Afvalactivist Hans Gillissen (53) kiest nieuwe weg: polderen in plaats van polariseren
Al tien jaar eist Hans Gillissen sluiting van de omstreden afvaloven in Harlingen. Zonder succes. Zijn nieuwe voornemen: niet langer ‘schande!’ roepen, maar het circulaire denken over afval aanmoedigen. Positief. Oplossingsgericht.
“Maak lawaai! Neem fluitjes, trompetten en trommels mee.” Het enthousiasme spatte ervan af, toen Trouw de eerste keer schreef over protest van Afvaloven Nee. Dat was in 2009. De Reststoffen Energiecentrale (REC), zoals de verbrander officieel heet, verrees in Harlingen, in de industriehaven aan de Waddenzee, na een onopgemerkte goedkeuring door de provincie Friesland. Dit tot woede van de Harlingers. Ze voelden zich overvallen, zoals inwoners van de Veenkoloniën door de windmolens. Nederland had al te veel afvalovens en deze werd gebouwd uit winstbejag, was hun bezwaar. Maar dankzij actie zou hij verdwijnen, dat geloofde de burgeractiegroep heilig. “Protesteren heeft zin.”
Dat laatste krijgt Hans Gillissen (53) niet meer over zijn lippen. Als actievoerder van het eerste uur weet hij inmiddels beter. Naast zijn werk als medezeggenschapscoach in de zorg stak hij al zijn vrije uren in de strijd tegen de REC. Met Afvaloven Nee vulde hij een website, spande hij procedures aan, deed metingen naar lokale luchtvervuiling, ging actievoerend de straat op. Gillissen deed wat hij kon tegen de REC. Die is tot op de dag van vandaag omstreden, vanwege storingen en vermeende dioxine- en zoutzuurverspreiding.
“Maar uiteindelijk ben je er geen meter mee opgeschoten”, zegt hij peinzend, alsof hij zichzelf toespreekt. De rookpluim, afkomstig van de verbranding van grofvuil van bedrijven en 227.000 huishoudens, dooft niet.
Zelfreflectie
Zijn missie na al die jaren opgeven, daar peinst Gillissen niet over. De REC, vanaf zijn huis tien minuten rijden met de auto, laat hem niet los. De afvaloven van het bedrijf Omrin, in handen van gemeentelijke aandeelhouders, is een ontoelaatbare smet op de Waddenregio, dat vindt hij nog steeds. Hij blijft erbij dat de REC in de haven van Harlingen, die deels buitenlands afval van schepen importeert om de oven te vullen, bestaansrecht mist. “Maar gelijk hebben is iets anders dan gelijk krijgen”, zegt Gillissen.
Het besef dat hij de afvaloven als milieuactivist niet weg zal krijgen is doorgedrongen. En dwingt tot zelfreflectie. “Want nu blijven we al tien jaar in dezelfde discussie hangen. Alle argumenten zijn bekend, het blijft welles-nietes.” Daarom zoekt hij een andere rol voor Afvaloven Nee.
Voor hem persoonlijk betekent dat een ommezwaai. “We moeten ons afvragen: wat willen we in deze regio écht met ons afval? Kunnen we alle stromen scheiden, circulair handelen?”
Het antwoord op die vraag wil hij samen met burgers, de gemeente en provincie vinden. Hij gaat met wethouder Boon ( CDA) en gedeputeerde Schrier (SP) praten. De felste leden van Afvaloven Nee zullen hem misschien betichten van ‘heulen met de vijand’, zoals hij het zelf uitdrukt, maar dat risico is hij bereid te nemen.
Gillissen wil het polderen een kans geven. Omrin krijgt veel huishoudelijk vuil binnen als een grote bulk, voor nascheiding en verbranding. Daarom mikt Gilissen op een plan om dat afval bij de bron aan te pakken. In het kader van circulaire economie kunnen Friese huishoudens hun afval grondig gaan scheiden en hergebruiken, hoopt hij. Door zo’n groene beweging van onderop, kan de REC-centrale van Omrin leeg komen te staan en sluiten. “Maar het kan zo zijn – en dat is een heel gevaarlijke uitspraak voor Afvaloven Nee en de achterban – dat de uitkomst wordt dat we de afvaloven nog nodig hebben.” Gillissen zegt het heel behoedzaam. “We moeten uit de loopgraven komen.” Het is wennen, het polderen in plaats van polariseren.
Johan Wijnsma (66) wil hem daarbij gaan helpen. Hij schuift aan. Wijnsma, professioneel mediator en oud-wethouder van Kollumerland, kent het politieke overlegcircuit. Die ervaring heeft Gillissen nodig, zegt hij zelf. “Want voor je het weet, verval ik in het oude circus van hard protest.” Als het over de afvaloven gaat, schiet hij snel in zijn emotie, weet Gillissen van zichzelf. “Daar uitstappen is verdikkeme erg moeilijk.”
Wijnsma balt zijn vuist ter aanmoediging in de lucht. “Wij zullen die zoektocht samen aangaan”, zegt hij. Volgens Wijnsma is het hoog tijd dat ‘het eeuwige welles-nietes’ over de afvaloven stopt. Andere bezwaarmakers staakten hun verzet jaren geleden al. Het was een verloren gevecht, concludeerde de Waddenvereniging al in 2012, nadat alle belangrijke vergunningen overeind bleven bij de Raad van State.
Mak lammetje
De nieuwe aanpak maakt niet opeens een mak lammetje van Afvaloven Nee. De groep heeft nog juridische procedures tegen de REC lopen bij de Raad van State, over te hoge gehaltes zoutzuur uit de schoorsteen, en die zet ze onverkort door. Bewoners hebben klachten, zegt Gillissen, zoals prikkelende ogen. Er zijn meer zorgen en angsten, over schadelijke stoffen. “Er zitten stoffen in de lucht die je niet kunt zien. Er is argwaan.” Ook tegen stankoverlast uit de vuilverbrander, die met 44 meter een opvallend lage schoorsteen heeft, blijft de burgergroep strijden.
Vergelijk het maar met de strategie van een organisatie als Greenpeace, zegt Gillissen. Daar hangen actievoerders ook in de touwen om steenkolenschepen te blokkeren. Maar Greenpeace schuift net zo goed aan voor onderhandeling over het Klimaatakkoord.
Het leuke is: het polderen spreekt Gillissen eigenlijk enorm aan. In zijn baan werkt hij ook aan ‘verbinding tussen mensen en ideeën’, zegt hij. Zijn imago in de regio, dat hij een bikkelharde actievoerder is, vindt Gillissen sowieso overtrokken. “Men kent mij in Friesland als geitenwollensokkendrager, een echte milieuactivist. Dat is beeldvorming.”
Die naam, Afvaloven Nee, werkt natuurlijk een hard en rechtlijnig imago in de hand. Nu de groep een constructieve rol wil spelen, is die naam niet meer passend, weet Gillissen. Maar bij het idee van een andere naam, ‘Afval-oven Misschien’, barst hij in lachen uit. In de regio is Afvaloven Nee een begrip. De strategie verandert, de naam niet.
Mediator Wijnsma wil niet op de zaak vooruitlopen, zegt hij, maar zoals zijn dochter in Hengelo met afval omgaat, spreekt hem aan. “Die moet betalen voor huishoudelijk afval. Ze scheidt álles. Glas, gft, plastic, papier, katoen. Zij zegt: wat ik overhoud aan afval is peanuts. En dat terwijl ik zelf, in Dokkum, alles nog bij elkaar pleur! En met een beetje pech komt mijn vuil hier in de afvaloven van Harlingen terecht.”
Gillissen vult aan: “Het geeft mensen veel voldoening, als ze afval netjes scheiden en het bij een milieustraat in een bak kunnen gooien”. Als afval op die manier een herbruikbare grondstof wordt in plaats van brandwaar, kan zijn droom alsnog uitkomen. Wanneer er draagvlak is en politieke wil, kan de oven mogelijk vroegtijdig sluiten ook al heeft die nog financiële waarde. “Afvalverbranders zijn de nieuwe kolencentrales, horen we in den lande.” Vuil verbranden is totaal niet circulair, zegt hij, ook al produceert Omrin er wel warmte en elektriciteit mee voor de omgeving. Het staat ver af van circulaire principes, zegt Gillissen, die wat het kabinet betreft uiterlijk 2050 leidend moeten zijn.
Onderzoek laat zien: grote zorgen, maar sluiten is kapitaalvernietiging
Bewoners van Harlingen en omgeving maken zich grote zorgen over de Reststoffenenergiecentrale (REC), blijkt uit recent onderzoek van het onafhankelijke bureau Ecorys, in opdracht van de gemeente. Van de gepeilde inwoners zegt 60 procent last te ervaren van de oven. Liefst 70 procent maakt zich zorgen om gezondheids- en veiligheidseffecten.
Afvalbedrijf Omrin, dat zelf meent koploper in duurzaamheid te zijn, moet daarom beter uitleggen waar het mee bezig is en mensen betrekken, stelt Ecorys. De gemeente dringt erop aan dat het afvalbedrijf zorgen in de omgeving ‘op de lange termijn’ wegneemt. Omrin moet aan ‘omgevingsmanagement’ gaan doen.
Ondertussen zal het rapport het politieke debat in de gemeente en provincie over de REC blijven voeden. Om die emotionele discussie inhoudelijk te kunnen voeren, wilde de gemeente de gevolgen van de theoretische sluiting van de afvaloven op een rijtje hebben. In dat geval zou tussen de 118 miljoen euro en 152 miljoen aan waarde verloren gaan, aldus het onderzoek. Naast verdampte waarde zou Harlingen 118.000 euro aan belastinginkomsten mislopen, aldus Ecorys. Het verlies aan banen zou een schadepost tot 941.000 euro betekenen.
Dit beeld van dreigende kapitaalvernietiging bevestigt: sluiting gaat niet zomaar. Bovendien zit Omrin vast aan contracten, zoals energielevering aan de naastgelegen zoutfabriek van Frisia tot 2035. Contracten openbreken kan boetes opleveren, aldus Ecorys. Los daarvan: de gemeente Harlingen kan de vergunning van de REC niet intrekken. De provincie kan dit, als toezichthouder, slechts als Omrin de regels ernstig overreedt.
Lees ook:
Afval verbranden heeft geen toekomst
Huisvuil verbranden in ovens is in Nederland een aflopende zaak. Het is een kwestie van jaren, hooguit decennia tot het stopt.
Europees akkoord over terugdringen van afvalberg
EU-lidstaten sloten eind 2017 een principeakkoord om de afvalberg terug te dringen. “Een belangrijk akkoord dat het storten en verbranden van afval sterk zal terugdringen”, reageerde EU-milieucommissaris Karmenu Vella.