ReportageStikstofcrisis
70 procent minder stikstof? Geldt dat ook voor boeren die al doen wat de overheid wil?
Veel boeren rond de Loonse en Drunense Duinen doen al ongeveer wat de overheid voor ogen heeft. Juist daarom vrezen zij dat rigide vasthouden aan 70 procent stikstofreductie voor henzelf én het gebied averechts werkt.
Langs de weg van Waalwijk naar Kaatsheuvel hangt een groot spandoek aan een hek. ‘Zonder boerenkinkels lege schappen in de winkels’, staat erop. Even daarboven wappert de omgekeerde Nederlandse vlag, met de blauwe baan boven dus. Een veelgebruikt symbool tijdens de boerenprotesten van de afgelopen weken.
Achter het hek begint het erf van melkveehouder Dorus van Loon. Hij is nu niet wat je noemt het prototype protestboer. Zijn biologische boerenbedrijf telt veertig melkkoeien: over kleinschalig gesproken. Daarnaast heeft hij een zorgboerderij voor mensen met psychische problemen of een verstandelijke beperking.
De cliënten – ‘zijn jongens’ – hebben het spandoek gemaakt. Want het nieuws van de laatste weken houdt hen bezig: als de overheid boeren uit wil kopen, is er dan nog wel toekomst voor het bedrijf van Van Loon? Hij zit immers pal aan de rand van de natuur, met de Loonse en Drunense Duinen om de hoek.
Precies wat de overheid wil
Van Loon heeft een extensief bedrijf en onderneemt in harmonie met de natuur. Voorbeeldje: hij is lid van de Duinzuivel Coöperatie. Met dertien andere melkveehouders heeft hij een kaasmaker in de arm genomen. Die kaas verkopen ze lokaal, als streekproduct, onder de naam ‘Duingoed’. Een deel van de opbrengst steken ze in het gebied. Bijvoorbeeld door bloemrijke akkerranden aan te leggen en insectenhotels te bouwen.
Dat is allemaal precies wat de overheid wil, zou je denken. En toch zorgt het stikstofbeleid van het kabinet voor veel onrust, ook bij Van Loon en zijn collega-melkveehouders Mari van Drunen en Sjaak Sprangers. Bij de gedetailleerde kaart van minister Christianne van der Wal, met de beoogde stikstofreductie per gebied, fronsen zij hun wenkbrauwen. Aan de rand van het natuurgebied zou de uitstoot met 70 procent omlaag moeten.
“25 jaar geleden stonden in dit kleine gebiedje tussen Waalwijk en Kaatsheuvel wel 600 koeien”, blikt Sprangers terug. Hij is naast melkveehouder ook voorzitter van Stichting Duinboeren, waarin zo'n 170 ondernemers in het gebied samenwerken. “We zijn ooit opgericht toen de Loonse en Drunense Duinen in de jaren negentig de status van nationaal park kregen. Eigenlijk vooral uit vrees voor de gevolgen daarvan.”
Grotere bedrijven al vertrokken
Want, zo was de vraag toen al, was er rond die beschermde natuur nog toekomst voor boeren? De Duinboeren besloten de vlucht naar voren te nemen: zij zagen toekomst rond de duinen, juist door te ondernemen op een manier die bij hun omgeving past. “Dat heeft het gebied veranderd”, vervolgt Sprangers. “De grotere bedrijven die wilden groeien, zijn al vertrokken. De boeren die overbleven, zijn sterk geworteld in dit gebied.”
Van de 600 koeien in de nabije omgeving van de boerderij van Van Loon zijn er mede daardoor nog zo'n honderd over. Natuurlijk, die koeien stoten stikstof uit. Maar er zijn óók zwaarwegende redenen om juist niet al het melkvee rondom de natuur te elimineren. “Dan neem je misschien één probleem weg, maar je krijgt er andere voor terug”, vreest Sprangers.
Want dat de koeien van Mari van Drunen juist pal aan de rand van de duinen goed gedijen, heeft ook zo zijn redenen. Grazende koeien hebben immers behoefte aan relatief nat grasland. Ze delen daar in feite hetzelfde belang als de natuur in de buurt. Ook die is gebaat bij een hoge waterstand, om verdroging tegen te gaan.
“We zien nu al dat veel percelen van stoppende melkveehouders worden overgenomen door boomteelt”, vult Sprangers aan. Een sector die momenteel bloeit in Brabant, maar ook dat is niet zonder gevolgen. Intensieve teelten hebben juist baat bij een lagere waterstand, die de natuur weer kan schaden.
Onzekerheid voor elke boer
Het is een redenering waar de provincie de afgelopen jaren best gevoelig voor was. De zone rondom de natuur is juist een goeie plek voor een beperkt aantal weidende koeien, lieten zowel oud-gedeputeerde Rik Grashoff (GroenLinks) als zijn opvolger Erik Ronnes (CDA) al eens doorschemeren. Maar de landelijke kaart met reductiepercentage banjerde daar dus dwars doorheen. “We hebben hier juist voorop gelopen, waardoor landbouw en omgeving al behoorlijk in balans zijn”, benadrukt Sprangers. “Als we hier dan nog eens 70 procent moeten inleveren, word je daar eigenlijk voor gestraft.”
Of het zo’n vaart loopt, valt nog te bezien. De gewraakte kaart is min of meer van tafel; de bal is door de Tweede Kamer en de minister nu nadrukkelijker bij provincies gelegd. Noord-Brabant mag dus zelf beslissen of ze de veehouders rond de duinen aan die 70 procent houdt. Maar dat neemt de onrust niet weg. Want de stikstofdoelen zullen linksom of rechtsom gehaald moeten worden.
“Als je hier minder doet, moet er dus ergens anders meer gebeuren”, redeneert Van Drunen. “Als de provincie dan wél 50 procent wil reduceren in een gebied dat op de kaart veel minder hoefde te doen, leidt dat daar weer tot onrust. Al die emotie en onzekerheid ligt nu allemaal op al die boerenkeukentafels.”
Lees ook:
De hectare van 130 miljoen: hoe een overwoekerd stukje ven bij Waalwijk ineens cruciaal kan zijn
Provincie, gemeenten en Rijkswaterstaat hebben grote plannen om de verouderde snelweg A59 bij Waalwijk aan te pakken. Maar stikstof zorgt voor hoofdbrekens: precies één, niet eens zó bijzondere hectare aan natuur kan het plan van 130 miljoen euro in de weg staan.
De Loonse en Drunense Duinen verzuren door stikstof: ‘Het gaat de laatste decennia mis’
De vergezichten zijn fraai in de Loonse en Drunense Duinen. Maar onder de voeten is er ellende, want verzuring vormt een constante bedreiging voor het Brabantse natuurgebied.