Zelfs alledaagse soorten dreigen uit Nederland te verdwijnen, blijkt uit het laatste rapport over de staat van de natuur. Grootschalig natuurherstel is nodig. Dat levert ook veel op, zeggen Kirsten Haanraads en Sander Turnhout.
Een beetje opgeruimd blijven bij een zware boodschap, dat is niet zo eenvoudig. Net als de wetenschappers van het internationale klimaatpanel IPCC worstelen natuurexperts in Nederland met de toon van hun herhaalde schreeuw om aandacht. Want het gáát slecht met de natuur, dus het is niet eenvoudig om daar een positieve draai aan te geven. Maar het is ook wel duidelijk dat iedereen inmiddels snakt naar goed nieuws.
Kirsten Haanraads van het Wereld Natuur Fonds en Sander Turnhout van SoortenNL kennen dit dilemma. Ze werkten mee aan het kersverse Living Planet Report Nederland, dat beschrijft hoe de natuur in Nederland zich sinds 1990 ontwikkelt. Dit vierde rapport, met als ondertitel Kiezen voor natuurherstel, benadrukt waarom natuurbescherming niet genoeg is. Natuur is veerkrachtig, maar we kunnen haar best een handje helpen om te herstellen.
Turnhout: “We hebben dertig jaar geleden afgesproken dat we de natuur in gunstige staat van instandhouding gaan brengen omdat je anders geen toekomst hebt. Je hoort nu wel zeggen dat het helemaal niet slechter gaat, maar dan zit je dus nog steeds op de bodem van de put. En dan krijg je gedoe met vergunningverlening en gedoe met rechters. Als je op de bodem van die put blijft zitten, dan is het donker en koud.”
Haanraads: “En het gaat niet alleen slecht met wat we formeel beschermen, maar ook met de egel in je achtertuin.”
Staat er wel iets positiefs in jullie rapport?
Turnhout: “Jawel. De positieve kanten hebben allemaal met water te maken. Ruimte voor de Rivier, de Gelderse Poort en de Ooijpolder bij Nijmegen, de Blauwe Stad in Groningen, de Biesbosch.”
Haanraads: “Door de stroming in rivieren herstelt waternatuur. Die dynamiek moeten we op andere plekken ook terugbrengen. Hierin spreekt voor ons ook hoop.”
Turnhout: “Als je wil, kan het. En het gaat gebeuren, linksom of rechtsom. We hebben de energietransitie, er wordt een slag geleverd over het klimaatbeleid, bij droogteproblemen heb je een zoetwatervoorraad nodig, bij wateroverlast heb je ruimte voor de rivier nodig. Dan kun je nu wel moeilijk gaan doen over stikstof en een plantje hier of daar, maar dat is een achterhoedegevecht. En dat voeren we eigenlijk al dertig jaar, dus laten we daar mee ophouden.”
Haanraads: “Als we nu geen werk maken van natuurherstel, wordt het steeds lastiger of zelfs onmogelijk. Je ziet nu al dat sommige ecosystemen moeilijk te herstellen zijn en de problemen hopen zich op.”
Wat zegt dan de uitslag van de verkiezingen voor provincie en waterschappen?
Turnhout: “Als je de grote overwinning van de BBB uitlegt als marketing van Big Agro wordt het moeilijk. Maar het kan allerlei kanten opgaan. Op luchtvaart bijvoorbeeld zie ik hoopvolle signalen: de BBB wil de luchtvaart aanpakken, ook een grote uitstoter.”
Haanraads: “Achteruitgang van biodiversiteit belemmert ons, niet alleen in economisch ontwikkelperspectief, maar op termijn ook in ons welbevinden. En landbouwproductie is ook gebaat bij een goede biodiversiteit. Dus ik denk dat iedere politicus zal zien dat dit iets is dat hoog op de agenda moet staan.”
Maar er is blijkbaar een grote groep mensen die stemt op dat andere geluid: zo erg is het allemaal niet, er is nog genoeg natuur.
Haanraads: “Het is jammer dat dat wordt gezegd, maar daarom is ons rapport ook belangrijk. Wij doen samen twee jaar lang onderzoek - de soortenorganisaties, Naturalis, CBS, WWF, alle experts zijn erbij betrokken - en wij constateren dat het niet goed gaat met natuur in Nederland.”
Turnhout: “Omdat het er moet zijn. Omdat het belangrijk is voor de economie. Uit onderzoek naar draagvlak blijkt dat 93 procent van de Nederlanders dat vindt, en dat is fors. De verkiezingsuitslag vertekent ook een beetje. Ik denk dat veel mensen op de BBB hebben gestemd die door de overheid mishandeld zijn, in welk willekeurig dossier dan ook. Niet alle BBB-stemmers zijn tegen de natuur.”
Blijkbaar zijn mensen snel bereid om aan te nemen dat de natuur niet op omvallen staat.
Turnhout: “Dat is ook makkelijk. Mensen willen graag goed nieuws horen. De dingen die bevestigen wat je eigenlijk al weet gaan gemakkelijker over het voetlicht dan de dingen die vertellen dat je een probleem hebt.”
Haanraads: “Het is niet de leukste boodschap, en wij komen hem niet graag brengen. Maar wij zien dat de afname van populaties 50 tot 60 procent is in onze natuurgebieden, in het agrarisch gebied, in heide en duinen. Dat is het resultaat van wetenschappelijk onderzoek. En dat geeft ons ook de kans er iets aan te doen. We staan aan de vooravond van grote veranderingen en een van de dingen die je daarbij zeker moet meenemen is natuurherstel.”
Waaraan zie je dat het slecht gaat met de natuur?
Turnhout: “Dat is niet iets wat je om je heen ziet. Natuur is complex. Om dat goed in beeld te brengen moet je heel veel soortgroepen bekijken, op verschillende plekken, door de jaren heen. Dat is precies wat wij doen in het Living Planet Report en in de statistieken die eronder liggen. We kijken naar alle soortgroepen, we volgens ze al een jaar of dertig, en dat doen we statistisch correct, met twintigduizend meetpunten verspreid over heel Nederland. Als je op die manier kijkt, zie je die achteruitgang. En dan gaat het niet om één soortje maar om 351 dier- en duizenden plantensoorten."
Haanraads: “Herkenbare soorten als konijnen en patrijzen zijn de grootste dalers.”
Turnhout: “Patrijzen zijn gewoon verdwenen. Akkerkruiden zie je alleen nog in natuurgebieden en niet meer op akkers.”
Haanraads: “Maar aan soorten waarvoor we hebben ingezet op natuurherstel, zien we ook dat het werkt. Zoals de otter en de bever, daar is veel tijd en energie in gestoken. Dus het kán wel.”
Turnhout: “En het geeft betekenis. Het is de identiteit van je landschap. Die raak je kwijt als de soorten en de landschapselementen er niet zijn, maar je kunt haar terugwinnen als je die soorten terugbrengt.”
Haanraads: “We hebben dat natuurherstel in veel watergebieden gedaan in het kader van Ruimte voor de Rivier, dus eigenlijk om ons te beschermen tegen hoogwater. De echte reden was niet zozeer natuurherstel, maar het is een prachtig neveneffect: het gaat minder slecht met waternatuur. Maar voor verder herstel moet de waterkwaliteit nog veel beter. Het is fijn dat het water schoner is geworden, maar het is niet schoon.”
“En nu zitten we weer in datzelfde schuitje. We gaan een heleboel dingen aanpakken. Minister Hugo de Jonge heeft geroepen dat ruimtelijke ordening terug is in Nederland, en daar moeten we die natuurcombinaties weer gaan maken. Als je de belangrijkste bedreigingen wegneemt, dus stikstof terugdringen, droogte aanpakken en zorgen dat natuurgebieden met elkaar verbonden zijn, dan kun je met natuurherstel echt een vlucht maken.”
Turnhout: “Je moet het ook een keer gaan doen. Het is een merkwaardig idee dat het probleem verdwijnt als je maar lang genoeg afwacht.”
Helpt dan de juridische weg, dat Nederland op slot zit en we wel moeten ingrijpen om te kunnen bouwen?
Turnhout: “Nee dat helpt helemaal niet. Denk je dat beleid populair wordt als je zegt: het is eigenlijk heel vervelend maar we moeten wel van Europa?”
Haanraads: “Mensen vinden natuur belangrijk en waardevol omdat ze erin recreëren, omdat ze voor ons drinkwater zorgt en voor bestuiving van ons voedsel. En de hoeveelheid groen in de stad is heel belangrijk in bijvoorbeeld het opvangen van hittestress. We hebben dus veel meer natuur op iedere plek in ons leven nodig.”
Turnhout: “In wegbermen bijvoorbeeld. Als je alle wegbermen in Nederland bij elkaar optelt, heb je een gebied dat groter is dan de Veluwe. Met ecologisch bermbeheer lever je echt een hele goede bijdrage aan het herstel van akkerkruiden en de insecten die daarvan afhankelijk zijn. Daar kun je morgen mee beginnen.
“Er gaat dan ook iets anders gebeuren. Dat hebben we gezien in de Ooijpolder, waar het begon met wandelpaden. De provincie Gelderland gaf boeren een vergoeding voor klompenpaden en zo ontstond een wandelnetwerk in de polder. Toen mensen er eenmaal liepen, moest ook het landschap een beetje aantrekkelijk gemaakt dus kwamen er heggen. En nu die er zijn gaan de discussies over de productiewijze.”
“Als je begint met ‘je moet je productiewijze veranderen’, zetten boeren hun hakken in het zand. Maar als je begint met wandelen en daarna groenblauwe dooradering, zoals het heet in vakjargon, zien die boeren hoe het werkt. Want er lopen veertig- à vijftigduizend recreanten door die polder en dat brengt ook nieuwe verdienmodellen met zich mee.”
Haanraads: “Duidelijkheid vanuit de overheid biedt een hoop houvast. Kiezen voor natuurherstel is niet voor niets de ondertitel van ons rapport. Sinds eind vorig jaar is ‘water en bodem sturend’ het uitgangspunt van de regering voor de inrichting van het landschap. Nu moet je van die mooie bewoordingen werk gaan maken, ook door gebruik te maken van de de Europese Natuurherstelwet, waar Nederland nog niet achter staat.”
Succesvolle bescherming stelt ons ook weer voor problemen, zoals met de wolf, de bever en de otter, en nu weer de das.
Haanraads: “Juist omdat het niet goed gaat met de natuur, komen we er steeds meer mee in aanraking. We hebben heel weinig natuur in Nederland en buiten de natuurgebieden heel weinig natuurlijkheid. De otter, de wolf en de das zijn dan opeens een vreemde eend in de bijt, omdat de natuur zich even laat zien. Als je de natuur terugbrengt op plekken waar we die nu niet hebben, dus langs onze infrastructuur, in onze landbouwgebieden en steden en door natuurgebieden beter te verbinden, dan hebben we er minder hinder van.”
Turnhout: “We hadden dit kunnen zien aankomen en er iets aan kunnen doen. Die dassen hadden helemaal niet onder het spoor terecht hoeven komen, daar had ProRail voor kunnen zorgen, en dat wisten ze twintig jaar geleden al.”
Haanraads: “Er worden veel dassen en andere diersoorten doodgereden omdat we er in onze infrastructuur geen rekening mee hebben gehouden. Als je de natuur meer ruimte geeft, letterlijk en figuurlijk, wordt natuur minder knellend en minder lastig. De natuur hoort om ons heen. Bij problemen als droogte en wateroverlast speelt ze juist een prachtige rol. Daar moeten we veel meer gebruik van maken.”
Lees ook:
Hoogleraar Kees Bastmeijer: ‘Stop met juridisch geknoei in het natuur- en milieurecht’
Deze week neemt hoogleraar natuurbeschermings- en waterrecht Kees Bastmeijer afscheid van de universiteit van Tilburg.‘We maken er juridisch een potje van, in natuur en milieu.’
Twee crises, één oplossing: meer natuur
Twee crises, één aanpak. De ‘dubbele noodsituatie’ van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies kan worden opgelost met meer natuur, zegt het Wereld Natuur Fonds in een rapport dat vandaag verschijnt.