De wondere vogelwereld vanO.C. Hooymeijer

De mannelijke Wierpoot klinkt als het leegschenken van een pijpje bier in een glas

Wierpoot  Beeld O.C. Hooymeijer
WierpootBeeld O.C. Hooymeijer

Wierpoot L 18 cm Nupharialius patas

O.C Hooymeijer

Niet algemene en zeer plaatselijke, enige amfibische niet-bestaande vogel. Altijd in de nabijheid van waterpartijen. Dit kunnen stilstaande plassen, heidevennen, sloten, zacht kabbelende beken, meanderende kleine rivieren met rijke oeverbegroeiing zijn, maar ook bij of in de ijskoude boven de boomgrens gelegen alpenmeren kan de Wierpoot waargenomen worden. De glashelderheid alsmede de minimale diepte van vijfentwintig centimeter van het water zijn onontbeerlijk.

Was in Nederland, mede door het gebruik van de vele fosfaten, met de daarmee samenhangende algemene vertroebeling van het oppervlaktewater uitgestorven, doch door de sterke kwaliteitsverbetering zijn er de laatste jaren weer enkele waarnemingen bekend. (onder andere Sint-Janswater in Noord-Brabant, bovenloop Kromme Aa in zuidoost Drenthe en de Zalige Nattigheid in Zuid-Limburg).

Leeft de helft van het jaar onder water

Ietwat gedrongen verschijning. Verenpak diepblauw met groenige accenten op de flanken. Zie uiterst kleine, bijna te verwaarlozen grijze snavel. Forse, sterk genagelde naar zwart gaande poten. In verhouding redelijk grote, ietwat opbollende ogen. Leeft de helft van het jaar onder water, waarbij de kieuwachtige organen aan beide zijden van de kop de ademfunctie van de longen overnemen. Bij het aflopen van de zomer en het dalen van de temperatuur, verruilt de Wierpoot het verblijf op het land voor dat van onder water. Gedurende enkele weken wordt de vetvoorraad opgebouwd door een menu van kleine vis, insecten, larven, watervlooien alsmede waterplanten en algen.

null Beeld O.C. Hooymeijer
Beeld O.C. Hooymeijer

Tegen de tijd dat de winter invalt ‘graaft’ de Wierpoot zich in de slijkerige bodem in, waarbij alleen de kop boven de modder uitsteekt. Met gesloten ogen en een naar de tussen de drie en vijf graden dalende lichaamstemperatuur gaan de vogels in een minimaal drie maanden durende winterslaap. Bij het aanbreken van de lente ontwaken de vrouwtjes als eerste en leggen een streng van enkele honderden schaalloze, doorzichtige eieren welke door een willekeurig voorbijkomend Wierpootmannetje met zijn spermacellen worden bevrucht. Deze zogenaamde “uitwendige bevruchting” vindt in alle rust plaats, zonder het, vaak vermoeiende baltsgedrag en de uiteindelijke paring met de zogenaamde “inwendige bevruchting”.

Van de vele aan hun lot overgelaten eieren komen er door predatie van roofvissen als snoek en baars maar een enkele tot volledige wasdom. Maar weinig exemplaren verlaten als juveniele vogel het water om aan land tot volwassen Wierpoot door te groeien. Gewoonlijk zwijgzaam, doch vrouwtje kan bij het uit het water komen een vrij luid zuchtend steunen laten horen. Mannetjes laten bij het uitschudden en poetsen van het doornatte verenkleed vaak donker borrelende, klokkende keelklanken horen, welke wel doen denken aan het leegschenken van een pijpje bier in een glas.

Volksvogelwijsheid: herkomst Nederland (ca. 1921), “Zien wij den Poot van Wier in ’t water gaan, is ’t met het zomertje gedaan!”

Iedere week beschrijft O.C. Hooymeijer een vogel die aan zijn brein is ontsproten. Eerdere afleveringen in de serie ‘De Wondere vogelwereld van O.C. Hooymeijer’ leest u hier.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden