Het vorige kabinet doopte zichzelf ‘het groenste ooit’. Heeft het die belofte kunnen waarmaken?
Hij is al ruim twee jaar van het Binnenhof vertrokken, maar de woorden die Alexander Pechtold bij de presentatie van Rutte III in 2017 sprak, echoën nog altijd na. Het kabinet van VVD, CDA, ChristenUnie en Pechtolds D66 zou ‘het groenste ooit’ worden. Rutte III zou doorpakken, na jaren van zwalkend klimaat- en milieubeleid. Heeft het kabinet die belofte kunnen waarmaken? En wat laat het na voor een nieuw kabinet?
Verkiezingen 2021 klimaat en energie
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart belicht Trouw steeds een week lang onderwerpen die tijdens de campagne een rol zullen spelen. Deze week staat in het teken van klimaat en milieu. Volgende week komen asiel en migratie aan bod.
Er valt best wat te zeggen voor die claim, zegt hoofd klimaat Pieter Boot van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), al bestrijdt hij het beeld dat eerdere kabinetten op de handen hebben gezeten. Eerst een disclaimer: hij gaat over klimaat, en hij heeft dus geen onderbouwde antwoorden op de vraag of dit kabinet ‘groen’ was op het gebied van de circulaire economie, stikstof- of natuurbeleid. Over die thema’s hierna meer.
Boot zette onlangs op een rij hoe groot de klimaatambities van de kabinetten in de afgelopen 25 jaar waren, en hoeveel ze uiteindelijk voor elkaar hebben gekregen. Vóór Rutte III sprongen drie kabinetten eruit. “Tijdens Paars I kwam minister Hans Wijers met plannen voor energiebesparing en hernieuwbare energie. Die kwamen terecht in het Kyotoprotocol van 1997. En Nederland heeft dat afgesproken doel goed gehaald.”
Een volgend kabinet met vergaande groene ambities was Balkenende IV. Jacqueline Cramer was daarin milieuminister. Maar het vechtkabinet van CDA, PvdA en ChristenUnie viel voortijdig, en kon de klimaat- en milieuplannen niet of nauwelijks waarmaken.
Windparken op zee
Rutte II voerde onder minister Henk Kamp vervolgens ‘effectief energiebeleid’, zegt Boot. Er kwam een energieakkoord in 2013, wat heeft geleid tot een omslag in de hoeveelheid hernieuwbare energie die wordt opgewekt, met name door windparken op zee. “Dit kabinet heeft daar met het klimaatakkoord van 2019 op kunnen voortbouwen.”
Want, als we in 2050 vanuit een klimaatneutraal Nederland terugblikken op dit kabinet, dan zal het op groen gebied vooral herinnerd worden door een stikstofcrisis én twee mijlpalen: het sluiten van een klimaatwet, waarin het terugbrengen van de CO2-uitstoot met 49 procent in 2030 en 95 procent in 2050 vastligt, en de lancering van het klimaatakkoord: dik 200 pagina’s aan maatregelen die de klimaatambities moeten verwezenlijken.
Daarnaast hakte het kabinet de afgelopen vier jaar een aantal belangrijke knopen door. De Groningse gaskraan werd gesloten, vooral vanwege de aanhoudende aardbevingen in het gaswinningsgebied. Daarnaast sloot het kabinet de oudste, en kleinste, kolencentrale, die in Amsterdam. Minister Wiebes (VVD) verbood de kolenstook vanaf 2030. Sommige kolencentrales zijn houtsnippers gaan verbranden, wat op steeds meer weerstand stuit.
Boot: “Dit kabinet heeft het doel verlegd van energiebesparing en hernieuwbare energie naar CO2-reductie.” Met het klimaatakkoord kwamen er een aanpak voor de energiesector, ingrepen om woningen te isoleren en aardgasvrij te maken, auto’s elektrisch te laten rijden en de landbouw te verduurzamen. Boot: “Er staan ook echt vergaande plannen in. Een subsidiepot die bedrijven kunnen gebruiken voor groene innovaties in combinatie met een CO2-heffing. Er zijn geen dertig landen om ons heen die dit ook hebben.”
Nederland als lichtend voorbeeld
De ambities staan, ondanks dat de reacties op het akkoord vooral twee lijnen volgden. Voor een deel van de milieubeweging was het te soft, het bedrijfsleven en andere belangenorganisaties, die veelal aan tafel zaten, waren tevreden. Maar welke stappen heeft het kabinet gezet om die doelen te bereiken? Het PBL becijferde vorig jaar dat het kabinet op weg is om in 2030 een CO2-besparing van 34 procent te halen. Lang niet genoeg voor de voorgenomen 49 procent dus. Toch valt op die berekening het een en ander af te dingen. Het planbureau rekende immers niet alle klimaatplannen van het kabinet mee, alleen de plannen die voor 1 mei 2020 grotendeels uitgewerkt waren. Zo is de CO2-heffing niet meegerekend, omdat het nog onduidelijk is hoe die eruit zou gaan zien. “Die gaat echt wel wat toevoegen”, erkent Boot.
Dat neemt niet weg dat het halen van 49 procent reductie zeer krap wordt, ook als alle maatregelen uit het klimaatakkoord worden uitgevoerd. Bovendien wordt het doel naar alle waarschijnlijkheid opgehoogd. VVD-premier Rutte geldt binnen Europa inmiddels als een groene regeringsleider. In Nederland klinkt er ook kritiek op het klimaatakkoord, buiten de landsgrenzen geldt het als lichtend voorbeeld. Daarnaast was dit kabinet in Europa een van de voorvechters van een hoger reductiedoel. In december kreeg Nederland in Brussel zijn zin: de EU-lidstaten zullen in 2030 55 procent CO2 moeten reduceren, misschien wordt dit zelfs nog meer.
Het kabinet heeft al een werkgroep ingesteld die nadenkt hoe de hogere doelen gehaald kunnen worden. Het zal nodig zijn. Op veel terreinen verloopt de uitvoering van de energietransitie stroef. Het doel uit het Urgendavonnis, wat de overheid verplichtte om in 2020 de uitstoot van CO2 met een kwart terug te brengen, is waarschijnlijk mede dankzij de coronacrisis met de hakken over de sloot gehaald. Het doel uit het energieakkoord van 14 procent hernieuwbare energie in 2020 is, ondanks een rekentruc met het inkopen van Deense elektriciteit, niet gehaald. Nederland ligt wel op schema om in 2023 16 procent duurzame energie te halen.
Op stoom
Terug naar de uitvoering van het klimaatakkoord. Mede door het sluiten van de Groningse gaskraan moeten Nederlanders sneller aan de warmtepomp, of aangesloten worden op een warmtenet. Wijken werden ‘proeftuinen’, het kabinet steunde ze met een miljoenenpot. Maar dit deel van de energietransitie verloopt uiterst moeizaam. In 2030 moeten de eerste 1,5 miljoen huizen aardgasloos zijn. Om dat te halen moeten elke dag duizend woningen hun cv-ketel op straat zetten, maar na twee jaar komt het totale aantal verduurzaamde huizen niet verder dan een paar honderd, berekende de Volkskrant onlangs. Bij nieuwbouw zit er meer schot in. Het streven om elke nieuwe woning gasloos op te leveren komt op stoom. Met subsidiepotten weet het kabinet ook steeds meer Nederlanders de stekkerauto in te krijgen, al blijft de benzinewagen dominant.
Dat het allemaal wat langer duurt, hoeft geen ramp te zijn, zegt Pieter Boot. Maar de komende jaren zal de energietransitie wél echt op stoom moeten komen. “Aan het eind van de volgende regeringsperiode is het 2025. Dan zit je al bijna in 2030.” Kortom: als dit kabinet het groenste ooit was, dan moet een volgend kabinet ‘het allergroenste ooit’ worden. De meeste politieke partijen lijken daarop voorbereid. Met uitzondering van die van de uiterst rechtse partijen gaan vrijwel alle partijprogramma’s verder op klimaatgebied dan vier jaar geleden.
Wat deed het kabinet los van klimaat?
Rutte III zal op groen gebied vooral herinnerd worden vanwege het klimaatbeleid. Maar ook op andere terreinen wilde het verduurzamen. Lukte dat?
Over de grote ambities op het gebied van de circulaire economie was het PBL vrijdag niet mals. Zes van de zeven doelen rond recycling en afval werden niet gehaald, het gebruik van grondstoffen wil maar niet dalen. “Diverse trends gaan niet de goede kant op”, was het ontnuchterende oordeel.
Om de afvalstroom toch te beperken, voerde het kabinet statiegeld in voor kleine plastic flesjes – die een groot deel uitmaken van het zwerfvuil op straat. Het statiegeld gaat op 1 juli in. Rutte III beoogde ook het invoeren van statiegeld op frisdrankblikjes, maar daarover heeft staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) de knoop nog niet definitief doorgehakt. Het kabinet sloot veel convenanten, zoals een ‘plastic pact’. Juist op die vrijblijvendheid is het PBL kritisch. Meer ‘drang en dwang’ zal nodig zijn.
Een mijlpaal op milieu- en natuurterrein was de presentatie van het Deltaplan Biodiversiteit, dat overheden, boeren en bedrijven handvatten biedt om milieuvriendelijk te werken.
Daarnaast drukte de stikstofcrisis het kabinet met de neus op de feiten. De Raad van State was in 2019 onverbiddelijk: opeenvolgende kabinetten hadden structureel economische ontwikkeling laten voorgaan op natuurbehoud. Het roer moest om en minister Carola Schouten van landbouw moest koortsachtig op zoek naar oplossingen. Uiteindelijk maakte zij miljarden vrij voor natuurherstel en maatregelen om de uitstoot te beperken. De maximumsnelheid op snelwegen ging terug naar 100, maar ingrijpende maatregelen voor de grootste uitstoters, in de landbouw, bleven vooralsnog uit. Zo sneuvelde Schoutens idee om koeien op een stikstofarm dieet te zetten.
Boot raadt een nieuw kabinet aan goed naar Engeland te kijken. “Daar kijken ze ook wat er nodig is om in 2050 op nul emissies te komen. Je moet je niet blindstaren op 2030. Maar je moet je wel realiseren dat je in 2030 een heleboel al gedaan moet hebben, wil je ooit op nul komen.”
Een Engelse adviescommissie onderscheidt drie fasen in de energietransitie. Tot 2030 moeten alle voorbereidingen op orde zijn. “Dan moeten er demonstratieprojecten lopen die gaan aantonen of de technieken die je voorneemt haalbaar zijn.” De PBL-chef adviseert daarbij goed te kijken wat het beste in eigen land en daarbuiten kan. “In dit volle land kun je niet veel windmolens kwijt. Grote extra aantallen passen wel op zee, of in Roemenië.” Wat volgens Boot wél grootschalig getest kan worden, is CCS: ondergrondse CO2-opslag. “Geen land is daarvoor zo geschikt als Nederland. We hebben de geconcentreerde industrie, lege gasvelden en publieke bedrijven die willen investeren. Als dat hier niet lukt, lukt het nergens.” Zo moet je voor 2030 ook weten hoe je miljoenen huizen gaat verduurzamen: welke wijken zijn geschikt voor warmtenetten en wat komt er kijken bij het grootschalig installeren van warmtepompen?
Elektrificeren
Boot: “Als je dat allemaal op een rij hebt, dan kun je tussen 2030 en 2040 veel megatonnen reduceren.” Het verbouwen van huizen, het omvormen van de industrie en het massaal elektrificeren van het wagenpark moet in dat decennium echt op stoom komen. “Dan hou je tien jaar over om naar nul te gaan. Dan komen nog moeilijker vragen aan bod. Hoe ga je vliegen zonder CO2-uitstoot, of met vrachtwagens over lange afstanden rijden? Daarvan hebben we nu nog geen flauw idee. We hebben echt de tijd nodig daarover na te denken en demonstratieprojecten te starten.”
De energietransitie verloopt nog altijd stroef, ziet ook Boot, maar hij is er niet de man naar om te somberen. De basis staat. “De energievoorziening is al een tijdje aan het verduurzamen. Dankzij Europese uitstootrechten, de CO2-heffing en subsidies gaat er veel gebeuren in de industrie. Autofabrieken zullen komende jaren ook een omslag maken.” Ja, hij ziet ook de moeite die het kost om wijken van het gasnet af te halen. “Maar we zijn nu nog vooral aan het leren om het straks grootschalig te doen.”
Op één terrein uit het klimaatakkoord wordt het écht lastig, voorziet Boot: de landbouw. Die sector wordt vaak genoemd als het gaat om stikstof, minder als het gaat om klimaat. De glastuinbouw innoveerde de afgelopen jaren fors, toch nam de uitstoot nauwelijks af. Boot: “En de grote olifant in de kamer is wat je doet met al het methaan uit de veeteelt. En uit veenweidegebieden komt veel CO2 vrij.” Ja, het kabinet kwam met een plan voor kringlooplandbouw, maar hoe dat er precies gaat uitzien is nu nog onduidelijk. Dan toch maar fors in de veestapel snijden, zoals D66, GroenLinks en Partij voor de Dieren willen? “Zoiets zeg je alleen als je niks anders meer weet. Dat zou hetzelfde zijn als voor Tata Steel opperen om de staalproductie te halveren. Als je zo’n radicaal voorstel doet, toont dat al aan hoe moeilijk het is.”
Lees ook:
Helft van de jongeren wil nieuwe kerncentrales
Jongeren zijn radicaler in hun politieke opvattingen dan ouderen, ook als het over klimaat gaat. Ze willen een vleestaks, maar ook kerncentrales om de CO2-uitstoot terug te beperken.
De weg naar een klimaatvriendelijk Nederland is met een lantaarn te zoeken
Het klimaatakkoord beweegt zich voort over een pad vol hindernissen. De grootste verbouwing sinds de Tweede Wereldoorlog verloopt vooralsnog moeizaam.