Review
Zwelgen in de ironie van Jane Austen
Patricia Rozema verfilmde Mansfield Park van Jane Austen alsof het boek door een Brontë werd geschreven. Kijkend naar de film ga je Austen missen.
In Helen Fieldings nieuwste dagboek van 'singleton' Bridget Jones kan de altijd op de rand van een zenuwinzinking balancerende Bridget een interview krijgen met de populaire Britse acteur Cloin Firth, die zijn roem verwierf als Mr. Darcy in de veel geprezen BBC-verfilming van Jane Austen's 'Pride and Prejudice' (1995).
Een Interview Met Colin Firth! Tientallen dronken avonden heeft Bridget samen met haar vriendinnen op de video de scène herhaald waarin Firth alias Darcy hoogst elegant in zijn parkvijver plonst om in het ijskoude water zijn hartstocht voor Elizabeth Bennet even in te dammen. Iedere keer weer houden Bridget en vriendinnen de adem in als Firth alias Darcy met aan de borst klevend 19de eeuws wit hemd tegen de oever omhoog klautert en koel, kaarsrecht en ongenaakbaar in doorweekte aristocratische plunje over het grasveld naar zijn kasteel schrijdt. Het was het hoogtepunt van de tv-serie die vrouwelijk Engeland (en een jaar later ook Nederland) gedurende zes afleveringen aan de televisie gekluisterd hield.
De vijver-scène komt in Austen's oorspronkelijke roman niet voor maar was een 'interventie' van scenarioschrijver Andrew Davis. Hij maakte van Austen's populairste roman een dampend drama vol broeierige blikken en ingehouden verlangens, waarin de bijna twee eeuwen tussen Austen's pre-Victoriaanse benauwde burgelijke milieu, moraal en manieren en onze tijd van vrijheid en vrijmoedigheid, met gemak werden overstegen.
Andrew Davis werd alom geprezen voor zijn bewerking die ondanks de toevoegingen de indruk wekt gewoon te laten zien wat al door Austen beschreven was. Colin Firth was de perfecte Darcy, perfecter bijna dan de echte uit het boek, omdat hij diens harkerigheid liet voortkomen uit een voortdurend onderdrukte hartstocht in plaats van alleen maar stijf en trots te zijn. Jennifer Ehle was een vanzelfsprekende Elizabeth Bennet, Austen's populairste heldin: arrogant en bevooroordeeld in haar spotzucht en cynisme, innemend in haar onafhankelijkheid en wilskracht. Het was een tv-serie om romantisch in te zwelgen en gezwelgd werd er met volle teugen.
Andrew Davis' interventie was misschien onopvallend maar niet zonder gewicht. De scenarioschrijver voegde in zijn bewerking dat element toe dat ontbreekt in Austen's geestrijke, scherpzinnige en romantische maar in haar nadruk op ironie ook gedistantiëerde zedenschetsen: de fysieke passie. De seksualiteit.
Ooit schetste tijdgenote Charlotte Brontë, de schrijfster van 'Jane Eyre' en 'Vilette', Jane Austen's wereld als een 'omheinde tuin met keurige borders en fraaie bloemen' maar zonder open land, frisse lucht, een aardig beekje. Als een benauwde wereld kortom, bekrompen, burgelijk en oppervlakkig. Na lezing van 'Emma' prees Brontë Austen's 'Chinese getrouwheid' en 'miniaturistische verfijning' in de schildering van 'de buitenzijde van de levens van deftige mensen' maar ze klaagde dat hartstochten Jane Austen volledig onbekend waren: '[Austen] houdt zich niet half zo bezig met het menselijk hart als met de menselijke ogen, mond, handen en voeten; wat scherp ziet, vaardig spreekt en soepel beweegt, bestudeert ze graag, maar wat snel en hard klopt, zij het onzichtbaar, waar het bloed doorheen snelt, wat de ongeziene zetel van het leven is, dat negeert Miss Austen'.
Charlotte Brontë staat in die visie op het werk van Jane Austen niet alleen, al zal haar strengheid ook zijn ingegeven door enige 'jalousie de métier'. In een bewonderende analyse van het nu door de Canadese filmmaakster Patricia Rozema verfilmde 'Mansfield Park', Austen's vierde roman, de eerste na haar mysterieuze tien jaar durende schrijfblokkade, merkt schrijfster A.S. Byatt op dat in 'Mansfield Park' de seksualiteit geheel ontbreekt. De personages verkeren met elkaar in een incestueuze gemeenschap waar iedere spontane passie is uitgebannen. Hoofdpersoon Fanny Price munt uit in kwaliteiten als standvastigheid en trouw, maar die komen voort uit haar onzekerheid en angst en zouden daarom even goed als bekrompenheid bestempeld kunnen worden. Volgens Byatt is Fanny Price Austen's meest neurotische heldin. Zwijgzaam zondert ze zich op de sofa af van het gezelschap, en toont zich zo superieur aan degenen die zij om zich heen observeert en die zich wel in het geflirt en gekonkel storten. Het is een afstandelijke houding die herinnert aan Austen's eigen scherpzinnige maar vaak ook superieure en malicieuze schrijversschap. De passieve positie is Fanny dan wel onvrijwillig opgelegd door haar familieleden die haar als het arme nichtje in 'Mansfield Park' hebben opgenomen, maar het lukt haar niet zich aan die gevangenschap te ontrekken. Over haar verliefdheid op neef Edmund zwijgt Fanny, terughoudend als een dame, en ze ziet met lede ogen toe hoe hij de veel levendiger, frivolere debutante Mary het hof maakt. Dat Fanny uiteindelijk toch met Edmund trouwt is, volgens Byatt, eerder een kwestie van trouw aan de familiebanden (met neef Edmund huwt Fanny meer een broer dan een geliefde) dan dat van huwelijk, passie en romantische liefde. Byatt koppelt Austen's opvallende waardering van de familiebanden, en haar negatieve visie op het huwelijk in 'Mansfield Park', aan Austen's eigen situatie anno 1814: geen 'prinses' meer, maar een 38-jarige bewust ongetrouwde vrouw, verknocht aan haar familie en samenwonend met moeder en zuster.
Dankzij de omstreden, door maar weinig lezers bewonderde heldin Fanny Price was 'Mansfield Park' tot nu toe weinig populair bij filmmakers. Patricia Rozema, die naar eigen zeggen lange tijd te calvinistisch was om Austen's schilderingen van de in ledigheid gevangen 19de eeuwse middenklasse te kunnen waarderen, pakte op advies van anderen de roman toch op. Ze ging in haar bewerking echter nog een stapje verder dan Andrew Davis in 'Pride and Prejudice' om Fanny aan Austen's 'ommuurde tuin' te ontrekken. Het is zelfs alsof de geest van de Brontës door Rozema's 'Mansfield Park' waart. Fanny Price is niet langer een benauwde angsthaas, noch is ze een naïeve snob als Emma, of een bevooroordeelde spotster als Elizabeth Bennet. In Rozema's verfilming van 'Mansfield Park' is Fanny Price een bijna ideale heldin, een Jane Eyre, een vrouw die door de omstandigheden in een hoekje gedrongen wordt, maar die de situatie met passie, fantasie en creativiteit te lijf gaat. Als de arme Fanny door haar onaardige familieleden naar haar onverwarmde kamer wordt gestuurd, gaat zij niet zitten kniezen maar wijdt zij zich aan het schrijven van verhalen; de fantasierijke, gekke, gruwelijke verhalen die Austen zelf als kind schreef om haar familie te amuseren en die Rozema haar heldin direct tegen de camera laat voordragen. Als Fanny in gezelschap vernederd wordt, barst ze niet in huilen uit, maar springt ze op haar paard voor een onstuimige tocht door de nachtelijke regen, en dan niet zomaar een buitje, maar een ware plensbui waar Austen's Fanny Price zich vast diep lijdend doorheen had geworsteld. Al in de sensuele eerste beelden van 'Mansfield Park', waarin de satijnen en fluwelen stoffen uit de openingsbeelden van 'Pride and Prejudice' zijn vervangen door snippers van volgeschreven papier, is duidelijk dat Rozema's Fanny een ander, nuttiger, passievoller bestaan ambiëert dan dat van Austen's in frivoliteiten gevangen welopgevoede dames, voor wie de juiste partij de enige obsessie is.
In 'Mansfield Park' laat Rozema Fanny Price teksten uit de brieven die Jane Austen aan haar zuster schreef, voorlezen als waren het haar eigen brieven. Het paradoxale is dat Rozema Austen als vertelster opvoert en dat de schrijfster in deze film toch veel meer ontbreekt dan in eerdere bewerkingen, zoals Davis' 'Pride and Prejudice'. Hoewel Rozema van 'Mansfield Park' een sfeervolle, meeslepende en ook kritische film gemaakt heeft, ga je, nu heldin en schrijfster samenvallen, gaandeweg Jane Austen missen. In de gepassioneerde, wat humorloze heldinnerigheid van Rozema's Fanny Price ontbreekt de ironische distantie van de 19de eeuwse schrijfster, die in haar werk al haar heldinnen (en helden) van zwakheden en commentaar voorzag.
Juist daarom is het zo prettig te kunnen zwelgen bij verfilmingen van Austen's boeken, omdat ze je er tegelijk bij staat uit te lachen.