Bij boer Boon mogen de vleeskalfjes wel naar buiten

De kalveren van boer Bart Boon mogen naar buiten, de grazige wei in.  Beeld Bram Petraeus
De kalveren van boer Bart Boon mogen naar buiten, de grazige wei in.Beeld Bram Petraeus

Als de melkkoeien weer de wei in gaan, komt het publiek graag kijken. Kalverboer Bart Boon vraagt zich af: weten de mensen welk lot de zonen van deze koeien wacht?

Emiel Hakkenes

Kalveren, zegt boer Bart Boon uit het Gelderse Wekerom, kun je vergelijken met schoolkinderen. Een groep van dezelfde leeftijd noem je een klas, en zodra ze naar buiten mogen, beginnen ze te rennen en te springen en te stoeien.

Het beeld van koeien die hupsend de wei in gaan, is bekend. Sinds een paar jaar organiseren veel boeren een speciaal moment in de lente om het publiek te laten zien dat het weideseizoen weer begint. Maar, zegt veearts Frederieke Schouten van de stichting Dier & Recht: dit pr-moment van de zuivelsector is maar een déél van de werkelijkheid. Buiten beeld blijft het lot van de kalveren van deze dansende koeien. Vooral als die kalveren stiertjes zijn. “Weten mensen wel dat de zonen van weidekoeien allemaal in stallen op roostervloeren staan? Dat ze geen gras mogen eten omdat dat teveel ijzer bevat? Ik vermoed van niet.”

Boer Boon legt uit: “Om melk te geven, moet een koe een kalf krijgen. Als het kalf een stier is, heeft een boer er weinig aan, omdat die later geen melk geeft. Dus gaan de stiertjes weg. Ze worden op een ander bedrijf vetgemest en daarna geslacht.” Ze hebben dan ongeveer een jaar geleefd en zijn zo’n 200 kilo zwaar geworden.

Nooit naar buiten

Boon (werkschoenen aan de voeten, een ruitjeshemd onder zijn fleecejack) vindt net als veearts Schouten de omstandigheden in de Nederlandse kalvermesterij doorgaans slecht: te weinig ruimte per dier, geen of weinig daglicht, nooit naar buiten. Nederland telt ruim 1500 vleeskalverbedrijven, die anderhalf miljoen stiertjes naar de slacht brengen, samen met hun zusjes die voor een carrière als melkkoe niet in de wieg gelegd zijn.

Van de vleeskalverbedrijven werkt er één biologisch: dat van Bart Boon. “Biologisch boeren past bij mijn christelijke overtuiging”, zegt hij. De Bijbel leert hem goed voor de schepping te zorgen. Dus hebben zijn 800 kalveren dubbel zoveel ruimte in de stal, liggen ze op stro én gaan ze naar buiten. Met Dier & Recht organiseerde Boon dit weekend een ‘kalverdans’, als antwoord op de ‘koeiendans’ en als roep om aandacht voor vleeskalveren. Als Boon de staldeur opent, steekt een geloei op. Een eerste zwart-witte kop kijkt voorzichtig door de deuropening. Na wat gedrang dromt de klas naar buiten, meer huppelend dan dansend.

Bitterbal

Ook bij Boon is de kalveren geen lang leven beschoren, geeft hij van harte toe. Hij laat ze slachten en verwerkt de karkassen daarna zelf tot braadstuk, bavette of bitterbal, met het biologisch keurmerk. “Wat ik wil”, zegt Boon, “is dat mensen begrijpen wat de consequentie is van hun wens om melk te drinken. Dat het ervoor zorgt dat er stiertjes worden geboren, die worden behandeld als een bijproduct.”

Veearts Schouten: “Wat ons betreft eten we over een paar jaar in Nederland alleen nog kalfsvlees van dieren die in de wei hebben mogen lopen, en die ’s winters in het stro mogen liggen in plaats van hun leven en hun knieën te slijten op betonnen of houten roostervloeren. Een grazer die niet mag grazen, dat vind ik bizar.”

In de wei in Wekerom bespringt een enkel stiertje een soortgenoot. Anderen zetten de koppen tegen elkaar om te kijken wie de sterkste is. “Zodra ze buiten zijn, willen ze opnieuw de hiërarchie bepalen”, zegt Bart Boon. “Net als op het schoolplein.”

Mannetjesdier

Het mannetjesdier in de veehouderij is een bijproduct met weinig waarde. Dat geldt voor hanen in de eiersector, voor bokjes in de geitenhouderij en voor stierkalveren van melkkoeien. De biologische sector heeft daarom de campagne ‘Man in de pan’ in het leven geroepen. Met een reeks recepten en een overzicht van verkooppunten wil de campagne Nederlanders aanmoedigen meer haan, bok en stier te eten. ‘Zodat mannendieren, net als hun zusjes, kunnen opgroeien op een biologische boerderij.’

Lees ook:

Hoe goedkoop mag biologisch zijn?

Nu discountsupermarkten steeds meer biologische producten aanbieden, slaat in de biosector de twijfel toe: krijgen we straks intensief geproduceerde biobulk voor de massa?

Filosoof Michiel Korthals: We stellen veel te weinig vragen bij ons eten

We zijn vervreemd van ons voedsel en beseffen te weinig dat de productie ervan morele vragen oproept.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden