Reportage
Wordt Bökkers het nieuwe Normaal?
Ver buiten de Randstad is Bökkers hard op weg een fenomeen te worden. Een nacht op stap met de opvolgers van Normaal. 'Høken is net zo hip als die urbankids met hun hiphop.'
Plots dringt het gejoel de kleedkamer binnen, boven de keiharde zaalmuziek uit. Bö-kkers!! Bö-kkers! Bö-kkers!! Backstage grijnzen de bandleden naar elkaar over de ronde tafel, het staat er mistig blauw van de rook. "Zul'n we maar, jongens?" Hendrik-Jan Bökkers brengt snel het flesje bier naar z'n mond en staat op. Zijn bandleden volgen, door het krappe deurtje de trap naar het podium af. Het is even na middernacht in Markelo. De zaal staat vol uitzinnige jongeren, vooraan worden meisjes in Bökkers-shirts platgedrukt tegen de rand van het podium. Als gitarist Erik Neimeijer de snelle bluesakkoorden van 'Baat het niet...' inzet, duurt het niet lang voor het eerste biertje door de lucht zeilt.
De tekst gaat verder na de video
Bökkers, viermansformatie uit het Sallandse Heino, is hard op de weg de grootste onbekende band van Nederland te worden. Flauw. Want, onbekend? Ja, gemeten naar Randstedelijke maatstaven. In de Achterhoek, Twente of Salland is Bökkers wereldberoemd. De band springt in het gat dat Normaal heeft achtergelaten. Met ongecompliceerde boerenrock-in-dialect heeft de feestmachine het afgelopen jaar zo'n honderd shows achter de rug. Bökkers is een bedrijf: ze hebben een vrachtwagen, bandbus en vijf man in dienst.
Markelo was het tweede concert van de avond, die begon in Hardenberg. Daar, op Bierpop, speelde de band voor zesduizend man, tussen Di-rect en Waylon.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Hard werken
Als de verslaggever aan het begin van de avond in evenementenhal Hardenberg is aangekomen, is de band ook net binnen. Zanger en naamgever van de band Hendrik Jan Bökkers (40), grote vent, woeste krullen, zet allereerst een biertje aan de mond. Gauw schuift hij er de verslaggever ook eentje toe. Dan pas gaan de veters los. Even ontspannen backstage, een uurtje voor de show.
Hij hoort het de laatste tijd vaker, Dat ze 'opeens' een grote band zijn geworden. Maar voor hem is het een logisch gevolg van jarenlang hard werken. Alle vier zitten ze allang in de muziek, met verschillende bandjes zijn ze heel Europa door geweest. Liefdewerk. Het parkeergeld was vaak meer dan ze op een avond verdienden. Bökkers zelf speelde in de band Jovink & De Voederbietels - met zoon van Normaal-zanger Benny Jolink - die in 2007 stopte.
De rest van de band komt binnen: de boomlange bassist Arjan Pronk (47), woeste baard, goedmoedige oogopslag. De stoïcijnse drummer Jeroen Hobert (45). En de jeugdige gitarist Erik Neimeijer (35), hoedje, de grappenmaker van het stel.
Toen Jovink stopte, speelde Hendrik Jan Bökkers samen met Neimeijer weleens Normaal-covers, voor de lol, in de dorpskroeg van Heino. "Bleek een boeker ons zo in veertig tenten kwijt te kunnen." Bökkers-Dut-Normaal was geboren. Het plan om alleen Bökkers te worden ontstond op advies, nota bene, van wijlen Normaal-drummer Jan Manschot. Die zag in dat dit groepje meer was dan alleen een coverbandje. "Dus hebben we in 2012 onze eerste plaat uitgebracht. Daar hebben we er binnen een jaar maar liefst 78 van verkocht."
Alle begin is klein: de dorpskroeg in Heino werd een feestschuur in Raalte, de tent in Ommen werd dat festival bij Lichtenvoorde (de Zwarte Cross). "Op een gegeven moment pak je heel Nederland mee."
Voorlopig hoogtepunt: de Paradiso-show eind december is al uitverkocht. "Dat had ik nooit gedacht", zegt Bökkers. Niet dat er veel Amsterdammers in de zaal zullen staan, gokt hij. Hun fans, busladingen vol, reizen de band door het hele land achterna. Bökkers heeft al een fanclubdag,. In Hardenberg hangen er op de toiletten affiches waarop een Bökkers-coverband wordt aangekondigd.
Ze doen niet moeilijk over die eeuwige vergelijking met Normaal. "Liever de nieuwe Normaal dan de nieuwe Acda & De Munnik", grinnikt Bökkers. "Het grote verschil is dat Normaal er voor de boeren was, terwijl wij geen enkel liedje over de boerderij hebben. Net zoals ik niet de neiging heb om over bakkers of fietsenmakers te schrijven. We zijn een feestband. En we zingen toevallig in onze moerstaal. Net als André Hazes. Maar als je uit deze streek komt wordt je snel als boerenrockband neergezet." Ach ja. Niet erg. De vier zijn verfrissend wars van pretenties. Van het slag dat zichzelf niet al te serieus neemt, maar wát ze doen wel degelijk.
Tekst loopt door onder de afbeelding
Hersenchirurg
De stemming begint erin te komen. Grappen vullen de kleedkamer. Bökkers vertelt z'n vrienden over hoe hij afgelopen nacht geen oog dichtdeed door het spuugfestijn van z'n kinderen. Lag z'n jongste er net weer in, begon z'n zoontje. Ook Pronk, Hobert en Neimeijer hebben kinderen; die laatste vertelt over het geluidsdichte hokje dat hij heeft getimmerd zodat papa kan bijslapen als hij weer eens rond het ochtendgloren thuiskomt.
Het gezinsleven gaat prima samen met nachtelijke sessies in bierschuren en feesttenten. "Een hersenchirurg draait ook nachtdiensten, die klaagt toch ook niet? Nou dan."
Dan piept de stagemanager om de hoek. Op naar het podium, met een enorme hooischuur als decor. Aan de microfoonstandaards zijn flesjes bier bevestigd, in een soort bidonhouders voor rocksterren. Terwijl Giel Beelen de band aankondigt, kiepert Bökkers nog snel een slok naar binnen. Neimeijer, gitaar om de nek, speelt zich warm. Dan rennen ze het podium op. "Goeienavond Bierpop!" De zaal brult terug.
Een uurtje later stuiteren ze de kleedkamer weer in. Even een handdoek over het gezicht. Biertje d'rbij, en dan snel even tussen het publiek, de fans bedanken. Die verzamelen zich direct om de bandleden, jonge meisjes, oudere vrouwen, opgeschoten jongeren. Allemaal willen ze een selfie.
Ze hebben nog ruim een uur voor de bus vertrekt, dus zet de ober even later backstage het zoveelste treetje pils neer. Staan ze weleens dronken op het podium? "Altijd", zegt Neimeijer zonder aarzeling. "Maar we blijven keurig binnen de lijntjes. En kom op, het is eenvoudige muziek hè, wat we maken. Daarbij: ons publiek is ook altijd dronken. Daar wil je echt niet nuchter tussen staan." Bökkers: "Heb ik weleens gedaan. Afschuwelijk."
Ze hebben het over de band die nu bezig is, ze zijn geen, ahum, fan. Ook de geluidsman grijpt een biertje. "Hun geluidsjongen kwam naar me toe. Het geluid vond-ie helemaal geweldig, of ik alle instellingen zo kon laten staan. Tuurlijk, joh. Dus ik, na de show, whaaap, alle schuifjes op dat mengpaneel naar beneden." Lachen.
Dan staat chauffeur Anton op, de blik op z'n horloge. Hop, naar buiten, de bus in. Een zwarte Chevy, het bandlogo groot op de zijkant. Het is er riant zitten, Bökkers klapt z'n stoel naar achteren en doet even de ogen dicht. Pronk, Neimeijer en Hobert grijpen direct een biertje uit de twee kratten tussen de stoelen. Op naar Markelo.
Een paar jaar terug werden ze nog als gimmick geboekt voor Bierpop. Als dialectband. Ze merken het: inmiddels worden ze serieus genomen. Ze denken niet dat hun opkomst te maken heeft met versterking van regionale trots of identiteit. Hoewel hen dit wel soms verbaast: Neimeijer dacht altijd dat plat praten en streekcultuur vanzelf zou uitsterven. Maar toen hij jaren geleden vanuit Amsterdam weer terug naar Heino verhuisde, bleek dat nog allemaal springlevend. "Die streekcultuur is zelfs opnieuw uitgevonden door de jeugd, met hun zuipketen en piratenzenders. Die jongeren vinden høken hier net zo hip als die urbankids hun hiphop."
Hun laatste album 'Schorem Uut De Schiettente' hebben ze in anderhalve dag opgenomen. Het hoeft allemaal niet zo moeilijk te zijn. Neimeijer: "Vroeger speelde ik in serieuze bandjes. Van die moeilijke indierock, je kent het wel. Lekker intelligent nadenken over akkoordenprogressie. Maar als je hier in een zaaltje staat, geeft niemand een moer om akkoordenprogressie. Het moet gewoon een goed liedje zijn."
Pronk draait zich om vanaf de bijrijdersstoel: "Ik zou niet eens weten hoe det mut, anticiperen op akkoordprogressies". Neimeijer: "Kijk, we zijn natuurlijk een beetje karikaturaal. Maar goed, dat hoort erbij. AC/DC, Guns 'n Roses... dat zijn allemaal ook stripfiguren. Geef mij nog eens zo'n biertje."
Even voor middernacht parkeert de Bökkers-bus bij bar-dancing Dieka, een zalencomplex even buiten Markelo, berucht in de streek. Charterbussen vervoeren in de kleine uurtjes de jongeren terug, langs alle omliggende dorpen.
Voor de deur staat een lange rij, zodra de tieners de bandleden zien beginnen ze te joelen. "HØ-KEN!! HØ-KEN!! HØ-KEN!!" Pronk en Neimeijer delen wat high-fives uit, voor ze naar binnen gaan.
Boyband
Tijdens de show staat de zaal op instorten. Bezweet springt het publiek tegen elkaar op, na drie nummers gaan de eerste shirts al uit, iedereen zingt alles mee. Gillende meisjes bij de rand van het podium proberen Neimeijers' benen te grijpen. Ze zeiden het al voor de show: let maar op, eigenlijk zijn we een soort boyband. Tijdens het concert komt een energie los die je zelden ziet bij poppodia in de grote stad.
Een makkie, dit publiek, grijnzen ze tijdens de pauze, terwijl ze het zweet uit hun baarden wrijven.
Het gaat lekker met Bökkers. Volle zalen, de rest van Nederland dat langzaam de band leert kennen. 'De Wereld Draait Door', 3FM, Giel, 'Tros Muziekcafé'. Naast de Zwarte Cross ook festivals als Concert at Sea. Maar ze zijn realistisch genoeg om te weten dat het plafond nadert. Nederland is maar klein. Maar goed, ondertussen zit hun agenda voor het komend jaar weer net zo vol als het afgelopen jaar. "We willen dit bestendig maken. Dat we het zo nog een jaar of tien kunnen volhouden, dat zou mooi zijn."
Dan, zo tegen half twee 's nachts, na het zoveelste pilsje, is het tijd voor de tweede set. Nog één keer worden de gitaren omgehangen. "Zul'n we moar weer?"