Prijsstijgingen
Amerikaanse inflatie blijkt ‘plakkerig’, ook in EU lijkt de weg naar 2 procent nog lang
De inflatie in de Verenigde Staten blijkt hardnekkiger dan gedacht, en ook in de eurozone slaan centrale bankiers een strijdlustiger toon aan.
‘Sticky’, noemen Amerikaanse economen de inflatie inmiddels. Plakkerig dus, iets waar je maar moeilijk vanaf komt.
Prijsstijgingen lijken in de Verenigde Staten inderdaad wat hardnekkiger dan gedacht. Ze laten niet zomaar los, hoe hard de Amerikaanse centrale bank ook wappert met maatregelen om de economie te laten afkoelen.
Ten opzichte van een jaar geleden zagen Amerikaanse consumenten de prijzen in januari gemiddeld met 5,4 procent stijgen. Dat is weliswaar een stuk lager dan tijdens de inflatiepiek van afgelopen zomer, maar wel weer een stijging ten opzichte van december. Analisten hadden juist op een daling gerekend.
Meer dan in Europa is de dienstensector bepalend voor de Amerikaanse inflatiecijfers. Huren schoten vorig jaar omhoog, en consumenten betalen ook fors meer voor een autoreparatie, een bezoek aan de kapper of een restaurant.
Beleidsrente
Voor de Federal Reserve, de centrale bankenkoepel in de VS, betekent dit dat de beleidsrente misschien toch nog wat harder omhoog moet. Een hogere rente van ‘de Fed’ werkt door in allerlei soorten rentes waar consumenten en bedrijven mee te maken hebben.
Zo wordt lenen duurder, voor een huis of om iets op afbetaling te bestellen, en sparen juist aantrekkelijker. Die verminderde vraag moet de economie doen afkoelen, en daarmee ook de druk op de prijzen doen afnemen.
Dat is althans de theorie. En inderdaad, maand na maand daalde de inflatie. De piek van 9 procent in juni vorig jaar is dus alweer even verleden tijd.
“Maar het gaat niet alleen om een lagere inflatie ten opzichte van die piek”, zegt monetair expert Bert Colijn van ING. “Het gaat er óók om hoe snel je teruggaat naar een acceptabel niveau van ongeveer 2 procent inflatie.”
Als de cijfers de komende tijd heel lang rond tussen de 5 en de 6 procent blijven hangen, zijn consumenten alsnog heel duur uit. Vandaar dat de kleine stijging van 5,3 procent in december naar 5,4 procent in januari even schrikken is voor veel Amerikanen.
De moeilijkheid is dat renteverhogingen van centrale banken niet direct doorwerken in de economie. Daar zit al snel een jaar tussen. Zo laat een deel van de renteverhogingen van vorig jaar zich nu pas gelden. “Bij de Fed heerst daarom nu een beetje een onbehaaglijk gevoel: hebben ze vorig jaar misschien toch niet hard genoeg ingegrepen?”, zegt Colijn.
Sommige centrale bankiers spreken die vrees al hardop uit. Fed-bestuurder Loretta Mester zei vrijdag al dat er meer renteverhogingen nodig zullen zijn om terug te kunnen naar een inflatie van 2 procent.
Lastige keuze
Een lastige keuze, want met te véél renteverhogingen koelt de economie zodanig af dat er een onnodige recessie op kan treden. Wat Mester betreft moet de centrale bank dat risico nu toch nemen. Ze doet liever iets te veel aan de rente dan te weinig, zei ze op een bijeenkomst in Chicago.
Het helpt bij die beslissing dat de arbeidsmarkt nog altijd zeer krap is in de VS, de werkloosheid is in 53 jaar niet zo laag geweest. Daarnaast zijn consumenten in januari weer meer gaan uitgeven, nadat ze eind vorig jaar juist wat zuiniger waren geweest. Beide trends maken het makkelijker om de rente op te schroeven zonder te vrezen voor een (al te grote) recessie.
Ook in de eurozone slaat de centrale bank weer een strijdlustige toon aan, merkt Colijn. Beleggers en analisten dachten dat de Europese Centrale Bank (ECB) binnenkort wel een keer van koers zou veranderen na alle renteverhogingen van vorig jaar. De beleidsrente steeg hier van minus 0,5 naar 2,5 procent.
Maar de afgelopen weken spreken afgevaardigden van de ECB die verwachting tegen. Nee, ook hier is misschien nog meer nodig om de inflatie echt te temmen, klinkt het dan.
Zorgen zijn er vooral rond de kerninflatie, waar sterk bewegende componenten als voedsel- en energieprijzen zijn uitgefilterd. Die bedroeg in januari nog altijd 5,3 procent, véél meer dan de beoogde 2 procent. “Wat je niet wilt is dat de energiecrisis voorbij is, maar dat Europa daarna nog steeds met ruim 5 procent aan inflatie overblijft”, zegt Colijn.
Lees ook:
De rijken blijven rijk, inflatie treft vooral de werknemers
Inflatie treft iedereen. Maar treft het Iedereen even hard? Wie wordt er harder door geraakt, de rijken of de armen?