Terwijl de landbouwsector onder spanning staat, toont Caring Farmers op ontspannen wijze een uitweg. De jury vindt dit daarom het beste duurzame initiatief van 2022.
Ze is deze ochtend in september een van de laatste koeien die de stal verlaat om naar de wei te gaan. Langzaam stapt het dier voort. Deze koe heeft hoorns; boer John Arink wil dat de dieren blijven zoals ze van nature zijn. Het is een van de kenmerken van de werkwijze van Arink. Heel veel andere boeren verwijderen de hoorns van de koeien.
Arink heeft, met zijn vrouw, zoon en schoondochter een biologisch bedrijf in Lievelde, in de Achterhoek. Ze verbouwen graan, voor veevoer en voor het brood dat wordt verkocht in de boerderijwinkel. Op het erf is er een gastenverblijf. Van de 130 hectare grond die bij het bedrijf hoort, huurt het bedrijf 90 hectare van Natuurmonumenten.
Arink zit in de raad van advies van Caring Farmers, een organisatie die wil laten zien dat de landbouw kan veranderen. Hij heeft Ruud Zanders op bezoek, voorzitter van deze organisatie. Die is pluimveehouder. Hij is oprichter en mede-eigenaar van Kipster, met vestigingen in Venray en Beuningen. Kipster levert eieren aan onder meer Lidl en voert de dieren met voedselresten. Het bedrijf is bezig het aantal vestigingen in Nederland uit te breiden en opent 14 oktober de eerste stal in Indiana in de Verenigde Staten.
De ‘richting waar we naartoe moeten’
Caring Farmers is dit jaar de winnaar van de Duurzame 100. “Een positief geluid in een boze wereld”, concludeert de jury. Vorig jaar scoorde Caring Farmers al de vijfde plaats. Ruud Zanders stond zelf ook al eens in de Duurzame 100, toen het nog een ranglijst was van personen (tot 2019) in plaats van burgerinitiatieven.
Pas drie jaar bestaat Caring Farmers. Begin september schoof de organisatie in Den Haag aan bij bemiddelaar Johan Remkes om te praten over de stikstofproblemen. In juli was Caring Farmers betrokken bij een tienpuntenplan van groene boeren om de landbouw te hervormen. Het werd aangeboden aan minister Christianne van der Wal van natuur en stikstof. Ze reageerde met de woorden: “Dit is de richting waar we naartoe moeten.”
Caring Farmers timmert aan de weg, zegt Zanders. “Als er iets is, zoals een gesprek over stikstof met boerenorganisaties, dan worden wij ook uitgenodigd. Als het ministerie iets wil weten over landbouw, dan wordt er gesproken met de grote boerenorganisatie LTO, maar ook met ons. Een jaar geleden was dat nog niet zo.”
Door de spanning over stikstof, en door de wegblokkades van boeren, wordt Arink regelmatig uitgenodigd in talkshows. “Het is nuttig om je verhaal te vertellen”, zegt hij. “Er is in het algemeen bij het grote publiek, maar ook bij presentatoren, weinig kennis over wat er speelt. Als ik bij een televisieprogramma kom, merk ik dat veel mensen denken dat problemen in de landbouw hen niet raken. Zij gaan door op de oude voet. Wat die boeren doen: ach, we zien wel. Zo zit het niet in elkaar. De manier waarop wij met het voedsel, de bodem en water omgaan kan zo niet doorgaan. Er moet iets gebeuren en dat gaat iedereen merken.”
Landbouw zit op het verkeerde spoor
Het stikstofprobleem, zegt Zanders, is slechts een voorbode, een signaal dat het landbouwsysteem in Nederland op het verkeerde spoor zit. “In onze samenleving is op een gegeven moment de financiële economie de boventoon gaan voeren. Voor de landbouw betekent dat zo goedkoop mogelijk voedsel produceren en dat gaat ten koste van andere belangrijke waarden. Boeren moesten mee in dit systeem. Daarom zijn er nu problemen met biodiversiteit, met dierenwelzijn en noem maar op. Een paar boeren zagen dat probleem en dachten: hier doe ik niet aan mee. Die doen het op hun eigen manier en laten dat zien. John Arink is daar al dertig jaar één van en ik pas tien jaar.”
Een kenmerk van Caring Farmers is de openheid. Het is geen gezelschap van hemelbestormers, maar van praktische boeren die het allemaal op hun eigen manier aanpakken. De één kiest de biologische richting en de ander is gangbaar, zoals dat heet, maar wil richting kringlooplandbouw. Het is een bont gezelschap. “Iedereen die bereid is na te denken over verandering van ons voedselsysteem, is welkom”, zei Zanders drie jaar geleden in Trouw, vlak na de oprichting.
Nu denkt Caring Farmers er toch over na om de eisen op te schroeven. Zanders: “Wij kijken nu hoe boeren kunnen verantwoorden dat ze lid zijn. Zetten ze werkelijk stappen? Mijn droom is dat we ieder jaar een verslag kunnen maken waarin staat hoe iedere boer voortgang heeft geboekt.” Hoe dat moet, is nog onduidelijk. “Wij zijn een beginnende organisatie”, lacht hij.
“Wij zijn een club waar iedereen in principe welkom is. Het maakt ons niet uit waar je nu staat als boer. Als je de uitgangspunten maar onderschrijft, en die zijn stevig: je houdt dieren als het zinvol is, je creëert zoveel mogelijk output met zo weinig mogelijk input van bijvoorbeeld kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Wij willen natuur-inclusieve kringlooplandbouw binnen de sociale en ecologische grenzen van onze planeet.
“Natuurlijk werken veel boeren biologisch, maar heel veel doen dat niet. Wij willen niet een organisatie zijn met alleen maar koplopers, we vinden het mooi dat er diversiteit is. De een is er bij wijze van spreken al bijna, de ander werkt nog hartstikke intensief met 5000 varkens en ziet wel dat hij naar een andere landbouw wil, maar hij weet niet hoe. Die laatste moet zich aan kunnen sluiten, en moet eigenlijk ook laten zien welke stappen ieder jaar worden gezet. Hoe we dat moeten toetsen is lastig. Daarover zijn we nog met elkaar in gesprek.”
Driehonderd is een goed begin
Arink vindt de manier waarop Caring Farmers nu werkt te vrijblijvend. Dat is voor hem een reden om geen lid te zijn. Hij vreest dat de manier waarop Caring Farmers de landbouw wil veranderen, niet snel genoeg gaat. “Maar er gebeuren natuurlijk hele goede dingen. Daar wil ik graag bij helpen en daarom zit ik in de raad van advies. Ik ben niet ongelukkig met de huidige situatie.”
Het mag zo zijn dat Caring Farmers veel aandacht krijgt van pers en politiek, de gangbare boerenorganisatie is met 30.000 leden honderd keer groter. En er is nog een aantal andere organisaties, zoals de Federatie van Agro-ecologische boeren en Biohuis (biologische boeren). “Het loopt inderdaad niet storm met het aantal leden”, zegt Arink. “Maar het is ook heel lastig voor het gros van de boeren om zich aan te sluiten en de omslag te maken. Er staat de hele samenleving een grote verandering te wachten. Dat is niet eenvoudig en dan staan veel mensen niet te trappelen. Ik denk: het zijn er toch nog driehonderd en dat is een goed begin.”
Zanders vult aan: “Iedereen kan wel dingen verzinnen die niet kunnen. Daarom laten wij zien wat wel kan. Doen we alles goed? Nee, vast niet. Het kan best zijn dat we oplossingen kiezen waarvan we over vijf jaar zeggen dat ze niet handig zijn, maar dan passen we het aan. We proberen het in ieder geval en we komen een heel eind de goede kant op. John heeft een bloeiend bedrijf, Kipster draait ook zo goed dat we gaan uitbreiden. Andere boeren kunnen dat ook, natuur-inclusief werken.”
De landbouw veranderen is een maatschappelijke opdracht
“Je kunt erover twisten of driehonderd veel of weinig is”, meent de voorzitter. “Ik ben er blij mee. En zonder dat we er iets aan deden, meldden zich drieduizend consumenten die zeggen iets voor ons te willen betekenen. Wij vinden dat mooi. De landbouw is te los geraakt van de samenleving en andersom. De taak om de landbouw te veranderen is niet alleen een boerenopgave, maar een maatschappelijke opdracht. Het klimaat en de boeren horen bij elkaar. Gezond voedsel is prioriteit nummer één voor iedereen, denk ik. Gezond eten, schoon water, een mooi landschap, biodiversiteit; dat zijn kwesties die de boeren raken en van belang zijn voor de hele samenleving. Daarom is het goed dat iedereen mee kan doen en dat iedereen kan zien dat er oplossingen zijn.”
Arink: “Heel veel boosheid bij boeren kan het kabinet wegnemen door de 25 miljard euro die beschikbaar is te gebruiken om boeren te helpen om te veranderen. Wij laten zien dat er mogelijkheden zijn.”
Jury-oordeel
Jurylid Erik Lu: “We laten zien hoe het wel duurzaam kan. Ze richten zich ook op systeemverandering in de landbouw met voorstellen voor een ander beleid.”
Alle verhalen en achtergronden over de Duurzame 100 van 2022 zijn hier te vinden.