CBS-cijfers
De winkelstraat is terug van weggeweest: ‘De binnensteden herstellen snel’
Het moest wel beter gaan met de winkels in het coronaluwe 2022. Dat de consument niet alles online koopt, is een opsteker voor winkels van steen.
Als de consument eenmaal aan het online winkelen verslingerd is geraakt, verdwijnt de winkelstraat nog verder uit beeld. Dat was de verwachting in tijden van lockdowns, toen webshops vaak de enige manier waren om die jurk of magnetron in huis te halen. Zelfs mensen die voorheen niets van online winkelen wilden weten, moesten wel en kregen de digitale smaak te pakken. De toch al noodlijdende fysieke winkel op de hoek kon de fatale klap ieder moment verwachten, zo werd alom gevreesd.
Maar uit de nieuwe CBS-cijfers valt niet op te maken dat het winkelend publiek thuis is blijven zitten na het uitdoven van de pandemie. De branches die als meest kwetsbaar werden bestempeld deden het volgens het statistiekenbureau goed. Winkels in schoenen en lederwaren, kledingzaken, winkels in recreatieartikelen, showrooms met meubels en woninginrichting, winkels in consumentenelektronica en witgoed en doe-het-zelfzaken hebben afgelopen december meer omgezet dan in december 2021. En flink meer ook: De omzet van de non-foodwinkels groeide in december 2022 met 21,5 procent.
Voor consumenten is winkelen ook een sociale bezigheid
Detailhandelspecialist Paul Moers heeft nooit het idee gehad dat winkels van steen massaal het loodje zouden leggen: “Het zit in mensen om de deur uit te komen. Winkelen is tegenwoordig vooral een sociale bezigheid. Als we dan toch in de stad zijn, gaan we vaak ook ergens lunchen. En we zien vaker de nadelen van iets online bestellen: gedoe met bezorgen, of je moet weer iets terugsturen omdat het niet past of net anders is dan je dacht. Wie de stad in gaat kan iets ruiken, vasthouden, voelen. Die winkelstraat verdwijnt niet.”
Toch voert het te ver om de gestegen omzetten te lezen als een liefdesverklaring van de consument aan de winkelstraat. Daarvoor zijn er te veel andere factoren die meespelen. Ten eerste bereikte de inflatie in 2022 met gemiddeld 10 procent een recordhoogte. Dat maakt alles duurder en dan stijgt dus de omzet. Maar meer geld in het laatje van de winkelier betekent niet per se dat die winkelier ook meer artikelen heeft verkocht. Volgens het CBS nam het zogeheten verkoopvolume zelfs met iets meer dan een half procent af in 2022. Daarnaast gold er in een aantal maanden van 2021 nog een harde lockdown, waar vooral de non-foodwinkels veel last van hadden. Het moest dus wel beter gaan in 2022.
“Natuurlijk zijn er genoeg nuances”, erkent winkelonderzoeker Hans van Tellingen. “Maar het valt niet te ontkennen dat de mensen de winkelcentra weer prima weten te vinden. Ze waren de beperkingen goed zat en geven nu weer volop geld uit in de fysieke winkel.”
De leegstand daalt, het spaargeld rolt
Paul Moers denkt dat Nederlanders, ondanks de inflatie, best iets te besteden hebben. Hij verwijst naar het nieuws waar De Nederlandsche Bank (DNB) dinsdag mee naar buiten kwam. Volgens DNB is het totaalbedrag dat Nederlanders aan spaargeld bij hun bank hebben staan vorig jaar opnieuw met tientallen miljarden euro’s toegenomen. “We blijven maar doorsparen. Maar iets van dat geld geven we uit om onszelf te verwennen.”
Het is nog steeds inhaalgedrag als gevolg van de pandemie, stelt Van Tellingen. Zijn onderzoeksbureau Strabo vroeg het winkelend publiek tijdens de lockdown al eens naar hun aankoopplannen: “Toen gaven de meeste mensen te kennen dat zij hun aankopen wilden uitstellen tot de fysieke winkels weer open zouden zijn. Dat zien we dus nu gebeuren. De leegstand daalt, wijkcentra deden het al goed, maar bloeien verder op en de binnensteden herstellen snel. Het gaat verbluffend goed. De leegstand daalt fors en daalt autonoom, dus ook zonder transformatie naar woningen of horeca.”
Lees ook:
Winkelleegstand op laagste niveau in tien jaar
Op dit moment staat 6 procent van de winkelpanden leeg, het laagste niveau in ruim tien jaar. Dat meldt marktonderzoeker Locatus.