Jelle's WeekdierNautilus
De enige levende inktvis met een uitwendige schelp
Sommige dieren lijken overgeslagen door de eeuwig voortjakkerende dynamiek van de evolutie, zoals de nautilus. Deel 4 van een serie over levende fossielen.
De nautilus is een mythisch wezen. Hun naam komt uit het Grieks, nautílos, wat zeiler betekent, zo genoemd omdat de kleine inktvisachtige argonauten geacht werden zich met hun armen als zeilen voort te bewegen. We vinden de naam Nautilus terug bij Jules Verne, waar de onderzeeboot van kapitein Nemo zo heet; ook diverse andere schepen waren en zijn naar de Griekse zeiler genoemd.
Het is vooral een nautische naam. De ware nautilus is een inktvis, behorend tot de familie der Nautilidae. Het zijn de enige levende inktvissen met een uitwendige schelp en de laatste restanten van een ooit succesvolle groep. Ze zijn in de verte verwant aan de bekende uitgestorven ammonieten, met wie ze veel overeenkomsten maar ook een aantal belangrijke anatomische verschillen vertonen. Er leven nog hooguit zes soorten die alle erg op elkaar lijken.
Nautilusschelpen komen uit het zuidwestelijke deel van de Stille Oceaan en zijn zeer gewild in souvenirwinkels en trendy designzaken. Die twijfelachtige eer danken ze aan hun grote slakkenhuisvormige schelp die aan de buitenkant is voorzien van een fraai lichtbruin zebrapatroon. De binnenkant is van parelmoer. Ook doorgezaagd zijn ze prachtig.
De schelp bestaat uit een groot aantal compartimenten of kamers, die van elkaar gescheiden zijn door een komvormig wandje en onderling verbonden door middel van een weefselstreng die via gaatjes in de wandjes van kamer naar kamer loopt.
De kamers ontstaan doordat het groeiende dier, dat in het laatste en grootste compartiment ‘woont’, af en toe een nieuw, hoger en groter wandje produceert. Op die manier ontstaan tot tientallen compartimenten, die met gas zijn gevuld en die een rol spelen bij het drijfvermogen van het dier.
Een staf van Sinterklaas
De nautilussen die tegenwoordig nog leven hebben een mooie gewonden schelp waarvan de windingen in één vlak liggen. Dat is vroeger niet altijd het geval geweest. Oorspronkelijk groeide het dier in één richting, waardoor de schelp van vroege nautilussen een langgerekte, taps uitlopende kegelvorm hadden. Er waren er ook die als jong dier spiraliseerden, maar vervolgens rechtdoor groeiden, waardoor een schelp ontstond die leek op de gekrulde staf van Sinterklaas.
De eerste nautilussen ontstonden in het Cambrium, een half miljard jaar geleden. Afgezien van de verschillen in rechte, gekrulde of gewonden schelpen is er in al die miljoenen jaren weinig aan hun bouwplan veranderd. Het waren en zijn schelpen met compartimenten, een gaatje in het midden van de wastafelachtige wandjes en met het dier zelf in het laatste, nog niet afgesloten compartiment.
Net als andere inktvissen hebben ze geavanceerde ogen, tentakels en een hoornsnavel. Een inktzak en zuignappen ontbreken echter. Bijzonder is ook de zogeheten hoed, die als de klep van een baseballpet boven de uitwendige delen zit en die bij gevaar de schelp met het erin teruggetrokken dier kan afsluiten. Uiteraard zijn alle levende onderdelen afwezig bij de nautilussen die als schelp worden verhandeld.
Die handel is illegaal, want u raadt het al: hun populariteit is er oorzaak van dat ze bijna zijn uitgeroeid en nu bescherming genieten. Nog even en het zijn geen levende, maar uitgestorven fossielen.
Jelle Reumer is paleontoloog. Voor Trouw bespreekt hij iedere week een dier dat het nieuws haalt. Deze zomer bespreekt hij levende fossielen.