Planbureau voor de Leefomgeving
De circulaire economie is ver uit zicht, dwingender beleid is nodig
Meer afval, een toename van plastic verpakkingen en meubels worden eerder afgedankt. Het lukt Nederland nog niet om minder grondstoffen te gebruiken. Dwingender beleid is nodig, zegt het PBL.
Nederland boekt nauwelijks vooruitgang met de circulaire economie. Het gebruik van grondstoffen neemt niet af. Daardoor is het doel van het kabinet - in 2030 de helft minder grondstoffen gebruiken - bij lange na niet in zicht.
“Terwijl de urgentie om radicaal minder en efficiënter grondstoffen te gebruiken alleen maar is toegenomen”, constateert Aldert Hanemaaijer van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), dat iedere twee jaar de stand opmaakt van de circulaire economie. “De coronapandemie en de inval van Rusland in Oekraïne laten zien dat grondstoffen minder vanzelfsprekend beschikbaar zijn.” Er zijn bovendien veel kritieke materialen nodig voor de overgang naar schone energie, materialen die weinig in Europa voor handen zijn.
Meer circulair produceren en consumeren was al om andere redenen belangrijk. Het winnen en verwerken van grondstoffen zorgt voor de helft van de uitstoot van broeikasgassen en 90 procent van het verlies aan biodiversiteit in de wereld. In 2050 zou de hele Nederlandse economie circulair moeten zijn.
Alleen gebruik fossiele brandstoffen gedaald
Dat schiet dus niet op, blijkt uit het onderzoek van PBL dat donderdag naar het kabinet gaat. Alleen het gebruik van fossiele brandstoffen is gedaald in de afgelopen twee jaar. Maar dat is een tijdelijk corona-effect. Andere trends gaan juist de verkeerde kant op. Zo is er meer afval verbrand of gestort. Daarnaast is de hoeveelheid plastic verpakkingen toegenomen en doen consumenten minder lang met meubels en kleding. Zorgwekkend, stelt het planbureau. Textiel bijvoorbeeld is slechts goed voor 0,5 procent van het gewicht aan grondstoffen, maar veroorzaakt ruim 10 procent van de totale milieubelasting.
Het aandeel bedrijven in de economie dat als circulair is te bestempelen blijft gelijk, op 6 procent. Dan gaat het vooral om al bekende diensten, zoals fietsenmakers. Het maken van vervuilende producten is nog altijd goedkoper, ziet het planbureau. “Het beleid is nog erg gericht op vrijblijvende afspraken, zoals het Plastic Convenant”, zegt Hanemaaijer. “De afgelopen twee jaar zijn er minder nieuwe instrumenten bij gekomen dan in de twee jaar daarvoor. Dat is wel zorgelijk gezien de grote ambitie van Nederland.”
Verplichten van gebruik gerecylede producten
Meer prikkels zijn nodig, stelt PBL, om een serieuze markt voor circulaire producten te creëren. Dan valt te denken aan een heffing op fossiele brandstoffen die in het productieproces worden gebruikt, olie voor plastic bijvoorbeeld. Bedrijven verplichten deels gerecylede materialen voor hun producten te gebruiken, helpt ook. Net als het verlagen van de btw op reparaties, meer afval als grondstof bestempelen en de garantietermijn voor spullen oprekken. Ook moeten producten anders ontworpen worden. Nu gaan nog veel waardevolle grondstoffen verloren omdat ze moeilijk terug te winnen zijn.
Consumenten zijn nu wel bezig met het scheiden van afval en het weggeven van spullen voor hergebruik. Voor het delen of huren van spullen of tweedehands kopen zijn mensen veel minder te porren, blijkt uit het rapport. “Behalve als het om auto’s gaat”, zegt Hanemaaijer. “Dan is het heel normaal en is een hele reparatiecyclus ontstaan en zoiets als een Bovag-garantie. Dat zou ook kunnen ontstaan voor wasmachines of vaatwassers.”
Komende week maakt het kabinet het Nationaal Programma Circulaire Economie bekend. PBL constateert dat er na 2024 nog geen geld beschikbaar is gesteld voor de circulaire economie.
Lees ook:
Ook de windmolen blijkt een tweede leven te hebben
Defecte oude windmolens kunnen vaak prima worden opgelapt met vervangende onderdelen. Daarna wacht de uitdaging: wieken recyclen.