dat vond de manager totaal onverantwoord, vanwege zwerfvuil en de plastic soep als stille milieuramp. Om diezelfde reden deed Zeeman de plastic wegwerptasjes bij de kassa in de ban, twee jaar voordat het Europese verbod in 2016 van kracht werd.
Maar we konden klanten natuurlijk niet met hun aankopen onder hun arm wegsturen”, zegt Van Vliet. Daarom bedacht Zeeman eigen ‘statiegeldtassen’. Van Vliet laat ze zien bij de kassa, waar een medewerkster vanwege het coronavirus antibacteriële zeep uitstalt. De statiegeldtasjes, verkrijgbaar in regenboogkleuren, zijn gemaakt van stevig gerecycled plastic en laten zich, als opvouwbaar pakketje, makkelijk bewaren. Prijs: 1 euro.
“Mocht hij scheuren, dan krijgt de klant gratis een nieuwe. Wij nemen de oude in.” Die kapotte exemplaren wil Zeeman liefst wederom hergebruiken. Dat lukt technisch nog niet, zegt Van Vliet, dus ingenomen plastic statiegeldtassen gaan nog naar een afvaloven, die ze verbrandt voor groene energieproductie.
Niet met de vuist op tafel
Over plastic gesproken: roze paarden en poppen van kunststof vullen een groot schap in de Alphense winkel. Van Vliet wil daar als mvo-manager verandering in brengen. Dat doet hij niet door met de vuist op tafel te eisen dat alle plastic uit het assortiment moet. Nee, hij voegt een alternatieve keuze toe. “Kijk eens”, zegt hij trots, “we bieden ook houten speeltjes aan.”
Dan loopt hij naar de hoek van de winkel, vlakbij de kassa’s. Het aanbod daar: snoep, in felle kleuren. “Dat mag van mij echt wat minder.” Wel kan hij ook bij het snoepaanbod trots melden dat er een meer ‘verantwoorde’ keuze tussen ligt. Een chocoladereep van Tony’s Chocolonely, die bekend staat als ‘slaafvrij’. Van Vliet is blij dat die ertussen ligt. “Ik krijg daar best kippevel van”.
Niet ver van de winkel, naast het station van Alphen aan den Rijn, staat het Zeeman-hoofdkantoor en distributiecentrum (mét zonnepanelen). Kanariegele vrachtwagens met het ouderwetse bedrijfslogo erop, ‘Koos Matroos’, rijden af en aan. De zeventig eigen bedrijfstrucks, die de dertienhonderd Zeemanwinkels in Europa bevoorraden, wil Van Vliet ook opschonen. “We oriënteren ons op andere brandstof, zoals waterstof.”
Dat gaat lang duren, de techniek staat in de kinderschoenen. Een groene tussenstap kan de manager wel melden: Zeeman gaat wagons huren van goederentreinen die rijden richting Spanje, dé groeimarkt voor Zeeman. “Dat gaat iets schelen, op de milieu-impact van ons transport.”
Lees ook:
De dilemma’s van duurzame vakantiehuisjes
Voor de groene strategie van Landal GreenParks kreeg Tanja Roeleveld eerder ook de prijs voor ‘mvo-manager van het jaar’. ‘We nemen de gasten mee in duurzaamheid.’