Taalpolitiek
Winnen gevoeligheidslezers terrein?
In Nederland lijken gevoeligheidslezers veel minder invloedrijk dan in het buitenland. Maar waarom doen uitgevers er dan zo geheimzinnig over?
Ze zijn inmiddels de kop van Jut, of moeten we zeggen: het hoofd van Jut? Deze week bleek dat zogeheten sensitivity readers verantwoordelijk zijn voor honderden ingrepen die de Britse uitgever Puffin deed in kinderboeken van schrijver Roald Dahl. De uiterst kritische correctoren verklaarden de woorden ‘dik’ en ‘lelijk’ taboe, want kwetsend. Ook maakten ze de Oempa Loempa’s genderneutraal.
In de storm van verontwaardiging die losbarstte, keerde Dahls Nederlandse uitgeverij De Fontein zich tegen de ingrepen. De uitgever belooft er alles aan te doen om de wijzigingen weg te houden uit de Nederlandse vertalingen van Dahls werk. Maar de zorg bij het publiek is er niet minder op geworden. Welke rol spelen gevoeligheidslezers eigenlijk in Nederland? Winnen ze terrein?
Sorry, de héle dag vergaderingen
De kwestie ligt erg gevoelig, blijkt uit een rondgang langs zeven literaire uitgeverijen. Querido en De Arbeiderspers reageren überhaupt niet op de voorgelegde vragen. Drie andere, De Bezige Bij, Prometheus en De Harmonie, laten weten dat ze geen gevoeligheidslezers gebruiken. Maar bij een verzoek om een nadere toelichting vallen ze stil. Sorry, de héle dag vergaderingen.
Slechts twee uitgevers durven aan de telefoon te komen. De eerste, Mizzi van der Pluijm van Uitgeverij Pluim, gebruikt geen gevoeligheidslezers, verzekert ze, maar wel ‘kritische meelezers’. “Dat is een heel normale praktijk, al zolang ik boeken uitgeef, zeker sinds de jaren negentig. Je kunt als uitgever nu eenmaal niet alles zelf weten.”
Het type meelezer dat zij inschakelt, verschilt per boek. Bij een werk over vissen kan het iemand zijn die niets van dat onderwerp af weet, om te kijken of de tekst begrijpelijk is voor een buitenstaander. Of juist een expert, voor de details. “Je zoekt per boek naar mensen die iets kunnen toevoegen, vaak lezers met een heel andere invalshoek dan de schrijver. Veel schrijvers hebben zelf al een groepje collega’s aan wie ze hun werk voorleggen.”
Beter maken, geen moraal opleggen
Het doel is om het boek beter te maken, niet om een moraal op te leggen, gaat Van der Pluijm verder. “Natuurlijk zullen weinig uitgeverijen nog ‘blank’ gebruiken, maar dat voelt een redacteur zelf wel aan, daar heb je geen gevoeligheidslezer voor nodig.
“Bij ons is het altijd de schrijver zelf die beslist over zijn tekst. Dat is ook wat er is misgegaan bij Roald Dahl. Daar ligt het auteursrecht bij een bedrijf dat op heel andere gronden beslissingen neemt dan de schrijver zelf.”
De tweede uitgever die aan de telefoon komt, is Sander Blom van Atlas Contact. Hij spreekt liever niet in het openbaar over gevoeligheidslezers, bekent hij. “Voor je het weet vorm je het middelpunt van een Twitterstorm waarin je van racisme wordt beticht. Zeker sinds Black Lives Matter en MeToo zitten we op het puntje van onze stoel. Je moet hier heel omzichtig mee omgaan.”
Voelsprieten voor gevoeligheden
Zijn standpunt is dat eigenlijk iedere goede redacteur een gevoeligheidslezer is. “Als redacteur hoor je voelsprieten te hebben voor gevoeligheden in een tekst”, zegt hij. “Bij twijfel schakel je een meelezer in, zo doen we dat al heel lang.
“Zelf ben ik wit, oud en man. Daar ben ik me donders goed van bewust. Als ik bijvoorbeeld twijfel of een manuscript vrouwonvriendelijk is, laat ik een vrouwelijke collega meelezen, of iemand uit ons grote netwerk van externe lectoren. Vervolgens adviseer je de schrijver. Maar de schrijver beslist zelf. We censureren niet.”
Wat er met Dahls boeken is gebeurd, vindt hij absurd. “Ze hebben de ziel eruit gehaald en betuttelen jonge lezers. Dat is schadelijk en doodeng, want zo kweek je een generatie lezers die niet meer in staat zijn om literatuur te consumeren.”
Meer bewust van wat censuur kan aanrichten
De gevoeligheidslezer komt van oorsprong uit de jeugdliteratuur. Het fenomeen nam jaren geleden een vlucht in de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. “In Nederland is het nooit aan wal gekomen”, zegt Blom. “Dat zal ook niet gebeuren, denk ik. Wij zijn nuchterder.
“Door de geschiedenis zijn we ons misschien ook meer bewust van wat censuur kan aanrichten. Het gaat al snel richting zelfcensuur. Dat kun je in de literatuur niet gebruiken. Het is de dood in de pot voor de vrijheid en de verbeeldingskracht.”
Lees ook:
Geen stereotypen, maar ook geen superhelden. Scholen zijn veeleisende klanten voor uitgevers
Bij literaire uitgeverijen in Nederland ligt de sensitiviteitslezer gevoelig, maar de grote educatieve uitgeverijen werken wel met ze. ‘Het onderwijs wordt steeds kritischer’
Nederlandse uitgever van Roald Dahl over aanpassingen: ‘In zijn stereotyperingen zit juist zijn humor’
Grote consternatie bij uitgeverij De Fontein van de boeken van Roald Dahl. In zijn kinderboeken heeft de Britse uitgever typeringen en passages herschreven omdat ze discriminerend zouden zijn.