Jelles WeekdierSlijkgarnaal
De verdwaalde slijkgarnaal was waarschijnlijk liever in de Zee van Azov gebleven
Een jaar geleden werd er in het Van Harinxmakanaal een garnaaltje opgevist. Het ging om een onooglijk diertje, een slijkgarnaaltje. Het diertje, dat niet groter is dan twee tot vier millimeter, luistert naar de naam Chelicorophium maeoticum en werd door de bioloog B. Sowinsky in 1898 benoemd als nieuwe soort in een artikel dat de resultaten beschreef van een expeditie rond de Zee van Azov, het water tussen Oekraïne en Rusland, benoorden de Krim.
De Zee van Azov is een nogal afgelegen zee, meer een enorme brakke baai, een uitstulpsel van de Zwarte Zee (die zelf een uitstulpsel is van de Middellandse Zee die weer een uitstulpsel is van de Atlantische Oceaan). Er leeft daar een grote rijkdom aan zogenoemde vlokreeftjes of slijkgarnaaltjes, kleine kreeftachtigen die eruitzien als een gekromde en zijdelings ietwat platgedrukte pissebed.
Veel soorten leven verborgen onder stenen of takken in het slijk
De meeste vlokreeftjes worden niet groter dan één, twee centimeter; meestal zijn ze kleiner. Veel soorten leven verborgen onder stenen of takken in het slijk, vandaar de Nederlandse naam slijkgarnaaltjes. Chelicorophium maeoticum is een van de endemische soorten van de regio, ofwel het Ponto-Kaspische faunagebied. In 2004 werd de soort ook in Turkije ontdekt, in een meertje niet ver van de Zwarte-Zeekust. Chelicorophium maeoticum behoort tot een geslacht met nog acht andere soorten; het onderscheid daartussen is een kwestie van detail dat alleen de doorgewinterde vlokreeftjesdeskundige kan doorgronden. Van het Friese diertje is de identiteit gelukkig met DNA vastgesteld.
Wat doet in hemelsnaam een Ponto-Kaspisch vlokreeftje in een troebel Fries kanaal? En hoe komt hij daar? Het meest voor de hand liggende antwoord op de laatste vraag is het scheepvaartverkeer. Je kunt met een schip helemaal van Nederland naar de Zee van Azov varen, niet alleen via de omweg over zee langs Gibraltar en door de Bosporus, maar gewoon binnendoor. Wie dat wil vaart de Rijn op, slaat dan linksaf de Main op, neemt het Main-Donaukanaal door Beieren en komt vervolgens uit in de Donau die na een lange omweg door Hongarije en Roemenië in de Zwarte Zee uitmondt.
Als verstekeling aan de scheepsromp geplakt
Het Main-Donaukanaal is dwars door de grote Europese waterscheiding gegraven, de scheiding tussen wateren die naar de Noordzee stromen en de rivieren die zich richting Middellandse en Zwarte Zee begeven. Karel de Grote probeerde al in de achtste eeuw om de stroomgebieden van Rijn en Donau te verbinden, maar uiteindelijk kwam zijn project pas in 1992 definitief gereed. Sindsdien kunnen schepen tussen de Noordzee en de Zwarte Zee heen en weer pendelen. In hun kielzog komen dieren mee, op eigen kracht zoals allerlei grondels, als verstekeling aan de scheepsromp geplakt of in aan dek achtergelaten emmers schrobwater. Het kanaal heeft voor allerlei exoten de rode loper uitgelegd. Er zijn er intussen diverse in ons land gevonden.
Op de andere vraag, namelijk wat het kleine beestje in het Van Harinxmakanaal te zoeken heeft, moet ik het antwoord schuldig blijven. Waarschijnlijk zwom het diertje er totaal onwetend rond, zich van geen kwaad bewust en hevig verlangend naar het brakke water van de Zee van Azov.
Jelle Reumer is paleontoloog. Voor Trouw bespreekt hij iedere week een dier dat het nieuws haalt.