Ook de strips die ik per twee meenam uit de bakken van de bibliotheek moest ik ontberen. Guust Flater, FC Knudde, Suske en Wiske, Lucky Luke. De boeken die me grondige kennis gaven van de wereld.
We gingen op vakantie. De wagen werd zwaar beladen voor de lange, driedaagse reis naar de Marokkaanse kust. De boeken gingen naar de bieb. Meenemen betekende een fikse boete bij terugkeer. Ik spaarde kwartjes en dubbeltjes – helaas, niet genoeg om mijn leeswoede mee af te kopen.
Sprookje
Onderweg las ik dan maar de kaart van Zuid-Europa. Bij de stedennamen verzon ik verhalen. Gezeten naast mijn vader vinkte ik routineus de afslagen af. De Route du Soleil kende geen geheimen voor mij, een vervolgverhaal van asfalt. Door de boeken was ik een navigator geworden. De koffie die we in Spanje dronken, smaakte totaal anders dan de koffie in Frankrijk.
Ten zuiden van Valencia begon Nederland de vorm van een sprookje aan te nemen. Nog nooit in mijn leven zag ik zoveel bergen, nog nooit in mijn leven liet ik zoveel bergen achter me. Aan mijn vader kon ik niet zien of hij genoot van de reis. Hij reed.
Boeken zijn een ideale schuilplek voor een kind, weg van grotemensengedoe
De vakanties waren toen nog lang. Zes tot acht weken. In die maanden werd al het opgekropte verlangen naar de voorouders goedgemaakt. Omhelzing na omhelzing. Ik kreeg het er benauwd van. Wij kinderen werden figuranten. Mijn vader werd weer een zoon van een vader en een moeder. Mijn moeder veranderde in een meisje.
Onzichtbaar
De opwinding van de aankomst en hernieuwde kennismaking achter de rug, begon ik weer te verlangen naar mijn boeken. Hun kracht is dat je er onzichtbaar van wordt. Boeken zijn een ideale schuilplek voor een kind dat niet mee wil doen aan het grotemensengedoe. In Nederland dwingt de lezer zijn privacy op vanzelfsprekende wijze af. Die laat je met rust, want daar wordt een grootse intellectuele daad verricht.
In het uitgedroogde dal tussen de geiten, kippen en ezels voelde ik in mijn hunkering naar leesvoer wat die boeken allemaal voor mij betekenden. Een oase waar een zachte bries werd gevolgd door een verfrissende regenbui. Een manier om het leven te verdubbelen.
Een heerlijke vlucht waar je zonder kleerscheuren, maar met hernieuwde inzichten uitkomt. Zes weken lang was ik overgeleverd aan de grillen van de mensen om me heen. Ik miste mijn eenzaamheid. Met een boek binnen handbereik kon ik de massa wel aan. Nu leed ik in stilte.
Geen privacy als je leest
Bij terugkeer van de boekenloze vakantie moest ik danig wennen aan het nieuwe schooljaar. Het hoofd had zes weken stilgelegen. Zonder de intellectuele prikkels van de boeken was ik traag geworden. Het kostte me echt moeite om aansluiting te vinden bij de les. Na een paar keer de bibliotheek te hebben bezocht om met nieuwe buit thuis te komen, ging het wel weer. Maar er was toch een achterstand opgelopen die niet meer in te halen was.
Bij de volgende vakantie in Marokko nam ik wel een boek mee. En ik ontdekte dat een lezer voor mijn omgeving niet betekende dat je privacy werd gegund. “Wat was ik aan het lezen? Waarom was ik aan het lezen? Had ik niets beters te doen?” Ik vroeg een Arabische dichter of er een Arabisch woord is voor privacy.
Ze moest me teleurstellen. Het bestond niet.
Deze zomer laat ik mijn boeken niet los.
Abdelkader Benali (1975) is schrijver. In 1996 debuteerde hij met Bruiloft aan Zee, in 2003 won hij de Libris Literatuur Prijs voor zijn roman De Langverwachte. Om de week schrijft hij voor Trouw een column, u kunt ze hier teruglezen.