InterviewKlantmanagers
‘Bijstandsgerechtigden worden niet goed genoeg begeleid bij het vinden van werk’
Jaarlijks spenderen gemeenten zo’n 800 miljoen euro aan de begeleiding van mensen in de bijstand. Maar of dat effectief is?
Er moet veel meer onderzoek komen naar de begeleiding van bijstandsgerechtigden. Wat werkt voor wie en waarom? Dat zegt directeur Marcel van Druenen van beroepsvereniging Sam in reactie op een rapport van de Arbeidsinspectie waarover Trouw eerder berichtte. Nu kunnen klantmanagers van gemeenten uit allerlei ‘instrumenten’ kiezen, maar volgens Van Druenen is eigenlijk niet goed bekend voor welke cliënten ze het beste geschikt zijn, en voor wie niet. Bij Sam zijn 1700 klantmanagers aangesloten.
Van Druenen is blij met de opmerkingen van de inspectie, omdat het de vinger op de zere plekken legt. Klantmanagers van gemeenten zijn overbelast, ze begeleiden te veel mensen, zijn soms onvoldoende vaardig en worden bovendien niet altijd goed aangestuurd door hun managers.
De beroepsvereniging pleit voor ‘professionalisering’ van het vak. “Klantmanagers maken heel ingrijpende keuzes, dat vereist veel vaardigheden. Ze zijn tegelijkertijd hulpverlener en toezichthouder”, zegt Van Druenen. Klantmanagers moeten oog hebben voor de problemen van de mensen in de bijstand, maar moeten ze ook aan werk helpen. Bij onvoldoende medewerking kunnen ze hun cliënt korten op de uitkering.
Ook ervaren klantmanagers soms tegengewerkt
Dan wringt het dat gemeenten nu soms onervaren mensen inschakelen zonder hun de noodzakelijke trainingen te geven, zegt Van Druenen. “Dat komt de re-integratie niet ten goede.” Hij heeft het over ‘uitzendkrachten’ die in sommige gemeenten onder supervisie van een manager met cliënten spreken.
Ook ervaren klantmanagers worden soms tegengewerkt door hun managers. Die blijven er bijvoorbeeld op aandringen om ‘streng’ op te treden. Sinds de kinderopvangtoeslagenaffaire wordt landelijk van ambtenaren verwacht dat ze meer oog hebben voor de persoonlijke omstandigheden van burgers. De wet laat ruimte om maatwerk te bieden, benadrukt het ministerie van sociale zaken. Klantmanagers gebruiken die ruimte nog onvoldoende, zegt Van Druenen. “Ze voelen zich soms gedwongen om iemand een sanctie op te leggen, terwijl diegene al diep in de schulden zit.”
Jaarlijks geven gemeenten 800 miljoen euro uit voor re-integratie bijstandsgerechtigden
De bijstand is het laatste vangnet. Mensen die er om wat voor reden dan ook niet in slagen om zichzelf te bedruipen en geen recht hebben op een andere uitkering, kunnen bij de gemeente om bijstand vragen. Maandelijks krijgen ze dan 1195 euro (1622 voor mensen die samenwonen) om in hun levensonderhoud te voorzien. Momenteel zitten net geen 400.000 mensen in de bijstand.
Sinds de introductie van de Participatiewet in 2015 moeten deze mensen meewerken aan een terugkeer op de arbeidsmarkt. Re-integratie, heet dat. Per bijstandsgerechtigde stelt het Rijk hiervoor ongeveer 2000 euro beschikbaar, zo’n 800 miljoen euro in totaal.
Klantmanagers van gemeenten geven dat geld uit aan coaching, trainingen, dagbesteding, opleidingen en bijvoorbeeld ook aan loonkostensubsidie. Dat is een financiële tegemoetkoming aan werkgevers die bijstandsgerechtigden aannemen. De gemeente vult het loon aan tot bijstandsniveau, zo hoeft de werkgever minder te betalen.
Werkgevers vinden het soms ‘gedoe’ om iemand uit de bijstand aan te nemen
De begeleiding is niet voor alle mensen even effectief, zegt Van Druenen. Jongeren stromen bijvoorbeeld veel makkelijker dan ouderen uit naar een baan. Mannen makkelijker dan vrouwen. En Nederlanders en westerse-migranten makkelijker dan niet-westerse migranten. Klantmanagers hebben niet de tijd om alle cliënten goed te volgen en zich te verdiepen in hun persoonlijke omstandigheden. Ze bouwen daardoor onvoldoende kennis op over welke maatregel voor iemand werkt.
Klantmanagers moeten de ruimte krijgen om veel meer maatwerk te bieden, zegt Van Druenen. Er kunnen allerlei redenen zijn waarom mensen geen werk kunnen vinden. “Nu sturen we te vaak mensen naar een sollicitatietraining, terwijl ze daar niet mee geholpen zijn. Maar hoe gaat dat? Zo’n training heeft tien plekken, dus dan sturen we er tien mensen heen.”
Politici in Den Haag en gemeentebestuurders denken volgens Van Druenen te makkelijk over de bijstand. Volgens hem is er een grote groep die zoveel problemen heeft, dat de kans klein is dat ze ooit nog aan werk komen.
Voor een deel hebben klantmanagers de slagingskans van een re-integratietraject niet in de hand. Werkgevers deinzen er soms voor terug om oudere bijstandsgerechtigden of mensen met een handicap, een verslaving of een gedragsstoornis aan te nemen. “Dat vinden ze al snel gedoe.”
Financiële regels staan deelname op de arbeidsmarkt soms in de weg. Mensen in de bijstand hebben recht op verschillende toeslagen en minima-regelingen. Die vallen weg zodra iemand meer dan bijstandsniveau verdient, waardoor mensen een armoedeval maken.
Ook schrikken mensen er vaak voor terug om een tijdelijk baantje te accepteren, uit angst dat ze dan later weer terug moeten in de bijstand. Van Druenen: “Mensen buiten de praktijk onderschatten hoe moeilijk dit spanningsveld voor klantmanagers is. Ze hebben te vaak gebrek aan tijd en mogelijkheden om goed onderzoek te doen en echt perspectief te bieden aan de cliënt.”
Lees ook:
‘Ambtenaren’ van sociale werkplaatsen voelen zich tekortgedaan: ‘Wij hebben van alle werknemers de laagste lonen’
Ze krijgen te lage lonen, te weinig reiskostenvergoeding en ze voelen zich weggezet. Medewerkers van sociale werkplaatsen zijn het zat.