null Beeld Roos Pierson
Beeld Roos Pierson

ReportageZwarte specht

Bosbeheer speelt zwarte specht parten

Monica Wesseling

Het gaat slecht met de zwarte specht. Lange tijd leek stikstof de boosdoener, maar eerste onderzoeksresultaten wijzen nu vooral naar de verandering van bosbeheer als oorzaak.

Het is even na achten als twee mannen met een zware ladder door een gemengd beuken-/naaldbos nabij Bergen op Zoom laveren en deze hijgend tegen een dikke beuk aan zetten. Een van de twee hijst zich in een klimkorset en beklimt de ruim 10 meter lange ladder. Boven balanceert hij als een volleerd trapeze­werker, om zich met riemen aan de boom te zekeren. Hij steekt zijn arm diep in een gat in de beuk en haalt er tot drie keer toe iets uit dat hij in een stoffen tasje stopt. Het zakje beweegt, hij klimt snel de ladder af, de zak gaat open en blijkt drie jonge vogels te bevatten. Zwarte vogels met rode kappen; de jongen van een zwarte specht.

Geen normale jongen. Om hun nekjes zit een merkwaardig bandje dat er oncomfortabel uitziet. Een van de mannen pakt jong na jong op en kietelt het onder de nek. Het jong opent de snavel, bruinige smurrie loopt eruit waarna de man heel voorzichtig met zijn pink de laatste restjes uit de snavel peutert.

De jongen lijken er weinig moeite mee te hebben: direct nadat ze uitbehandeld zijn, kijken ze nieuwsgierig rond. De nekbandjes gaan af en een doosje meelwormen verschijnt. De eetlust is groot. De jongen happen gretig toe en worden, als alle drie duidelijk verzadigd zijn, weer teruggezet in hun nest.

In het bos klinkt ondertussen het geluid als van een feestrolfluitje dat wordt uitgeblazen, gevolgd door een ratel, het geluid van een zwarte specht. En inderdaad, daar verschijnt er eentje. Ondertussen friemelen de mannen de smurrie in een buisje en sjouwen de ladder weer het bos uit. Zwartkop, roodborst en merel zingen; een havik vliegt kekkerend voorbij.

Ongeschikte bodem

Het gaat niet goed met de zwarte specht. Sinds de jaren tachtig is het aantal broedparen met 30 tot 40 procent gedaald. De vogels komen sowieso alleen voor in bossen op hoge zandgronden. Ook de bosmieren staan er beroerd voor. Door verruiging van de vegetatie, een gevolg van de stikstofneerslag, komt er te weinig zon op de bosbodem, wat de bodem ongeschikt maakt als nestplek. “En aangezien bosmieren altijd werden gezien als belangrijkste voedsel van zwarte spechten, leek een verband logisch”, verklaart een van de mannen, Marijn Nijssen van onderzoeksbureau Stichting Bargerveen.

Om hiervoor een wetenschappelijke onderbouwing te krijgen – alleen daarop is immers een beschermingsprogramma op te stellen – doet Stichting Bargerveen samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland en Stichting BioSFeer onderzoek naar het voedingspatroon van de zwarte specht. Het onderzoek is gefinancierd door de provincies Noord-Brabant en Drenthe. Wat eten de vogels precies en waar halen ze de prooien vandaan? De literatuur noemt een dieet bestaande uit 80 procent mierenpoppen en 20 procent larven van boktorren. “Maar dat blijkt meestal over het aantal te gaan en niet over de totale massa”, zegt Nijssen. “En dat maakt nogal een verschil. Eén boktorlarve (3 centimeter lang en een halve centimeter in doorsnee) levert net zo veel voedsel als tientallen mierenpoppen.”

Voor het onderzoek heeft Sovon Vogelonderzoek in beide provincies nesten gezocht en acht volwassen zwarte spechten gezenderd. Zo’n zender wordt daarbij op de staartveren geplakt en valt er bij de rui vanzelf af. Ook hier, in het woud op landgoed Bieduinen. De twee onderzoeksbureaus doen het overige veldwerk.

Bruine smurrie

“Dankzij de zenders zien we precies wáár de specht voedsel vandaan haalt en door onderzoek van de desbetreffende plek en vooral ook door het voedsel dat we uit de krop van de jongen halen weten we exact wát de jongen eten”, vertelt Remco Versluijs van Stichting Bargerveen. Het is volgens hem de enige manier om hierachter te komen. Een zwarte specht verzamelt voedsel in de krop en braakt dit in het nest uit. De bruine smurrie is niet op grond van camerabeelden te determineren.

Hij loopt naar een kwijnende naaldboom met duidelijke haksporen, breekt een stukje van de loszittende bast af en peutert er een dikke witte larve uit. “Van een kever, vermoedelijk een boktor. Pure eiwitbom.”

Het onderzoek is nog niet afgerond, maar de eerste bevindingen in dit bos én op de andere onderzoekslocaties zijn volgens de onderzoekers verrassend. Zwarte spechten eten helemaal geen rode bosmieren of andere bodembewonende mieren, maar miersoorten die in hout leven zoals de glanzende houtmier, de humusmier en af en toe bloedrode roofmieren. Bovendien vormen de larven van boktorren en andere houtbewonende kevers een belangrijk – vermoedelijk het belangrijkste onderdeel – van het jongenmenu. Dat was in elk geval op de verschillende onderzoekslocaties verleden jaar zo. Dit jaar is het aantal boktorlarven hier tot nu toe veel kleiner, zo blijkt uit de analyse van de prooien in de ‘smurrie’.

Verrotte naaldbomen

Nijssen: “Maar of dat het gevolg is van een kleinere beschikbaarheid van torren – de dieren hebben een cyclus – of bijvoorbeeld specialisatie van de specht op één soort voedsel, weten we nog niet. We vermoeden sterk dat mierenpoppen alleen bij gebrek aan keverlarven hoofdvoedsel zijn.”

Bij het zoeken naar mieren- en boktorlarven hebben de zwarte spechten een duidelijke voorkeur voor naaldbomen. Nijssen: “Die verrotten het snelst en kennen daardoor hoge dichtheden aan keverlarven en mierennesten die makkelijk bereikbaar zijn voor zwarte spechten.”

Het gaat slecht met de specht en stikstof leek de boosdoener. Nu blijkt dat vooral verandering van bosbeheer de zwarte specht parten speelt Beeld Roos Pierson
Het gaat slecht met de specht en stikstof leek de boosdoener. Nu blijkt dat vooral verandering van bosbeheer de zwarte specht parten speeltBeeld Roos Pierson

Naaldbomen zijn daarmee onontbeerlijk, constateert Nijssen, maar juist die verdwijnen steeds meer uit het bos. Om de biodiversiteit van het bos op te krikken, worden steeds meer naaldboompercelen omgevormd tot gemengd bos. “De rijkdom aan planten en dieren wordt hierdoor ontegenzeggelijk groter, maar voor de zwarte specht pakt dit minder goed uit. Er zijn door de omvorming minder prooien beschikbaar. De problemen van de vogel lijken, zo concluderen de onderzoekers, in elk geval dus voor een belangrijk deel terug te voeren op het bosbeheer van de afgelopen decennia.

Voor definitieve conclusies vinden ze het nog te vroeg. Het onderzoek hier en elders is nog niet afgerond. “Maar de eerste resultaten zijn wel helder.”

Ondertussen hebben de jongen de meelwormen verteerd en zijn ze klaar voor de volgende hap eten. De oudervogel lijkt het aan te voelen. Ze arriveert met volle krop, voert en vliegt leeg weer weg.

Voeren

Zwarte spechten hebben een groot territorium (300-400 hectare) en verzamelen tot op een kilometer van het nest het voedsel voor de jongen. Eén voederbeurt bestaat meestal uit tien tot vijftien keverlarven of tientallen tot honderden mierenpoppen plus enkele keverlarven. De zwarte specht neemt in één keer voer voor drie jongen mee.

Lees ook:

Zendertje onthult het onbekende leven van de ruigpoot

De allereerste ruigpootbuizerd met een zendertje op haar rug is op weg naar haar broedgebied in Noordoost-Europa.

Deze kunstenaar maakt zich druk om wel- en niet-bestaande vogels en wil een monument oprichten voor de bedreigde leeuwerik

Kunstenaar E.C. Hooymeijer wil een monument voor de veldleeuwerik met de tekst: ‘ooit een algemene zangvogel in Nederland. Nu (bijna) uitgestorven.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden