ReportageRiviernatuur
De natuur wandelt met rivieren mee. ‘Het is afwachten en vertrouwen hebben, de wilde natuur is niet stuurbaar’
Duizenden hectares nieuwe natuur kwamen er bij langs de grote rivieren, sinds het extreme hoogwater in 1993 en 1995. De biodiversiteit, die elders onder druk staat, neemt hier juist toe.
Gevaar! Een slechtvalk cirkelt boven het ondergelopen ooibos. Kramsvogels en koperwieken vliegen op uit de topjes van struiken vol bessen, die uitpieken boven het krakende ijs. Nu het hoogwater zakt, blijft de bevroren bovenlaag in stukken aan de takken hangen, net niet zwaar genoeg om echt brokken te maken in de jonge begroeiing.
Verderop zit een bever boven op zijn burcht, weet boswachter Thijmen van Heerde. “Als straks het water weg is, zullen wandelaars bij het zien van de knaagsporen zich afvragen of een bever zo hoog kan klimmen. Nee, het water staat nu 6 meter hoger dan in de zomer.”
De Millingerwaard in de winter is een sprookjesboek. Pootafdrukken van een haas staan in de sneeuw op ’s lands hoogste rivierduin. Vanaf de top, pal achter de beroemde Millinger Theetuin, is goed te zien hoe de Waal breed uitwaaiert. De zandstrandjes tussen de kribben, vanwaar het zand zomers het duin opwaait, liggen nu metersdiep onder water. Net als de stam van een gespleten wilg, die hier ooit als knotwilg langs een boerenlandweg stond: aan de ene kant de uiterwaarden, aan de andere kant velden vol mais.
Koninginnenpages zetten hun eitjes af op schermbloemen
De weg is geen weg meer, het duin mag groeien. Op de hete zandbodem heeft de blauwvleugelsprinkhaan het naar zijn zin, de wolfsmelkpijlstaart, walstropijlstaart en teunisbloempijlstaart fladderen hier rond en koninginnenpages zetten hun eitjes af op schermbloemen als peen en pastinaak. “We hadden hier twee jaar geleden meer waarnemingen van de koninginnenpage dan op de Sint-Pietersberg bij Maastricht, die toch bekendstaat als populatiegebied. En de kruisdistel, die hier in de zomer de bodem bedekt, heeft tijdens de droogte veel insecten door het dal geholpen.”
De natuur in de Gelderse Poort gaat haar eigen gang. Er zijn de afgelopen jaren wel zorgen geweest over het stroomdalgrasland, zegt boswachter Twan Teunissen. “Maar het grasland is er nog steeds, het komt alleen telkens op een andere plaats op. De vegetaties wandelen door het gebied. Waar je bij de aanleg van natuur weet wat er komt, is het hier afwachten en vertrouwen hebben, de wilde natuur is niet stuurbaar.”
Teunissen groeide op in Gendt, direct aan de overkant van de Waal, en hoorde als jongen van 12, met een natuurposter aan de muur, van de wilde toekomstdroom in het Plan Ooievaar. “Ik ben de opstellers eeuwig dankbaar.” Dat ruimtelijk plan uit 1986, opgesteld door zes wetenschappers voor een ideeënprijsvraag met als thema ‘Nederland rivierenland’, vormt de basis onder de natuur die in de Millingerwaard en op tientallen andere plaatsen langs de grote rivieren opbloeit. Dankzij een samenspel van veiligheidsmaatregelen, delfstoffenwinning en het verplaatsen van de landbouw.
Extreem hoogwater
Met een boekje en een symposium is vorige week formeel een punt gezet achter het programma Nadere Uitwerking Rivierengebied (NURG), waarin Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer grond aankochten en projecten uitvoerden namens de ministeries van infrastructuur & waterstaat en van landbouw, natuur & voedselkwaliteit. Het resultaat na 25 jaar is 6686 hectare nieuwe natuur, met tal van teruggekeerde soorten.
Uitgesmeerd over Nederland is 6700 hectare niet zoveel, de steden aan de Waal, Nederrijn, Lek, IJssel en bedijkte Maas tussen Cuijk en Loevestein zijn al groter. Maar NURG laat zien dat er veel mogelijk is en dat het snel gaat als je de natuur de ruimte geeft, constateren de boswachters. Dat kan elders ook.
Het succes langs de rivieren is te danken aan de combinatie van functies, legt projectleider Karen Oostinga van Rijkswaterstaat uit. “Waterveiligheid en natuur gingen hand in hand. Ook de zand- en grindwinning speelt een rol, net als de recreatie: wandel- en fietspaden door de uiterwaarden.” In die combinatie vonden de ministeries elkaar. Met de Ecologische Hoofdstructuur was LNV al begonnen boeren vanuit de uiterwaarden naar achter de dijken te verplaatsen, terwijl het Wereld Natuur Fonds de delfstofbedrijven overhaalde om geen diepe putten meer te graven maar bij zand- en kleiwinning de reliëflagen te volgen.
Het extreme hoogwater van 1993 en 1995 legde de nadruk op veiligheid en die bleek prima te combineren met natuur in het razendsnel opgetuigde beschermingsprogramma Ruimte voor de Rivier. Niet nog hogere dijken, maar nevengeulen en lagere uiterwaarden zorgen ervoor dat Nederland meebeweegt met de rivieren. Hoewel de hoogte van afgelopen week nog ver onder het alarmpeil van toen bleef, is ook nu de piek snel voorbij omdat het water in de breedte kan wegstromen.
Een meestromende nevengeul blijkt ook een prettige paaiplek voor vissen
Bijkomend effect is de afzetting van zand, klei en meegevoerde zaden, waardoor de natuur letterlijk opleeft. Een meestromende nevengeul blijkt ook een prettige paaiplek voor vissen, waardoor soorten als de rivierprik, winde en barbeel weer vaker in de rivieren zwemmen.
Oostinga was erbij toen de langste nevengeul (4 kilometer) werd gegraven in de Afferdense en Deestse Waarden. “Er was hier veel landbouw, mais en koeien. Nu is het gebied ruiger, de natuur is er dynamischer. Er zijn struinroutes en zones waar je als wandelaar minder makkelijk komt, zoals het ooibos en een schiereiland waar vogels broeden en andere dieren in de luwte blijven. In de gerenoveerde vlamoven van een oude steenfabriek wonen vleermuizen, er zit een beverfamilie en dassen, wat betekent dat het in sommige delen droog genoeg is. Ook zijn er libellen, zoals de rivierrombout, die hier praktisch was uitgestorven.”
Kwestie van tijd
De twee ministeries hebben beide 180 miljoen euro in de riviernatuur gestoken. Na het schrappen van de Ecologische Hoofdstructuur in 2012 is het doel om 7000 hectare nieuwe natuur te creëren naar beneden bijgesteld. Maar dankzij projecten van Ruimte voor de Rivier komt het totaal uit op 12.000 hectare.
Verdere uitbreiding zal voortkomen uit nieuwe projecten volgens de Europese Kaderrichtlijn Water (die over waterkwaliteit gaat) en het Programma Aanpak Grote Wateren, verwacht Oostinga. Naast klein grut als de gewone en gevlekte wolzwever, de zandbij en de ringslang voelen ook meer in het oog springende soorten als bever en otter zich thuis langs de bloeiende rivieren. Foeragerende vis- en zeearenden worden geregeld gespot. Het is een kwestie van tijd voor zij ook hier in het ooibos gaan nestelen, denkt Van Heerde.
In het kale Colenbranderbos in de Millingerwaard drommen koniks en galloways samen, lekker dik in de jas. “Die klitten in hun vacht zitten vol zaadjes”, wijst Van Heerde. “Zo dragen grote grazers bij aan de verspreiding van planten. Ze zijn vet, ze hebben het hier goed. Normaal hebben ze veel meer ruimte, maar hier op de hoogwatervluchtplaats bij de kwelvingers zijn ze veilig en worden ze in de winter bijgevoerd.”
Een stukje van de kuddes vandaan ligt een dode konik. De beheerder heeft het paard laten inslapen; het was verzwakt en niet meer tegen de plotselinge winter opgewassen, vertelt Teunissen. “Ze is 25 jaar oud geworden, fantastisch voor zo’n paard. Geboren en getogen in de vrije natuur en daar ook aan haar einde gekomen.” De beheerder heeft het even laten liggen zodat de kudde afscheid kon nemen, legt Van Heerde uit. “Dat doen deze paarden, het is een ritueel. Mooi dat zoiets hier kan.”
Lees ook:
Het water van de Waal heeft voortaan vrij spel
Nu een dam tussen de Waal en Millingerwaard is doorbroken, kan het water het natuurgebied in en uit. Bij hoogwater daalt het peil van de Waal met maar liefst 6 centimeter.
Hoe ondergelopen polders voor explosie van leven kunnen zorgen
Als het lukt om overstroomd rivierwater vast te houden in naastgelegen vlaktes, kan achterblijvend waterleven plots exploderen. Biologen onderzoeken hoe we dit natuurlijke verschijnsel terug kunnen krijgen. ‘Ooit was de hele Betuwe een overstromingsvlakte.’
Het hoogwater in Gelderland trekt veel bekijks: ‘De natuur heeft het overgenomen’
De waterstand in de Nederlandse rivieren is hoog. Omliggende natuurgebieden helpen om de gigantische hoeveelheden water op te vangen. In de Gelderse Millingerwaard levert dat veel bekijks op, al mag het publiek niet te dichtbij komen.
Op pad met stichting Ark, die al dertig jaar wilde natuur met succes laat terugkeren in Nederland
Wat hebben wolf, wisent, lynx en wilde paarden gemeen? Inderdaad: al dertig jaar zet stichting Ark Natuurontwikkeling zich in voor hun plek in Nederland. Voor échte natuur. Op pad met Ark’er van het eerste uur: Hettie Meertens.