Justin Jansen wijst in zijn tuin naar de echte gamander.

ReportageBiodiversiteit

De sport van soorten scoren in jouw eigen achtertuin

Justin Jansen wijst in zijn tuin naar de echte gamander.Beeld Koen Verheijden

Justin Jansen telde in één jaar zo’n 1646 soorten fauna en flora – in zijn eigen tuin. ‘We staren ons vaak blind op natuurgebieden, zonder te weten wat er allemaal in de achtertuin leeft.’

Paul de Vries

Justin Jansen had van tevoren al gewaarschuwd: “Ik heb maar een doodgewone tuin”. Aangekomen in het dorpje Vianen in Noord-Brabant oogt de tuin inderdaad niet bijzonder groot of wild. Kaarsrechte borders en een vijver in een rechthoek, maar liefst twee gazons. Veel tegels voor het pad en het terras, een omgevallen tuinkabouter, zelfs een trampoline voor als er kinderen langskomen. “Mijn vriendin Danitsja houdt van een strakke tuin. Geen jungle. Ik sta hier ook gewoon mos tussen het gras uit te peuteren.”

Toch heeft Jansen in deze tuin vorig jaar zeker 1646 soorten geteld. “Volgens mij een jaarrecord voor een Nederlandse tuin”, zegt hij, en eindigde dan ook bovenaan in de bioblitz ‘Nederlandse tuinlijsters 2022’ van natuurplatform Waarneming.nl. Tijdens een bioblitz proberen deelnemers zoveel mogelijk soorten in een afgebakende periode te tellen – in dit geval van 1 januari tot en met 31 december 2022. Vogels, insecten, zoogdieren, planten, korstmossen, paddenstoelen; alle biodiversiteit die je in een tuin kunt aantreffen.

Jansen is projectleider bij Rijkswaterstaat, maar daarnaast professioneel natuurliefhebber. Hij schreef in zijn vrije tijd zo’n 130 artikelen voor ornithologische vakbladen, waarvoor hij natuurhistorische musea over de hele wereld bezoekt. “We zijn hier in augustus 2020 komen wonen. Tijdens de coronalockdowns kon ik geen kant op en ben ik mijn aandacht op de tuin gaan richten. Met een app op de telefoon, Obsidentify, ging ik soorten identificeren. Vogels en dagvlinders herken ik wel, maar voor de rest heb ik echt die app nodig. Ik was al snel stomverbaasd: dit zijn wel héél veel soorten.”

Gebroken nachten

Vanaf dat moment werd het een sport. Obsidentify nodigt daar nadrukkelijk toe uit: de app kent een dashboard, badges en challenges waarbij je op zoek gaat naar bepaalde soorten. En bij de bioblitz wordt een top-10 bijgehouden van soorten en waarnemingen. Een taartdiagram op Waarneming.nl laat zien welke soorten Jansen in 2022 allemaal heeft gespot.

De grootste taartpunt is voor nachtvlinders en micro’s (kleinere nachtvlinders): 557 soorten. Hij zette ’s nachts een lichtval in zijn tuin om ze te lokken. “De buren hadden last van de felle lampen, dus ik moest hem zorgvuldig positioneren.”

Nachtvlinders komen op het licht af, vallen door een trechter en verstoppen zich dan tussen lege eierdozen waar je ze gemakkelijk kunt vangen, determineren en dan vrijlaten. “Maar ik wilde dat doen voor zonsopgang, voordat de merels en de koolmezen wakker werden, want anders zouden ze hun ontbijt maken van al die gedesoriënteerde nachtvlinders. Dus ik ging in de zomer om 3 uur mijn bed uit, nachtvlinders tellen, en om half 5 er weer in. Dat waren heel wat gebroken nachten. Dan wordt het tellen wel een beetje een gekte die je moet zien te bedwingen. Maar goed, ik ging altijd heel tevreden terug naar bed.”

Jansen telde verder onder meer vliegen en muggen (162 soorten), wantsen, cicaden en plantenluizen (142 soorten), zoogdieren (13 soorten, waaronder das en vos), overige ongewervelden (9 soorten wormen) en natuurlijk vogels (121 soorten). “Je mag alles tellen wat je in of vanuit je tuin ziet. Zo heb ik de visarend en een vlucht kraanvogels kunnen toevoegen.”

De grote glansslak. Beeld Koen Verheijden
De grote glansslak.Beeld Koen Verheijden

Hij liet ’s nachts een speciaal opnameapparaat lopen om de roep van overvliegende nachtbrakers te registreren. “Dat leverde de roerdomp en het woudaapje op.” Op Waarneming.nl staan die soorten echter onder ‘embargo’: de teller ziet ze wel, maar overige bezoekers niet. “Ook ransuil en bosuil zijn niet zichtbaar. Geen idee waarom dat is, misschien om de locatie van kwetsbare soorten geheim te houden.”

Boerenwormkruid

Door die embargoregels staan er 1646 soorten vermeld, maar feitelijk zag Jansen er dus meer. “Ik houd het zelf op 1657 soorten, die ik bijna allemaal heb gedocumenteerd met foto’s of geluidsopnamen – op 6,5 procent na.” De soortenlijst blijft sowieso in beweging. “Administrators checken periodiek wat je hebt opgegeven. Zij zijn de specialisten binnen een soortgroep. Soms wordt er een soort afgevoerd, soms wordt een soort hernoemd. Dan blijkt het variabel elfje toch de slanke driehoekszweefvlieg te zijn.”

De score had nog veel hoger kunnen uitvallen. “Sommige tellers zuigen insecten op met een slangetje en doen ze in de koelkast. Dan raken ze onderkoeld en zijn ze goed te hanteren en te bekijken. Anderen ontleden ze en bestuderen de genitaliën onder de microscoop voor de determinatie, of sturen ze op naar laboratoria voor een DNA-analyse. Als ik dat allemaal zou doen, heb ik er zo 200 soorten bij.

“Maar ik maak geen dieren dood om ze te kunnen determineren. Dat kan ik niet verantwoorden. Ik werk ook niet met dure fotoapparatuur met macrolenzen, maar gewoon met de Obsidentify-app en wat veldgidsen. En dan in een doodgewone tuin in een doodgewoon dorp. Wat ik hier doe, kan iedereen.”

Een beetje slimme inrichting van de tuin volstaat, laat Jansen zien. Het is een ijskoude januaridag met een leigrijze lucht, dus de meeste biodiversiteit is in diepe winterrust. We zien roeken overvliegen, en kramsvogels, holenduiven komen op de voederplank af. In de verte roept een groene specht.

De tuin grenst aan weiland, en er staan hoge bomen in de buurt. “Dat helpt wel mee, van de zomereik zijn zo 450 soorten afhankelijk. Maar als je tuin grenst aan schraal grasland, of een moestuinencomplex, of water, dan krijg je al heel snel meer soorten.”

De belangrijkste troef voor een biodiverse tuin: inheemse planten. “Zo’n 90 procent van wat hier groeit is inheems. Niet alles, want Danitsja houdt van geraniums. En ik wil dat er elk moment van het jaar wel iets in bloei staat.

“In deze border in de schaduw zet ik alle bosplanten: look zonder look, sleutelbloemen. Hier bessenstruiken voor de bessenglasvlinder. Plant je boerenwormkruid, dan krijg je vanzelf de wormkruidbij. En diverse galmuggen en de wespjes die daar weer op parasiteren. Geen idee waar al die soorten vandaan komen.”

Het fopelfenbankje. Beeld Koen Verheijden
Het fopelfenbankje.Beeld Koen Verheijden

Groene kikker-complex

Verder creëert Jansen zo veel mogelijk microhabitats. Takkenhopen waar de egel onder slaapt, rommelhoekjes, insectenhotels, een kruidentuin op een plek in de zon, stronken waar hij gaatjes in boorde voor insecten. “Maar dat heb ik in de lengterichting gedaan, de breedterichting was beter geweest. Evengoed kwam de roze metselbij eropaf.”

De vijver lag al in de tuin toen hij er kwam wonen; hij liet inheemse waterplanten in bakjes afzinken. “Er zaten koikarpers in, maar die heeft de vorige bewoner uiteindelijk meegenomen. Die eten alle insecten en eitjes op. Tot mijn grote verbazing dook er later toch weer een vis op, de Amerikaanse hondvis, een exoot. Er moeten eitjes aan de poten van een reiger of eend hebben gekleefd. Kon ik toch weer mooi een vissensoort noteren. Ik heb wel een paaltje neergezet voor de ijsvogel, die hier soms ook komt, in de hoop dat hij de hondvis vangt.”

Verder telde hij 23 soorten libellen, en salamanders, padden en kikkers. De groene kikker kon niet meegeteld worden: eenduidige determinatie was niet mogelijk. Hij behoort tot het zogenoemde ‘groene kikker-complex’, een ingewikkelde categorie van meerkikkers en poelkikkers die kunnen kruisen en bastaardkikkers voortbrengen.

De soorten die Jansen en andere tellers invullen op Waarneming.nl vormen bij elkaar een imposante database. Iedereen die een soort wil gaan bestuderen, heeft dankzij de citizen scientists gegevens over het verspreidingsgebied paraat. “Daarnaast zou je die onverwachte biodiversiteit van tuinen ook kunnen inzetten voor natuureducatie, bijvoorbeeld met een soort wijkboswachters. We staren ons vaak blind op natuurgebieden, zonder te weten wat er allemaal in de achtertuin leeft.”

Dit jaar doet Jansen even niet meer mee aan bioblitzes. “Best een rustig idee dat ik nu even niet elk takje hoef om te draaien. Dit jaar wil ik weer meer tijd overhouden voor het schrijven.” En Danitsja zal er ook wel blij mee zijn? ‘Oh, zij vindt al die beestjes ook wel mooi hoor”, grijnst Jansen. “Ze kwam altijd kijken als ik weer een nieuwe soort kon laten zien. Maar samen weer gewoon even genieten van de tuin is ook leuk.”

Lees ook:

Nederlandse tuinen bestaan vaak uit steen: ‘Een groene tuin is aantoonbaar gezonder’.

Er liggen nog steeds aardig wat tegels in Nederlandse tuintjes, ondanks acties als het Nederlandse kampioenschap ‘Tegelwippen’. Dat blijkt uit een eerste grote steekproef van de Stichting Steenbreek.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden