De grootste vervuiler is man, hoogopgeleid en stemt VVD
De gemiddelde Nederlander wacht tot de overheid actie onderneemt tegen klimaatverandering. Eerst moeten bedrijven iets doen, dan de burger.
De scepsis over klimaatbeleid in Nederland neemt toe. Minder mensen maken zich zorgen om klimaatverandering. Tegelijk groeit het aantal Nederlanders dat minder ambitieuze maatregelen van het kabinet wil tegen de uitstoot van broeikasgassen.
Was drie jaar geleden nog rond driekwart van de Nederlanders bezorgd over klimaatverandering, nu is dat gedaald naar 65 procent. Minder vergaande maatregelen hadden toen de voorkeur van een klein groepje van 6 procent, inmiddels vindt bijna een op de vijf dat het beleid wel een tandje minder kan.
Huiverig
De cijfers komen uit onderzoek van bureau I&O Research dat vandaag in het blad Binnenlands Bestuur wordt gepubliceerd. “We zien dat mensen ervan doordrongen raken dat klimaatbeleid nu echt vorm krijgt en geld gaat kosten”, licht onderzoeker Peter Kanne toe. “Tegelijk is er nog veel onduidelijk over de uitwerking van maatregelen. Die combinatie maakt mensen huiverig, angstig om iets te verliezen.”
Al is nog altijd bijna de helft van de mensen voorstander van daadkrachtiger klimaatbeleid, drie jaar geleden was dat nog 64 procent. Mensen vinden dat de overheid wel in actie moet komen, maar vooral bedrijven moet dwingen hun uitstoot terug te dringen en minder de last bij de burger leggen. De gemiddelde Nederlander is minder duurzaam dan die denkt. Bij de aankoop van een nieuw apparaat valt de keuze wel op een energiezuinige variant en het licht gaat uit als er niemand in de kamer is, maar vliegen, vlees eten en autorijden, grote bronnen van CO2-uitstoot, is iets wat hij zichzelf graag gunt.
Het verschil tussen denken en doen is het grootst bij hoger opgeleiden. Die zijn somberder over de toekomst (55 procent) dan lager opgeleiden (40 procent) en praten beduidend vaker over klimaatverandering en wat ze zelf kunnen doen (41 versus 24 procent). Maar de praktijk is weerbarstig: ze stoten meer CO2 uit dan lager opgeleiden. Ze maken gemiddeld 9,2 vlieguren per jaar, tegenover 2,4 uren door lager opgeleiden. Daar voelen ze zich wel vaker schuldig over, dat geldt voor een op de vijf, maar slechts 15 procent koopt die wroeging af en betaalt wel eens CO2-compensatie voor een vlucht. Hetzelfde geldt voor vlees eten. Hoger opgeleiden noemen zich vaker flexitariër of vegetariër, maar uitgedrukt in grammen eten ze ongeveer evenveel vlees per week als de gemiddelde Nederlander.
Partijen
De grootste uitstoters van CO2 zijn gemiddeld te vinden onder mannen, hogere inkomens, mensen tussen 35 en 49 jaar, huizenbezitters en VVD-stemmers. Opvallend is dat ook de D66-kiezer meer uitstoot dan de doorsnee Nederlander. Die partij is voorstander van een ambitieus klimaatbeleid maar de aanhang heeft kennelijk moeite met klimaatvriendelijker leven.
Dat gaat veel minder op voor de linkse kiezers. Het beeld van rondvliegende, in grote auto’s rijdende GroenLinksers dat soms geschetst wordt, gaat niet op. Stemmers op die partij stoten aanzienlijk minder broeikasgassen uit dan de gemiddelde Nederlander. Dat geldt ook voor stemmers op de Partij voor de Dieren, de SP en de ChristenUnie. De ChristenUnie is interessant omdat die deel uit maakt van de regering, met VVD, CDA en D66. Stemmers op die drie partijen vertonen juist het meest klimaatonvriendelijke gedrag. Bij hen zal strenger klimaatbeleid harder aankomen of meer gedragsverandering vereisen. Volgende week krijgt het kabinet de doorrekening van het klimaatakkoord van de planbureaus. Hoogstwaarschijnlijk zal het kabinet meer moeten gaan doen om de eigen CO2-doelen te halen.
Dat de burger daar ook nog wel een bijdrage aan kan leveren, komt volgens onderzoeker Kanne duidelijk uit het onderzoek naar voren. “Het is frappant dat mensen geregeld het idee hebben dat ze ontzettend hun best doen, maar niet in de gaten hebben dat hun gedrag eigenlijk weinig verandert. Vliegen doen we steeds meer, de vleesconsumptie zit al een aantal jaren op hetzelfde niveau en ook autorijden neemt weer toe, na een dipje tijdens de recessie. Mensen vinden het al heel wat als ze een of twee dagen geen vlees eten, of met zichzelf afspreken dat ze nog maar één keer per jaar vliegen. Het is heel herkenbaar, maar als je eerlijk bent is het niet genoeg.”
Maximumsnelheid mag omlaag
Wil de gemiddelde Nederlander het liefst 130 blijven jakkeren over de snelweg, ook al blaast die dan relatief veel broeikasgas de lucht in? Dat valt wel mee, blijkt uit het onderzoek van I&O Research.
Bijna de helft van de ondervraagden vindt het prima als de maximumsnelheid naar 120 kilometer zakt, 14 procent is neutraal, een op de drie is tegen. Slechts 100 kilometer per uur mogen rijden heeft minder steun. Iets meer dan de helft van de Nederlanders ziet dat niet zitten. Toch is een derde het daar wel mee eens, 13 procent maakt het niet uit.
Lees ook:
Het klimaatprobleem is voer voor psychologen
Ontkenning, uitstelgedrag en angst weerhouden mensen van actie.
Consument wijst naar bedrijven als het gaat om duurzaamheid.
Duidelijkheid over het effect van duurzame producten helpt de consument te overtuigen, blijkt uit enquêtes van de laatste maanden.