Bouwplannen
Aantal sociale huurwoningen blijft dalen, in weerwil van kabinetsplannen
Het kabinet wil meer sociale huurwoningen, maar zijn plannen leiden slechts tot het doorzetten van de neergaande lijn, blijkt uit nieuwe berekeningen.
Het aandeel sociale huurwoningen zal de komende jaren niet stijgen, zoals het kabinet zegt te willen, maar dalen. Die neergaande trend doet zich al tien jaar voor en de plannen van minister Hugo de Jonge (volkshuisvesting) veranderen daar niets aan.
In 2012 viel nog 30 procent van alle Nederlandse woningen in de categorie sociale huur, tien jaar later was dat 27 procent. De Jonge wil het tij keren. “Ik wil dat het landelijk percentage sociale huur groeit”, vatte hij vorig jaar in Trouw zijn streven samen. Dat leek een trendbreuk, want lange tijd was het kabinetsbeleid juist gericht op minder sociale huur. Maar die omslag blijft uit. Eind 2030 zal dat percentage landelijk uitkomen op 25,7. Ook van De Jonges streefcijfers per gemeente komt niet veel terecht.
Dat is de uitkomst van berekeningen van emeritus hoogleraar woningmarkt Johan Conijn die maandag gepubliceerd worden op economensite Me Judice. De Jonge mikt op nieuwbouw van 250.000 sociale huurwoningen (met een huur tot 808 euro, bestemd voor mensen met een jaarinkomen tot 40.000 euro, maar met lange wachtlijsten) tot en met 2030. Conijn ging na wat er in de praktijk van dat aantal overblijft.
Sloop en verkoop remt groei
Niet zo veel. Van die 250.000 moet allereerst het aantal sociale huurwoningen af dat gesloopt zal worden. Dat zijn er in De Jonges plannen 87.000. Daarbovenop komt het aantal woningen dat woningcorporaties gaan verkopen: 63.000. Per saldo zal de sociale huur met 4,6 procent groeien, maar het aantal koop- en andere huurwoningen groeit meer dan twee keer zo hard. Verhoudingsgewijs krimpt de sociale huursector daardoor – en dat staat haaks op wat De Jonge wil.
Kan het aantal te slopen of te verkopen woningen dan niet omlaag? Waarschijnlijk niet, laat Conijn zien. Veel woningen zijn te slecht om te laten staan en corporaties hebben het geld uit de verkoop van woningen nodig om nieuwbouw te betalen. De afgelopen vijf jaar bleven daardoor van elke honderd nieuw gebouwde woningen per saldo maar zestien over. In De Jonges plannen moet dat omhoog naar veertig van elke honderd, en dat is al ambitieus. Nog verder omhoog wordt lastig, stelt Conijn.
In deze rekensommen gaat Conijn ervan uit dat de corporaties er inderdaad in slagen 250.000 sociale huurwoningen te bouwen. Of dat lukt, is de vraag, want vooral vanwege de gestegen rente op de kapitaalmarkt is de armslag van de corporaties beperkt. Conijn rekende eerder al uit dat zij in het ergste geval vanaf 2024 slechts 8 procent van hun nieuwbouwplannen kunnen uitvoeren zonder zich financieel in de nesten te werken. Wordt die prognose bewaarheid, dan zakt het percentage sociale huur nog veel harder.
30 procent op de lange baan
Ook De Jonges doelstelling voor afzonderlijke gemeenten staat onder druk, mede doordat hij zelf de lat nu lager legt dan vorig voorjaar. Elke gemeente moet zorgen dat op termijn minstens 30 procent van alle woningen sociale huur is, luidde destijds zijn eis. Dat was een zware opgave voor gemeenten die nu ver onder die 30 procent zitten. Bijna één op de zeven haalt de 20 procent niet eens; die zouden dus ál hun nieuwbouw voor sociale huur moeten reserveren om dat streefpercentage te benaderen.
“Niet uitvoerbaar en onevenwichtig”, zegt een woordvoerder van de minister nu. Daarom is die eis afgezwakt: die gaat nu alleen nog over nieuwbouw. Daarvan moet in gemeenten die achterblijven 30 procent sociale huur zijn. Maar omdat ook hier woningen worden verkocht of gesloopt, neemt het aandeel sociale huur er gemiddeld genomen eerder af dan toe, rekent Conijn voor. Het doel van 30 procent voor álle woningen in elke gemeente, nieuwbouw of bestaand, verdwijnt uit het zicht.
De minister houdt wel vast aan het aantal van 250.000, zegt zijn woordvoerder. “In alle gemeenten zal de sociale huurvoorraad in absolute zin dus toenemen.”
Lees ook:
Geen geld, geen grond: gaan de grote bouwplannen wel door?
De nieuwbouwplannen waren groots, maar minister Hugo de Jonge gaat nu zelf opnieuw rekenen: zijn woningcorporaties wel in staat om de grote aantallen betaalbare huurhuizen te bouwen die hij van hen gevraagd heeft? Gebrek aan geld en aan grond spelen hen parten.