Opwarming
Als de aarde te warm wordt kunnen deze 11.500 soorten riviervissen nergens heen
Vissen in rivieren hebben net zoveel last van de opwarming van de aarde als dieren op het land, blijkt uit een maandag gepubliceerde studie.
Het maakt voor de 11.500 soorten riviervissen wereldwijd nogal wat uit of we de opwarming van de aarde weten te beperken, zo blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit in Nijmegen, samen met de universiteiten van Utrecht en Leiden en het Planbureau voor de Leefomgeving, dat maandag is gepubliceerd in Nature Communications.
Op basis van de afspraken die tot dusver zijn gemaakt om klimaatverandering tegen te gaan, stijgt de temperatuur deze eeuw met ruim 3 graden. Voor een derde van alle riviervissen betekent dit een bedreiging van meer dan de helft van hun leefgebied. Warmt de aarde met slechts 1,5 graad op, zoals is afgesproken in het Klimaatakkoord van Parijs, dan raakt maar 4 procent van de vissen de helft van hun leefgebied kwijt. Bij een opwarming van 2 graden geldt dat al voor 9 procent.
Biodiversiteit op het land
“Bedreigingen van klimaatverandering zijn eigenlijk nauwelijks in kaart gebracht voor zoetwatervissen”, zegt Valerio Barbarossa, universitair docent milieuwetenschap in Leiden en hoofdauteur van het artikel. “Deze studie laat zien dat het een groot verschil maakt voor riviervissen als we de opwarming kunnen beperken, net als eerder onderzoek heeft laten zien dat het van belang is voor biodiversiteit op het land.”
“Onze resultaten zijn gebaseerd op de aanname dat vissen zich niet kunnen verplaatsen naar andere plekken of zich kunnen aanpassen aan de veranderingen, omdat zoetwatersystemen erg versnipperd zijn.” Dat laatste komt mede door de vele obstakels als dammen en sluizen, waardoor de vissen niet weg kunnen.
Toekomstige extremen
De onderzoekers hebben modellen gemaakt van toekomstige extremen in temperatuur en afvoer en keken vervolgens waar die de maxima waaraan vissen gewend zijn overschrijven. “Watertemperatuur en rivierafvoer zijn bepalende factoren voor het voorkomen van riviervissen. Klimaatverandering zal de extremen versterken, waardoor de hoeveelheid geschikt leefgebied zou kunnen afnemen, met risico op uitsterven”, legt milieuwetenschapper in Nijmegen en bij het PBL Aafke Schipper uit.
Veranderingen in watertemperatuur zijn veel bedreigender dan die in de rivierafvoer, zo laat de studie zien. Dit komt doordat opwarming van de aarde de watertemperatuur op bijna alle plekken laat stijgen. De bedreigingen zijn het grootst in tropische gebieden, waar de biodiversiteit het hoogst is. “Dit zijn tevens de gebieden waar veel mensen afhankelijk zijn van de vangst van zoetwatervis”, zegt Schipper. “Het beperken van de opwarming is dus niet alleen belangrijk voor de vissen, maar ook voor bevolkingsgroepen die hier direct afhankelijk van zijn.”
Lees ook:
Coronadip in uitstoot CO2 is verwaarloosbaar, wereld koerst af op 3 graden warmer
De klimaatboodschap van VN-organisatie Unep is uiterst zorgelijk. Landen doen onvoldoende om gevaarlijke opwarming tegen te gaan, ook in de herstelplannen voor de economie na Covid.
Esther Ouwehand: ‘We leven op een tikkende tijdbom, de andere partijen willen dat niet erkennen’
De leider van de Partij voor de Dieren heeft geen vrolijk verhaal te vertellen. Na de coronacrisis zal de volgende pandemie volgen, schrijft Esther Ouwehand in haar nieuwe boek. Het grote probleem is onze omgang met dier en natuur.
De oceaan is in ademnood, en dat blijft nog wel even zo
De wereldzeeën verliezen zuurstof en daarmee hun motor van leven. De belangrijkste oorzaken zijn het broeikaseffect en de toevoer van allerlei reststoffen. Met dank aan de mens.