ReportageCirculaire mode
De toekomst van duurzame mode vieren door hergebruik en je kleding te pimpen
Wil je echt origineel over straat? Doe duurzaam, pimp je kleding of patchwork er iets anders van. Het Textielmuseum in Tilburg laat zien waar dat toe leidt.
Alweer een bericht in de mailbox met duurzaamheid-informatie: ‘Jouw jeans kost 7000 liter water’. En ook nog eentje bomvol tips: ‘Zo zorg je voor je kleren en verleng je hun levensduur; een goede zaak voor je portemonnee én onze planeet!’. Jááháá dat wéten we nu toch wel? Om deze korzeligheid te vermijden verpakt het Textielmuseum in Tilburg de boodschap op een andere, positievere manier. Volgens de samenstellers wordt in de expositie Long Live Fashion! de toekomst van duurzame mode gevierd en moeten we hergebruik zien als een feestje. Dat vraagt om een toelichting, want de basis voor de expositie is niet verrassend nieuw: hou het bestaande textiel in een kringloop door inzamelen, hergebruiken, repareren of recyclen.
Toch is deze bekende duurzaamheidsmantra een belangrijk nieuw speerpunt voor het museum. Directeur Errol van de Werdt: “De textielindustrie is de op een na grootste vervuiler en daarom ziet dit museum, dat draait om textiel, het als een maatschappelijke opdracht om duurzaamheid extra aandacht te geven. Veel ontwerpers zijn al bezig met deze thematiek, maar we willen ook werken aan de bewustwording van het grote publiek. De bezoeker moet zich betrokken gaan voelen. Die moet hier de deur uitgaan als maker en zien dat pimpen kan leiden tot onderscheidende, draagbare, kledingstukken. En beseffen dat hergebruik leuk is.”
Om je een ‘maker’ te voelen kun je een keuze maken uit talloze, fris gewassen en gestreken tweedehands kledingstukken die aan een rail de ruimte doorkruisen. Enthousiaste ROC-leerlingen zitten klaar om daarvan een op jouw maat gemaakt item in elkaar te stikken. Een door designers ontworpen jasje, shirt, jurk en jumpsuit dienen als voorbeeld.
De jurk en jumpsuit zijn bedacht door vormgeefster Christien Meindertsma. Ze koos voor oude, witte katoenen overhemden. Die eindigen in de textielstroom meestal als poetsdoeken. Door het samenvoegen van onderdelen van meerdere overhemden construeerde zij nieuwe items. Die kosten hier 25 en 30 euro. Kom daar maar eens om in de winkel.
Van lege bierblikjes tot kleding met het prijskaartje er nog aan
Meindertsma is geïnteresseerd in het analyseren en zichtbaar maken van processen. Voor deze textielexpositie draaide ze een tijdje mee bij het textielsorteerbedrijf Wolkat. Ze werd letterlijk onpasselijk van wat mensen zoal in de textielcontainers mikken. Meidertsma: “Naast allerlei viezigheid zoals halve zakken patat met mayo en lege bierblikjes zijn er verbijsterend veel kledingstukken bij die nooit zijn gedragen. De prijskaartjes zitten er nog aan! En denk nu niet dat het om een enkel stuk gaat, de bakken lopen er mee over.”
Ze selecteerde 2000 kledingstukken, de hoeveelheid die gemiddeld in een inzamelcontainer past, en maakte daar een museale installatie mee. Zo’n 10 procent van het aanbod is te vervuild en niet recyclebaar en wordt afgekeurd als afval. De helft van de weggegooide kleding is herdraagbaar en die items reizen opnieuw de wereld over. Stapeltjes laten zien waarheen. De kwalitatief beste kledingstukken, compleet met prijskaartjes, blijven in Europa. De slechtste kwaliteit gaat naar Pakistan. Andere stapels maken de verfijning van het sorteerproces zichtbaar. Wollen items gaan naar Italië om te worden gerecycled tot nieuwe truien en andere wollen producten. Veelkleurige kleding wordt versneden. Van de vezels worden in Marokko garens en vilt gemaakt en beginnen vandaaruit een nieuw leven als sjaals, mutsen of verhuisdekens.
Ook het repareren van kapotte kledingstukken is een optie om textiel in de circulaire keten te houden. Maar de kennis daarover vervaagt. In een frisse werkruimte kan elke leergierige via een tutorial leren hoe gaatjes te stoppen of rafelrandjes te herstellen. Schoon gewassen kledingstukken met defecten hangen klaar om direct mee aan de slag te gaan. Het door jou bewerkte item wordt bij het ROC naai-atelier voorzien van een label en kan mee naar huis. Het resultaat mag worden gevierd door het te delen op Instagram (#longlivefashion en #fixingfashion).
Tot zover de participerende makers-onderdelen in de tentoonstelling. In de overige ruimtes wordt de bezoeker geconfronteerd met veel treurigheid of juist getrakteerd op bijzondere ontwerpen. Eerst de droefenis. Meteen bij binnenkomst is het slikken geblazen. Indringende filmpjes tonen de negatieve gevolgen van ons verspillend kleedgedrag en wat dat doet met het milieu. Op de enorme tweedehands kledingmarkt in Ghana liggen onze afdankertjes huizenhoog opgestapeld te wachten op een nieuwe eigenaar. De restanten drijven af naar rivieren en oceanen. Grafieken geven inzicht in ons weggooigedrag. 55 procent van de 40 kilo textiel die we jaarlijks per persoon wegkieperen, belandt bij het gewone huisvuil en wordt dus verbrandt. Al die beelden moeten de bezoeker aan het denken zetten over het eigen koopgedrag en over het achteloos omgaan met kleren.
In de duurzamemodekamer wordt de mode juist gevierd met werk van gevestigde ontwerpers. Van Ronald van der Kemp zijn enkele couturestukken te zien, gemaakt van leftover-materialen. Zoals luxe zijden sjaals met misdrukken en restpartijen. Met zijn couturelabel RVDK pleit hij op alle modefronten voor vertraging. Tijdrovende technieken, zoals hand geborduurde of -geschilderde decoraties en secuur aan elkaar gemonteerde ragfijne stoffen, onderstrepen dat. Ook de items van de Nederlandse Duran Lantink en de Britse Bethany Williams bestaan uit onverkochte restanten en overtollig materiaal. Williams verwerkt zelfs op festivals gebruikte tenten die ze omzet in gepatchworkte truien. Het slotstuk is een gebreide jurk van de Zweedse Stina Randestad. In opdracht van het museum experimenteerde zij met garens die zijn gesponnen van gebruikt textiel. Het Textielmuseum huisvest een technologisch hoogstaand TextielLab, waar designers terecht kunnen om hun producten te vervaardigen. Technici braken zich het hoofd om dit volumineuze object uit te voeren. Een filmpje laat de stappen zien.
Of na een bezoek het ‘vieren van mode’ overheerst, is de vraag. Het accent ligt erg zwaar op het bewustmaken van de eigen rol van de bezoeker en de omgang met textiel. Maar het gebodene geeft in ieder geval stof tot nadenken.
Expositie Long Live Fashion! t/m 27 maart in Textielmuseum Tilburg. Ook duurzame mode workshops en masterclasses. In de Drop & Loop-machine in de hal kunnen bezoekers hun oude kleding inleveren in ruil voor korting in het museum. Meer informatie: textielmuseum.nl
Lees ook:
Oprichter Loop.a life: ‘Van al het textiel dat jaarlijks wordt verbrand kun je heel Nederland kleden’
De coronacrisis gaat voorbij aan het duurzame kledingmerk Loop.a life. Consumenten kopen misschien minder kleding maar doen dat wel bewuster, merkt oprichter Ellen Mensink.