De mossel moet de redding worden van dit vogeleiland

Het afkalvende Waddeneilandje Griend dreigde te vergaan. Foto: Jasper Doest / Natuurmonumenten. Beeld TRBEELD
Het afkalvende Waddeneilandje Griend dreigde te vergaan. Foto: Jasper Doest / Natuurmonumenten.Beeld TRBEELD

Het afkalvende Waddeneilandje Griend dreigde te vergaan. Door zand en schelpen aan te laten rukken, is de vogelhotspot vorig jaar gered, voorlopig. Mosselen kunnen Griend er structureel bovenop helpen, denken onderzoekers.

Frank Straver

Het is laagwater. Het uitgestrekte wad rond Griend is drooggevallen. Op de blubberige zandplaat zijn lange rijen kleine kratjes tevoorschijn gekomen. Dit kunstmatige rif stond zojuist nog vol in het zeewater. Het is overwoekerd met frisgroen wier. Glibberige zeesla. “Maar kijk eens goed in de kratjes”, zegt onderzoeker Laura Govers. “Er zitten al heel wat kleine mosseltjes in.” De transparante boxen waar de mosselen zich in kunnen nestelen lijken wel van plastic. Dat klopt. Maar dit is wel ‘bioplastic’. Een natuurvriendelijk materiaal, gemaakt van zetmeel.

De wind giert over de kale, open wadplaat. Een striemende regen slaat neer. Govers snoert de capuchon van haar regenjas aan. “Snertweer.” Maar al die minimossels in deze vorig jaar geplaatste kratjes, die maken álles goed voor de bioloog van de Rijksuniversiteit Groningen. Hun aanwezigheid, zegt Govers, biedt hoop. Hoop dat deze kunstmatige mosselbank, nu 700 meter lang, goed aanslaat. Dan kunnen er veel meer kratjes bijkomen. En dat zou kunnen resulteren in een blijvende redding van heel Griend. Dat klinkt misschien overdreven. Maar, zegt Govers, mosselbanken hebben echt enorm veel in hun mars.

“Ze bieden natuurlijke bescherming”, zegt ze. Deze beschutte groeiplekken, waar het almaar stijgende aantal krabben de schaarse mossels niet kunnen oppeuzelen, zijn allereerst een soort golfbrekers. De zee slaat hierdoor minder makkelijk land weg. Maar dat is pas het begin. Mosselen filteren hun voedsel uit het water. Daarbij leggen ze klein hoopjes slib naast zich neer. “Mosselen hogen het zand dus continue een beetje op”, zegt Govers. En dat kan het zandarme, slinkende Griend uitstekend gebruiken.

De schelpdieren kunnen behalve versterking ook verrijking bieden. Ze maken een ‘biodiversiteitshotspot’ mogelijk. Want bij een mosselbank verschijnen al snel wieren en dat trekt slakken aan. Ook kokkelschelpen en garnalen komen op de mosselbank af. En laat garnalen nu net het favoriete hapje zijn van de drieteenstrandlopers, kleine trippelende witte vogels waar het mee vol zit op Griend. Andere, zoals de scholeksters, eten de mosselen zelf graag. Grotere meeuwen ook. Als die mossels kunnen eten, pakken ze ook niet zo snel kuikens uit een nest van broedvogels.

Zandhonger

Mosselschelpen, al dan niet door vogels leeggepikt, kunnen het hele eiland versterken. Als een soort cement houden ze de boel bij elkaar. “Als dat toch eens lukt…”, zucht Govers dromerig. “Dat is ons streven. Dat je, via de mosselbanken, de natuurlijke processen weer in gang zet om Griend te versterken.” En mocht dit hier een succesvolle aanpak zijn, dan kan dit mogelijk ook andere verdrinkende eilandjes van de ondergang redden. Voor vogeleilanden zoals Jordsand tussen Duitsland en Denemarken is dat te laat. Dit gebied verdween al in zee, mogelijk als gevolg van de aanleg van meerdere dammen op de vrije, natuurlijke zeestroming. Maar er zijn nog genoeg andere zakkende eilandjes, elders ter wereld, die op redding wachten.

Bij Griend zelf werd vorig jaar al 20.000 kuub schelpstukjes bij het eilandje uitgestort met vrachtwagens en maar liefst 200.000 kuub zand werd opgespoten via een pijpleiding. ‘Kunstmatige verjonging’ heet dat. De grootscheepse reddingsactie was bittere noodzaak, want Griend dreigde voorgoed kopje onder te gaan. Er was sprake van ‘zandhonger’ volgens Natuurmonumenten, beheerder van het eiland.

De lading zand en schelpen stilde de honger. Voorlopig. Want die ‘zandhonger’ als fenomeen verdwijnt niet helemaal. Het is dus niet gezegd dat de versterking Griend voorgoed in veiligheid brengt. Sinds de aanleg van de Afsluitdijk lijkt de stroming in zee volgens Natuurmonumenten dusdanig veranderd dat de natuurlijke aanvoer van sedimenten bij Griend in de war is geschopt. In de jaren tachtig werd het eiland ook met zand versterkt. Maar dat bood geen blijvende oplossing. Het zand en schelpenmateriaal dat in 2016 door Rijkswaterstaat werd aangevoerd slaat voorlopig wel goed aan. “Het is een brede zandoever”, zegt Sanne van Gemerden, Waddenexpert bij Natuurmonumenten. De aangebrachte zandhoop mag zich volgens haar gaan verspreiden over het eiland. Een hevige storm kan zo heel Griend een stukje vooruitblazen. Prima, volgens Van Gemerden. Griend mag gaan ‘wandelen’, zolang het maar niet kleiner wordt.

Het eiland is onbewoond. Er staat wel één hoog, houten hutje. Hoog, op palen. Daarin verblijven nu een paar collega-onderzoekers van Govers. Er is weinig plek. Daarom is er nu een schip neergelegd, op de Wadplaat pal naast het 800 jaar oude eiland. Daar slapen de onderzoekers, die enkele weken komen kijken hoe het gaat met Griend, de mosselbank en de vogels. “Een mobiel veldstation”, noemt Govers het schip. Tien onderzoekers bivakkeren erop. Als de grote toeristische veerpont langs vaart, naar Vlieland of Terschelling, klotst alles aan boord heen en weer.

Govers loopt vanaf het Wad naar het vaste deel, het eiland, dat bij hoog water altijd droog blijft. “Hier staan we op een heel nieuw stuk Griend”, zegt ze. “Vorig jaar stonden hier nog graafmachines en vrachtwagens.” De zandvlakte ziet er nog schoon en fris uit. De wind heeft hele kleine duintjes gevormd. Hier en daar staat al wat begroeiing. Er staat helmgras. Op sommige plekken komen kleine struiken op: zeeraket. Dat gebeurt niet helemaal spontaan. Bij de versterking van Griend zijn plaggen met planten langs de randen van het nieuwe gedeelte aangebracht.

Collega-onderzoeker Emma Penning schuilt even voor de regen in het houten hutje, dat een jaar of tien geleden werd neergezet voor toezicht en onderzoek. Penning is bij het onderzoek op Griend betrokken vanuit NIOZ, het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee. Zij weet alles van de broed- en trekvogels die hier - normaal gesproken - het rijk alleen hebben. Er zitten meeuwen, kanoeten, sterns, eidereenden. Penning haalt een iPad tevoorschijn. Daar staan allemaal gekleurde lijntjes op. Dit zijn de routes die vogels op Griend afleggen. “Zo kunnen we monitoren hoe de vogels zich gedragen, sinds de versterking van het eiland.”

Vogel met zender

Zo’n honderd vogels werden gevangen, ’s nachts met een net. Die dragen nu een piepklein, vastgelijmd zendertje. Penning wijst op haar iPad. “Zie je deze drieteenstrandloper? Die zendt elke drie seconde een signaal uit.” Het lijntje op de computer laat zien: de vogel loopt tegen de wind in om te foerageren. “Dat doen ze altijd”, zegt Penning. “Dan kunnen ze het beste wegvliegen als er een vijand aankomt.” Af en toe meldt een slechtvalk, velduil of kiekendief zich op Griend. Zo’n roofvogel pakt maar één of twee vogels per dag als prooi. Maar het effect is veel groter: alle vogels zijn helemaal van slag. De vogeldata laat soms spannende verhalen zien. “Voor we naar bed gaan kijken we nog even waar de vogels zitten.”

Het is nog te vroeg om te zeggen of de versterking van Griend groot effect heeft op de aanwezige vogelpopulaties. Daar is nog jaren onderzoek voor nodig. “Maar ze weten het nieuwe deel soms wel al te vinden”, zegt ze. “Bij storm bijvoorbeeld zitten ze af en toe liever op de zandsuppletie, het nieuwe deel van Griend.” Dat is een goed teken, zet Penning, want bij ruig weer hebben ze een toevluchtsoord hard nodig. Als de vogels niet op het nieuwe zanddeel konden neerstrijken, zouden ze volgens Penning vast zijn gaan rondvliegen. Of ze hadden hun biezen gepakt, op naar de zandplaat Richel nabij Vlieland. “Dat kost ze veel energie, in tijden dat ze juist moeten opvetten en ruien.”

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden