Review
Zwijgen is voor helden en doden
Spreken is zilver, zwijgen is goud. Maar zelfs een pleidooi voor stilte bestaat uit woorden. Hoeveel taalgenot zo'n pleidooi teweeg kan brengen, toont Javier Marías aan in 'Koorts en Lans'.
Soms ontdek je bij iemand die je graag mag plotseling een onaangenaam karaktertrekje. Je broer bijvoorbeeld, kan het tijdens een receptie niet laten alle vrouwelijk schoon luidkeels van commentaar te voorzien. Teleurstellend, gênant, maar al met al is er geen man overboord. Anders wordt het als je vriendin er niet voor terugdeinst jouw geheimen rond te strooien. Dan voel je je bedrogen, al kom je ook dat wel te boven. Behalve in tijden van oorlog: dan zijn de gevolgen van laaghartige babbelzucht onomkeerbaar.
Dat laatste is een besef waar Deza, de hoofdpersoon van 'Koorts en Lans', mee is opgegroeid, en waar hij nog steeds mee worstelt. Zijn vader Juan, journalist voor de Madrileense en republikeinse krant ABC, is namelijk kort na de Burgeroorlog in de gevangenis beland, nadat zijn klasgenoot De La Real hem bij de zegevierende Falangistische overheid had aangegeven. En terwijl deze verrader kort daarop een leerstoel in een noordelijke universiteitsstad verwierf, zou Juan Deza wegens zijn 'strafblad' nooit meer één regel gepubliceerd krijgen.
Redenen genoeg om wraak te nemen. En dat deed vader Deza: hij zweeg. Want als hij De La Real had opgebeld om hem zijn vet te geven, als hij hem een klap in zijn gezicht had verkocht, dan zou hij zijn verrader alsnog een 'anachronistisch motief voor zijn handelen' hebben verschaft, een soort rechtvaardiging achteraf. En dus verkoos vader Deza de lippen stijf op elkaar te houden. Een ware heldendaad, volgens zijn zoon.
Hij, zijn zoon, had dat nooit kunnen opbrengen. Hij had De La Real de huid volgescholden, of hem ten minste gevraagd waarom hij zijn vriend zoiets verschrikkelijks had aangedaan. Alleen echte helden kunnen zwijgen, meent de jonge Deza. En om die redenering kracht bij te zetten, somt hij een lange reeks voorbeelden van dappere zwijgers op, onder wie Andreu Nin, voormalig secretaris van Trotski en leider van de zogeheten 'POUM' (De Arbeiderspartij voor Marxistische Unificatie), die in 1937 op bevel van Stalin in Barcelona werd opgepakt en later door generaal Orlov werd ondervraagd en doodgefolterd. Zonder ook maar iets te prijs te geven.
Door deze opsomming van heroïsche stiltes lijkt 'Koorts en Lans', het eerste deel van de trilogie 'Jouw gezicht morgen', wel een pleidooi voor het stilzwijgen. Maar dan wel een heel paradoxaal pleidooi, want een pleidooi kenmerkt zich in principe al door veel omhaal van woorden, gunt zich de tijd, en toont zich de natuurlijke tegenstander van de stilte.
Javier Marías' uitbundige stijl zet het omstandige karakter van Deza's betoog bovendien nog eens extra in de verf. In heel Spanje is er geen auteur te vinden die zo traagkruipend schrijft als deze Madrileen: Marías is een meester in het aaneenrijgen van woorden die op het eerste gezicht synoniemen lijken, maar toch net niet inwisselbaar zijn. Hoe rijk geschakeerd onze woordenschat is, wordt nergens beter aangetoond dan in zijn proza. Marías lezen is, zowel in het Spaans als in vertaling, puur genot voor iedereen die van taal houdt.
Deza's monologen worden afgewisseld met die van zijn gastheer, Peter Wheeler, professor emeritus in de hispanologie aan de Universiteit van Oxford. Wheeler vult Deza's betoog aan met zijn eigen ervaringen. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog vocht hij mee aan de zijde van de republikeinen, en tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij, zoals zoveel professoren uit Oxford en Cambridge, als spion voor de Britse Geheime Dienst MI6. Zijn opdracht was te voorspellen hoe mensen zich in bepaalde omstandigheden zouden gedragen.
Wheeler haalt een map vergeelde prentjes te voorschijn die de Britse overheid tijdens de oorlog gebruikte om de bevolking te waarschuwen voor de gevaren van careless talk. Een ervan toont een getorpedeerd Britse oorlogsschip met daaronder, in dreigende woorden 'A few careless words may end in this'.
De voorlichtingscampagne mislukte. Zoals te voorspellen was, vindt Wheeler, want je kúnt mensen niet opleggen om te zwijgen. Het pleidooi voor stilte is paradoxaal: het is bij voorbaat gedoemd om te mislukken. Mensen houden nu eenmaal niet op met praten, ook al hebben ze weinig interessants te melden: ,,Als je 's avonds nadenkt over wat de personen die je die dag hebt gesproken, gezegd hebben, zie je dat er weinig dagen zijn waarop je iets hebt gehoord dat werkelijk van waarde was of getuigde van inzicht, wat je hebt vernomen via televisie, radio of krant meegeteld (iets anders is het als je een boek hebt gelezen, en ook dan hangt het ervan af welk).''
'Koorts en lans' is zo'n zeldzame uitzondering -het is zélf een briljant uitgewerkt pleidooi voor praatlust van het betere soort.