De Ratumse beek bij Winterswijk. Dankzij beekherstel stroomt het water hier minder snel weg. Toch staat de beek in de zomer vaak droog.

InterviewNatuurbeleid

De Nederlandse natuur wordt kapotbeheerd. ‘Het is een wonder dat er nog zoveel over is’

De Ratumse beek bij Winterswijk. Dankzij beekherstel stroomt het water hier minder snel weg. Toch staat de beek in de zomer vaak droog.Beeld Sander Hunink

Natuurbeheer is en blijft een moetje in Nederland, constateren twee onderzoekers. Natuurorganisaties krijgen te maken met perverse prikkels en bureaucratie; behoud van soorten is gericht op wat minimaal moet.

Onno Havermans

De gladde slang dreigt de dupe te worden van al te drieste ‘beheersmaatregelen’ in ­internatio­­- naal beschermde ‘Natura 2000-gebieden’. Door het afplaggen van heide en grootschalige maatregelen in het hoogveen waar het dier leeft, verdwijnen prooidieren en schuilplaatsen. Te intensief beheer kan een gevaar zijn voor reptielen in het algemeen, concludeerde kennisorganisatie Ravon vorig jaar, en in het bijzonder voor de gladde slang die als ‘bedreigd’ op de rode lijst staat.

Sander Hunink, adviseur natuurwetgeving bij ecologisch adviesbureau Natuurinclusief, verwijst ernaar in een een artikel in het februarinummer van het wetenschappelijke Tijdschrift Natuurbeschermingsrecht NBR. Met de invoering van de nieuwe Wet stikstofreductie en natuurverbetering wordt de komende tien jaar 5 miljard euro uitgetrokken voor natuurherstel en robuuste natuur, schrijft Hunink. Het kabinet zet vooral in op intensief beheer in zwaarbelaste gebieden. Wordt daarbij wel voldoende gelet op het effect op beschermde soorten?

Wonder dat er hier nog zoveel natuur is

Het artikel trok de aandacht van Sander Turnhout, strategisch adviseur bij SoortenNL en Healthy Landscape van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij ontdekte in Hunink een bondgenoot. Beiden storen zich aan het Nederlandse natuurbeleid, dat uitgaat van instandhouding volgens richtlijnen, kritische grenswaarden en juridische verplichtingen. “Eigenlijk is het een wonder dat er hier nog zoveel natuur is”, zegt Turnhout.

Het kwetsbare heideblauwtje is inmiddels vrij zeldzaam. Beeld Sander Turnhout
Het kwetsbare heideblauwtje is inmiddels vrij zeldzaam.Beeld Sander Turnhout

Ze zien de discussie over een uitweg uit de stikstofcrisis voortdurend de verkeerde kant op gaan. “Ook de goedbedoelde suggestie om de landbouw te halveren en de natuur te herstellen, werkt niet”, zegt Turnhout. “Omdat we in Nederland ervoor hebben gekozen natuurgebieden zo klein mogelijk te houden, zijn de helft van de beschermde soorten en habitats afhankelijk van het boerenland, bufferzones en verbindingen. Maar de bufferzones tussen landbouw en natuur worden toch intensief gebruikt, verbindingszones zijn er tien jaar geleden afgehaald en overal vind je pesticiden.”

“We lopen inmiddels achteraan in Europa, terwijl we met onze kennis en onze natuur voorop hadden kunnen lopen”, zegt Hunink. Dat zou het geval zijn geweest als Nederland zijn natuur zou koesteren om het mooie ervan, valt Turnhout bij. “Maar wij hebben kritische grenswaarden en lapmiddelen. Er zit niets positiefs in ons natuurbeleid, het is niks meer dan voldoen aan juridische eisen.”

De overheid zelf heeft geen enkele ambitie

De stikstofcrisis, die ontstond nadat de Raad van State twee jaar geleden het Programma Aanpak Stikstof (Pas) ongeldig verklaarde, had een goede aanleiding kunnen zijn om de natuur wezenlijk te verbeteren, zeggen de onderzoekers. “Maar het Pas is nu het Sas, de compensatie- en herstelmaatregelen voor te veel stikstofuitstoot zijn structureel geworden”, moppert Turnhout. “Men richt zich weer op intensief beheer in gebieden die toch al intensief worden beheerd. Maar je kunt niet zes keer per jaar de heide plaggen. Dat natuurbeheerders hier toch in meegaan komt heel plat door het geld dat je alleen krijgt als je die maatregelen uitvoert. De overheid zelf heeft geen enkele ambitie om iets met natuurbeheer te doen.”

Het ligt voor de hand om Henk Bleker aan te wijzen als veroorzaker van veel problemen, zeggen de onderzoekers. Bleker bezuinigde als staatssecretaris stevig op natuur­beheer, hij droeg het natuurbeleid grotendeels over aan de provincies en zette een streep door de Ecologische Hoofdstructuur, die natuurgebieden met elkaar moest verbinden. “Maar premier Balkenende was al eerder begonnen met negatief beleid maken. En het gaat nog steeds door, met nu weer een nieuwe stikstofwet die het probleem niet oplost.”

Zo leidt de focus op instandhouding van kwetsbare soorten tot perverse prikkels, leggen de twee onderzoekers uit. “Beheerders gaan bijvoorbeeld preventief maaien, want dan krijg je geen zeldzame soorten die je moet beschermen zonder budget”, zegt Turnhout cynisch. “Of de bescherming gaat eraf”, legt Hunink uit. “Veel plantensoorten, waaronder een hoop orchideeën, zijn na invoering van de Wet natuurbescherming van de lijst beschermde soorten gehaald, omdat ze niet bedreigd genoeg waren.”

Zo beheren we de natuur kapot

Hunink beschrijft in NBR hoe de focus op herstelmaatregelen voor de instandhouding van één soort of een type leefgebied vergaande gevolgen heeft voor niet-beschermde natuur eromheen. Daar is de wetgeving niet op gericht, niet-beschermde soorten hoeven niet aan grenswaarden te voldoen, maar hebben soms veel last van maatregelen die andere soorten moeten beschermen. “Zo beheren we de natuur kapot”, waarschuwt hij.

Ook de hazelworm is kwetsbaar. Beeld Sander Turnhout
Ook de hazelworm is kwetsbaar.Beeld Sander Turnhout

“Natuurbeleid als een moetje”, noemt Turnhout dat. “Beschermde soorten zijn indicatoren voor de staat van de natuur, maar we maken er een karikatuur van. We voeren stiptheidsacties. Ons beleid doet niks met interacties, alleen met habitats en soorten die er volgens de richtlijnen moeten zijn. Je grijpt alleen in als de situatie verslechtert. Dan ga je dus wachten tot het zo slecht is gesteld met een soort dat je wel móét ingrijpen.”

Herstelwerk is niets nieuws, vult Hunink aan. “Dat doen we al decennialang. Maar tussen aanwijzen en ingrijpen zit vaak een flinke tijd; we zijn al door Europa op de vingers getikt dat het niet snel genoeg gaat. En dan is er dus opeens spoed geboden, waar gebieden helemaal niet tegen kunnen, die hebben juist tijd nodig.” Turnhout: “Maar die tijd is er niet, want de varkensstal in de buurt moet nú een vergunning krijgen”.

Nederlandse hokjes

Het kan best anders, betogen de twee onderzoekers. Neem een gezonde natuur als uitgangspunt, zegt Turnhout. Door ook soorten te beschermen die daar niet voor zijn aangewezen, zegt Hunink. Daar hoef je niet eens gebieden voor aan te wijzen, weet Turnhout, “dan kunnen in Nederland teruggekeerde soorten als otter en wolf ook meteen worden meegenomen in het beheerplan”.

De nieuwe Omgevingswet biedt een kans, vindt Hunink. “Daarmee kun je zorgen dat maatregelen geen negatieve invloed hebben op de natuur. Maar dan heb je eerst een stevige visie van de rijksoverheid nodig. Je kunt het doorhakken van moeilijke knopen niet overlaten aan lagere overheden, die meer dan de rijksoverheid onder druk staan van de publieke opinie.”

De natuur heeft een overheid nodig die opkomt voor het publieke belang en ‘nee’ zegt, stelt Turnhout. “In de jaren tachtig, toen door drijfgassen een gat was ontstaan in de ozonlaag, heeft de overheid cfk’s verboden, waarna de bossen herstelden en het gat in de ozonlaag weer dichtging. Maar het maakt wel wat uit of je koelkastmakers of de landbouw tegenover je hebt.”

We putten onze gastheer, de natuur, steeds meer uit

Hunink ziet langzaam wel een kentering ontstaan. “We beginnen langzaam door te krijgen wat we allemaal kapot hebben gemaakt en hoeveel moeite we moeten doen de komende decennia om dat weer ongedaan te maken. Het stikstofprobleem is relatief eenvoudig op te lossen door reductie van de emissie. Maar het oplossen van het effect van verdroging, bijvoorbeeld door veraarding van veenlagen in de laagveengebieden, zal niet zo makkelijk gaan. Eenmaal veraard, veert het niet terug. En verdroging speelt met name op de hogere zandgronden. Die kun je alleen aanvullen met regenwater. Water de heuvel op brengen is veel lastiger, zeker als het systeem inmiddels zo lek is als een vergiet.”

Turnhout is er niet gerust op. “De stikstofdepositie moet omlaag, maar dat is niet genoeg. En het zal nog wel even duren voor het is geregeld. Straks heeft de natuur al zoveel geld en aandacht gehad, dan moet ze ophouden met zeuren.”

In Nederland moet alles per se in hokjes passen, zegt Hunink: “Stad, platteland en daartussen de getemde natuur. Die wordt nog steeds gezien als het hokje dat economisch gezien het minst rendabel te maken is. Maar bij een goed werkend ecosysteem heeft de mens veel meer profijt en economische flexibiliteit dan bij een aangetast ecosysteem.”

Hij vergelijkt het gedrag van de mens met dat van een parasiet. “We putten onze gastheer, de natuur, steeds meer uit, maar hebben die juist hard nodig: voor een gezonde leefomgeving. Die les zouden we toch geleerd moeten hebben van corona. Daar zit de paradox: we hebben ons te lang onkwetsbaar geacht, ons buiten de natuur gewaand in onze veilige hokjes van stad en platteland. Maar wij zíjn natuur. Natuurbeheer is dus geen moetje, maar in ons eigen belang.” We waarderen natuur niet om wat ze oplevert, vat Turnhout samen. “Je kunt het gratis verwaarlozen. En dan kost herstel ineens geld.”

Correctie: In een eerdere versie van dit interview stond dat door de zure regen een gat was ontstaan in de ozonlaag. Dat was een vergissing. Het gat in de ozonlaag is ontstaan door cfk’s in drijfgassen en koelkasten.

Lees ook:

Stikstofreductie gaat veel te langzaam: ‘Hoe langer je wacht, hoe meer natuur je verliest’

De neerslag van stikstof moet zo snel mogelijk zo veel mogelijk omlaag, zegt emeritus hoogleraar Frank Berendse, mede-opsteller van een nieuw rapport over de ecologische noodzaak van stikstofreductie. Want dan herstelt de natuur zich, zo blijkt uit zijn eigen langjarig onderzoek.

Natuurbescherming met een brede blik: ‘Kijk ook naar hoe mensen de natuur cultureel of spiritueel ervaren’

Nieuwe richtlijnen voor natuurbeschermers erkennen de culturele en spirituele waarde van de natuur. Onderzoeker Bas Verschuuren is een van de auteurs van de richtlijnen. ‘De manier waarop je naar de natuur kijkt, bepaalt ook hoe je ermee omgaat.’

De natuur heeft een hoge prijs, maar daarmee is ze nog geen economische actor

Het statistisch bureau van de Verenigde ­Naties heeft een mijlpaal bereikt. Alle lidstaten zijn het eens geworden over het ­meten van de waarde van de natuur. Ook het CBS heeft eraan meegewerkt. De maatstaf meet verschillende onderdelen van natuur en milieu en kan dan als leidraad gebruikt worden door landen naast de traditionele maatstaf van het bnp. Of, nog beter, als correctie op het bnp of als randvoorwaarde voor economische ontwikkeling.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden