Een bedreigde luipaard geniet bescherming in een Indiaas natuurreservaat.  Beeld AFP
Een bedreigde luipaard geniet bescherming in een Indiaas natuurreservaat.Beeld AFP

Jelles WeekdierLuipaard

De luipaard – bekend van de Leopardtank – is een gevlekte leeuw

Jelle Reumer

Grote katachtigen worden graag gebruikt als symbool of merknaam om snelheid en kracht mee uit te drukken. De Nederlandse voetballeeuw bijvoorbeeld. Zo is er ook een merk sportkleding genoemd naar de poema, een chic Brits automerk naar de jaguar en een grote oliemaatschappij adverteerde jarenlang dat wij met hun benzine een tijger in onze tank stopten.

En dan is er de Duitse Leopard-2-tank, genoemd naar de luipaard. Weinig dierennamen verschenen de laatste tijd zo vaak in het nieuws als die van de luipaard, maar dan in de Duitse of Engelse versie ervan: leopard. De zo vurig gewenste levering van Leopard-2-tanks aan Oekraïne was geruime tijd op iedere voorpagina te vinden, mede door de aarzeling van de Duitse bondskanselier om toestemming te geven voor de levering.

Leopard is een eigenaardig woord. Het is samengesteld uit de Griekse woorden leon, leeuw, en pardos, dat (gevlekt als een) panter betekent; een leopard is dus letterlijk een gevlekte leeuw. Het woord panter is een synoniem.

Geen paard maar een kat

Het Nederlandse woord luipaard is een voorbeeld van volksetymologie. Een luipaard is geen paard, net zomin als een nijlpaard dat is. Nederlandse dierennamen slaan wel vaker de plank mis: het nijlpaard is een verre verwant van varkens, een luipaard is een kat.

Nog een taaldingetje: paard is een onzijdig woord, ‘het’ paard. Maar bij de luipaard is dat anders. De luipaard is geen paard, want dan zouden we ‘het luipaard’ schrijven. Maar toch blijkt dat ook te mogen, hoewel ‘de luipaard’ de voorkeur heeft.

De van vlekken voorziene luipaarden of panters (Panthera pardus) zijn grote katachtigen van de Oude Wereld. Ze zijn kleiner dan de egaal beige leeuwen (Panthera leo) en de gestreepte tijgers (Panthera tigris). In de Nieuwe Wereld komen andere soorten voor, de jaguar (Panthera onca) en de poema (Puma concolor).

Om de verwarring nog te vergroten, is er ook een Amerikaans kattengeslacht dat Leopardus heet, wat dus geen luipaarden zijn; het is de ocelot. Luipaarden komen voor in Afrika (met uitzondering van de Sahara) en in Azië van Turkije tot de Beringstraat. Bij een soort die over zo’n groot gebied is verspreid, worden vaak ondersoorten onderscheiden.

Uitgeroeid als gevolg van een trofeeënjacht

Het luipaard kent minstens acht ondersoorten, van de Afrikaanse panter in het meest westelijke verspreidingsgebied tot de Siberische of Amoerpanter helemaal in het verre noordoosten. Deze Amoerpanter (Panthera pardus orientalis) is vrijwel uitgeroeid als gevolg van trofeeënjacht en habitatvernietiging door aangestoken natuurbranden en de ontwikkeling van infrastructuur.

Met een wilde populatie van slechts enkele tientallen exemplaren is het een van de meest bedreigde katten(onder)soorten. Doordat er nog maar zo weinig over zijn, is de kans op inteelt groot. Gelukkig worden de prachtige dieren wel gefokt in dierentuinen, waaronder het Rotterdamse Blijdorp.

Nu die Leopard-2-tanks nog. Die enorme dingen kunnen een snelheid van 70 kilometer per uur halen, Dat lijkt meer op het jachtluipaard oftewel de cheeta (Acinonyx jubatus). Maar dat is geen luipaard, ook al heet hij zo. Cheeta’s jagen overdag, luipaarden ’s nachts en in de schemering. Dat is ook voor tanks een slimmere strategie.

Jelle Reumer is paleontoloog. Voor Trouw bespreekt hij iedere week een dier dat het nieuws haalt.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden