Faunapassages

De holle biels, de redding van ringslang, kikker en egel

Een van de twee dwarsligger faunapassages onder het spoor tussen Weesp en Hilversum. Beeld Movares
Een van de twee dwarsligger faunapassages onder het spoor tussen Weesp en Hilversum.Beeld Movares

De faunapassages bij het Naardermeer blijken uitstekend te werken. Ringslangen, egels en kikkers kruipen er kwiek onder het spoor door.

Joop Bouma

Het idee is even simpel als uniek: vervang een paar betonnen spoorbielzen – dwarsliggers, in NS-jargon – door holle exemplaren, zoek precies uit waar kleine dieren het spoor willen oversteken en zorg met geleidingsrasters dat ze de onderdoorgangetjes makkelijk kunnen vinden. Het werkt. Twee jaar lang is er op twee plekken in het druk bereden baanvak Weesp-Hilversum een proef gedaan met stalen faunapassages van vijftien centimeter hoog, die direct onder de rails in het spoortalud zijn ingegraven.

Het experiment blijkt een enorm succes: in die twee jaar zijn 559 dieren geteld die door de beide passages het spoor onderlangs passeerden. In werkelijkheid zijn het er veel meer geweest, want de signalering met fotocamera’s aan beide zijden was niet waterdicht. Er zijn meer dan 5500 waarnemingen gedaan. Lang niet van ieder beestje kon met zekerheid worden vastgesteld dat íe er ook echt helemaal onderdoor was gegaan. Die 559 zijn de exemplaren die aan beide kanten op foto’s werden gezien.

Spoorbeheerder ProRail is tevreden over het experiment. Na het Nederlandse succes heeft de Zwitserse federale spoorwegmaatschappij SBB besloten volgend najaar ook een proef te doen met de dwarsligger faunapassage.

Vooral egels zijn vaak de klos

Een fors aantal natuurgebieden in Nederland wordt doorkruist door wegen en spoorwegen – het zijn plekken waar nogal wat dieren sneuvelen. Vooral egels zijn vaak de klos. Er zijn in ons land meer dan tweeduizend grote en kleine faunapassages onder verkeersaders aangelegd om dieren de kans te geven zonder letsel over te steken. Maar voor kleinere soorten, vooral reptielen en amfibieën, was er eigenlijk niet veel. Kikkers en salamanders kruipen niet graag door lange buizen. Dat heeft te maken met het microklimaat in kleinere faunapassages: het verschil tussen het klimaat in de tunnelbuizen en dat van daarbuiten is te groot. Dan haken amfibieën en reptielen af.

null Beeld PETER BONTAN
Beeld PETER BONTAN

Bovendien kunnen faunatunnels in nattere gebieden niet worden aangelegd omdat ze vol water lopen. Die situatie doet zich voor in het Naardermeer, een laagveenmoeras met een grote rijkdom aan soorten. Het gebied, pronkjuweel van Natuurmonumenten, valt onder het Europese netwerk van beschermde gebieden Natura2000.

Een drukke spoorbaan, waarop nogal wat dieren de dood vinden, doorklieft het Naardermeer. De frequentie van treinen tussen Weesp en Hilversum is hoog: in beide richtingen rijden er per uur vier intercity’s, zes sprinters en dagelijks maximaal twee goederentreinen over dit baanvak, meldt ProRail. Volgens NS gaat het om 350 treinbewegingen per etmaal, nog los van het goederenverkeer.

Faunapassages bij het Naardermeer

Er zijn in Nederland veel meer plekken, waar het spoor in kwetsbare natuur ligt. Zo doorsnijdt de Betuwelijn de overwinterings- en voortplantingslocatie van de rugstreeppad, een soort die ook niet graag door lange, donkere ondergrondse faunabuizen hopt. Padden en kikkers kunnen over spoorstaven springen, maar veel andere amfibieën lukt dat niet. Uit onderzoek blijkt dat een derde tot zelfs 70 procent van de padden de overkant van een druk bereden spoorbaan niet haalt. Het beleid is er op gericht om de natuur in deze gebieden zoveel mogelijk te ‘ontsnipperen’, met faunapassages en andere ingrepen.

Zelfs een das gebruikte de faunatunnel.  Beeld Movares
Zelfs een das gebruikte de faunatunnel.Beeld Movares

Toen er in 2019 groot onderhoud moest worden gedaan aan het stukje spoor rond het Naardermeer besloot de provincie Noord-Holland zeventien miljoen euro uit te trekken voor de aanleg van negen faunapassages, zeven grotere en de twee experimentele dwarsligger-passages.

Doorgangen direct onder de rails waren nieuw, nooit eerder toegepast. Afspraak was dat twee jaar na de aanleg zou worden gekeken of het experiment succes had. Zo niet, dan zou de provincie zorgen voor verwijdering. ProRail houdt niet van gegraaf in het spoortalud. Maar de holle bielzen kunnen blijven, want gebleken is dat voor het treinverkeer en voor het spooronderhoud de passages geen enkel probleem opleveren.

Veelbelovende resultaten

Het rapport laat veelbelovende resultaten zien, zegt ook ProRail in een reactie. “Maar het is te vroeg om nu al te speculeren over de aanleg op andere plekken. Deze passage is in ieder geval goed in te zetten in gebieden waar de grondwaterstand dusdanig hoog is dat er voor een gangbare passage onvoldoende ruimte is.’’

De dwarsligger faunapassage is ontwikkeld door innovatiemanager Rien Veldsink en zijn collega Gideon Vreeman, die destijds als ecoloog werkte bij duurzaam ingenieursbureau Movares in Utrecht. Zij bedachten robuuste stalen H-profielen die twee dwarsliggers vervangen. Tussen de profielen is een halve meter ruimte. De doorgang van vijftien centimeter is afgedekt met een rooster dat lucht en licht doorlaat. Dat rooster voorkomt dat kleinere dieren worden meegezogen door de drukgolf van een trein die met 130 kilometer per uur passeert.

null Beeld Movares
Beeld Movares

Het effect van de zuigkracht van treinen op padden is in 2011 al eens uitgezocht door twee studenten natuur- en landschapstechniek van de hogeschool Van Hall Larenstein in Velp. Erwin Goutbeek en Ronald Lankhof legden neppadden, die qua afmeting en gewicht overeen kwamen met echte exemplaren, naast het spoor en keken wat er gebeurt als er een trein passeert. De dieren werden omhoog gezogen en kwamen verderop neer. Ze rolden door zolang de trein nog niet voorbij was. De twee studenten zagen bij hun veldonderzoek levende padden tussen de spoorstaven die na het passeren van een dubbeldekker op volle snelheid, niet meer terug waren te vinden.

Ringslang

Ecoloog Erik van der Woude, die Vreeman opvolgde bij Movares, is blij met het resultaat van de proef bij het Naardermeer. “Dit is absoluut een unieke oplossing. ProRail was aanvankelijk best huiverig. Maar het succes is overduidelijk. In de eerste maand al legden we een ringslang op foto’s vast. We hadden op veel minder passages van dieren gerekend.’’

De plekken van de twee dwarsliggerpassages bij het Naardermeer zijn zorgvuldig gekozen. De ene ligt in de overgang van open moerasland naar moerasbos. De ander ligt middenin een moerasbos. Het gebied is van groot belang voor amfibieën, zoals de heikikker, poelkikker, rugstreeppad en voor reptielen, zoals de ringslang en de levendbarende hagedis. Dat zijn dieren die van hun voortplantingsgebied makkelijk hun overwinteringsgebied moeten kunnen bereiken. Voor die trek is dat spoor een grote belemmering.

Dat er ook een das en enkele boommarters door het railtunneltje kropen was voor de onderzoekers van Movares een verrassing. Dassen en marters kunnen vrij makkelijk en snel een spoor oversteken. Met een hoogte van vijftien centimeter is de onderdoorgang zelfs nogal krap voor een das. Er zijn plannen om toekomstige dwarsligger-faunapassages iets hoger te maken, zodat grotere zoogdieren en ook makkelijk doorheen kunnen.

Lees ook:
Hoe het Naardermeer is ‘ontsnipperd’ met ‘faunapassages’

Het Naardermeer is ‘ontsnipperd’. Dat is ecologenjargon voor: dieren kunnen nu vrij in en uit het natuurgebied. Mede dankzij nieuwe, holle spoorbielzen onder de rails.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden