Review
Ziek van literatuur
Het is dit jaar precies vierhonderd jaar geleden dat Don Quichot besloot 'dolende ridder' te worden. Hij hees zich in een verroest harnas, haalde een afgejakkerde knol van stal, en trok de Castiliaanse hoogvlakte in. Op zoek naar avontuur, net zoals de helden uit de zogenaamde Amadis-romans die in het Spanje van het einde van de 16de eeuw gretig aftrek vonden en Don Quichot 's nachts zo lang wakker hielden dat hij er uiteindelijk krankzinnig van werd.
De literatuurgeschiedenis telt wel meer leesgekken, maar zelden werden de symptomen van 'literatosis' zo nauwkeurig beschreven als in 'De waan van Montano' van de Barcelonees Enrique Vila-Matas (1948).
Rosario Girondo, de hoofdpersoon, is een criticus met literatosis in een vergevorderd stadium. Girondo denkt in citaten van illustere auteurs, vergelijkt de mensen die hij ontmoet met romanpersonages, en heeft bij alles wat hem overkomt een gevoel van déjà lu. Wanneer hij op 11 september 2001 in Lissabon de beelden van de brandende WTC-torens ziet, is het eerste wat in hem opkomt het verhaal van Kafka waarin een kantoorbeambte verandert in een kever.
En wanneer hij in een vliegtuigje boven Chili hangt, denkt hij aan Saint-Exupéry 'die een tijd lang 's nachts over de Andes vloog om de Chileense post naar Patagonië te brengen'. Saint-Exupéry roept dan weer het beeld van Gracq op, want beide heren ontmoetten elkaar ooit in Nantes, en Gracq, tiens, schreef die niet het pamflet 'Literatuur in de maag'? Zulke associaties volgen elkaar driehonderd pagina's lang op.
Een boodschap heeft Vila-Matas ook. Terwijl Don Quichot met opgeheven zwaard tegen wijnzakken en windmolens vecht, neemt Girondo het op tegen de vijanden van de literatuur. Dat zijn, enerzijds, de maffiosi die de cultuurindustrie commercialiseren, en anderzijds 'de boodschappers van het niets', die denken een roman te kunnen schrijven 'zonder zich eerst te hebben verdiept in zelfs maar de meest elementaire vaardigheden die daarvoor nodig zijn'. Girondo's wapen is zijn pen, en deze heeft het vooral op 'het slaapverwekkende Spaanse realisme' gemunt.
'De waan van Montano' is dan ook een boek waarin niks is wat het lijkt: Girondo -zo wordt langzamerhand duidelijk- is geen recensent maar schrijver, en zijn ziekte was een smoes om met een hardnekkige writer's block af te rekenen.
De vindingrijke manier waarop Vila-Matas zijn liefde voor boeken beschrijft, leverde hem de prestigieuze Premio Herralde. Gezien het verband met 'Don Quichot' zou de Premio Cervantes - wel eens de Spaanse Nobelprijs Literatuur genoemd - nog mooier zijn geweest, maar dat is waarschijnlijk iets te hoog gegrepen. Want waar Cervantes erin slaagde een breed publiek voor literatuur te winnen, overreedt de ietwat pedante Vila-Matas enkel die lezer die allang overtuigd was.