Ze gaan live met elkaar in debat, in aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen. Foto: Joris van Gennip Beeld Joris van Gennip
Ze gaan live met elkaar in debat, in aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen. Foto: Joris van GennipBeeld Joris van Gennip

Verkiezingsdebatten

Winnaars en verliezers, bij tv-debatten gaat het vooral om de beeldvorming

Een goed verkiezingsdebat maakt je als kiezer iets wijzer. Dat lukt zeker niet altijd.

Marco Visser

Verkiezingsdebatten kennen een vast ritueel. Er is altijd kritiek, ook van mensen die het programma niet hebben gezien. De thema’s deugen niet, de ene partij krijgt te veel spreektijd, de ander te weinig. En wie verzint het om in tussendebatjes partij A tegenover B te zetten en niet tegenover C? RTL hield het vorige maand al voor gezien. Bij deze zender geen tv-debat, want de partijen en zender konden het niet eens worden over de opzet. Blijven nog over de NOS en BNNVara, waar onder leiding van Jeroen Pauw de VVD het opneemt tegen de combinatie PvdA/GroenLinks. Buiten de drie partijen en de omroep zijn er maar weinigen die iets van deze opzet begrijpen.

Wat BNNVara doet, is namelijk een beproefde methode van hoe het niet moet, zeggen critici. De deelnemers zijn niet verkiesbaar, de onderwerpen gaan niet over de provincie en er is geen tweestrijd tussen links en rechts, zoals het debat wel suggereert. “Je moet niet iets creëren dat niet hard te maken is en na afloop van de verkiezingen tot teleurstelling gaat leiden”, zegt Tom van der Meer, hoogleraar politicologie aan de Universiteit van Amsterdam (UvA).

Provinciale Statenverkiezingen zijn net als gemeenteraadsverkiezingen een uitdaging voor landelijke omroepen, met veel partijen in verschillende landsdelen. “Twintig partijen in een zaal neerzetten gaat niet werken”, zegt Rens Vliegenthart, hoogleraar Strategische Communicatie aan de Wageningen Universiteit. Wat werkt dan wel?

De grote afwezigen zijn de provincies

De grote afwezigen bij tv-debatten over de Provinciale Statenverkiezingen zijn meestal de provincies. De nadruk ligt op de Eerste Kamer, die wordt gekozen door leden van Provinciale Staten.

Dat was bijvoorbeeld het geval bij het debat dat WNL 26 februari uitzond. Daar debatteerden zes lijsttrekkers van Eerste Kamerfracties over onder meer migratie en veiligheid. Bij BNNVara is de provinciale politiek geheel afwezig, net als het grootste deel van de politieke partijen.

De NOS betrekt wel enkele kandidaten voor de Provinciale Staten bij de uitzending, is te lezen in een verantwoording op de eigen website. Twaalf politici uit de provincies krijgen een rol, schrijft de omroep. “Zij vertellen waar de kiezers in hun provincie tegenaan lopen en wat de oplossingen zijn. Dit is dan steeds de opmaat naar een debat tussen drie landelijke partijleiders.”

Alle landelijke partijen uitnodigen kan niet, dus maakt de NOS een selectie. Twaalf landelijke partijleiders zullen dinsdag, een dag voor de verkiezingen, met elkaar in debat gaan. Meestal zijn het de tegenpolen die elkaar treffen. “Op zichzelf prima, want dat kan ertoe leiden dat kiezers goed doorhebben waar partijen voor staan”, zegt Van der Meer. “Het belangrijkste is dat kiezers leren van duidelijke tegenstellingen. Maar ze leren ook van verschillen tussen partijen die op elkaar lijken.”

Kiezen binnen de eigen wolk

De zwevende kiezer pendelt niet tussen links en rechts. Debatten tussen bijvoorbeeld D66 en PVV “scheppen een soort tegenstelling die geen recht doet aan de meeste overwegingen en afwegingen van veel kiezers”, zegt Claes de Vreese, die onder meer hoogleraar Politieke Communicatie aan de UvA is. “Laat ik het zo zeggen: de kiezers zoeken naar de sterren binnen de eigen wolk, maar niet tussen de wolken.”

Vliegenthart: “Zo’n debat tussen linkse en rechtse partijen is vooral aantrekkelijk voor de partijen zelf. De PvdA heeft er bijvoorbeeld enorm veel baat bij als zij tegenover de VVD komen te staan. Want ze weten dat zij in dat debat geen kiezers kwijtraken aan de VVD. Tegelijkertijd kunnen zij zich wel heel sterk profileren door zich af te zetten tegen de andere partij. Je laat dus zien dat jij het alternatief bent voor de partij die tegenover je staat, meer dan de andere partijen die ideologisch dicht bij jou staan.” Dit is precies wat VVD en PvdA/GroenLinks kunnen doen tijdens het debat bij BNNVara.

De NOS zet juist meerdere koppels tegenover elkaar, zodat ook andere partijen de kans krijgen zich te profileren met hulp van hun tegenpolen. De omroep kiest daarbij niet voor twee, maar voor drie partijleiders. In die opstelling kan het voor de PVV aantrekkelijk zijn om in debat te gaan met D66 en Volt, D66 kan zich juist weer profileren tegen PVV en CDA.

null Beeld Cliff van Thillo
Beeld Cliff van Thillo

Wouter Bos deed het helemaal niet zo goed

De kiezer heeft vooral iets aan debatten tussen ideologisch verwante partijen, zegt Vliegenthart. “Als je het CDA tegenover de ChristenUnie zet, krijg je als kiezer wel scherp waar de verschillen zitten”, zegt Vliegenthart. “Maar het is misschien wel een beetje saai en dat is ook iets waar je als media rekening mee houdt. Je kunt de verschillen tussen ChristenUnie en CDA wel artificieel uitvergroten tijdens zo’n debat, maar dat loopt toch minder lekker dan dat je links en rechts tegenover elkaar zet.”

Debatten gaan voor een groot deel over beeldvorming. Wie wint, wie verliest? “Maar wie gewonnen en verloren zou hebben, dat wordt eigenlijk pas na de uitzending bepaald”, zegt Van der Meer. “Een reeks debatten heeft pas invloed gekregen door de manier waarop media daarover rapporteerden. Zo was er in 2003 een debat tussen Jan-Peter Balkenende, Wouter Bos en Gerrit Zalm. Uit een zeer twijfelachtige peiling zou blijken dat Zalm het niet goed had gedaan. Toen pas kwam er voor Zalm een negatieve dynamiek op gang.”

Vliegenthart kent het voorbeeld nog wel. “Slechts een kleine kiezersgroep was ondervraagd en de verschillen waren heel klein. Wouter Bos zou het het onverwachts goed hebben gedaan. Als je dan kijkt naar het onderzoek dat daaraan ten grondslag ligt, dan deed hij het helemaal niet zo goed als werd voorgesteld. Maar in de beeldvorming had hij gewonnen. Die boodschap wordt dan telkens herhaald waarna Bos enorm opklom.”

‘Journalisten mogen best weleens in de spiegel kijken’

Winnaars en verliezers worden in bijna elk debat aangewezen. Bij de laatste verkiezingen in 2021, voor de Tweede Kamer, ging het aan de talkshowtafels geregeld over CDA-lijsttrekker Wopke Hoekstra die in de campagne niet goed uit de verf zou komen en over Rutte, op wie de andere lijsttrekkers maar geen vat kregen.

“Beeldvorming wordt belangrijk omdat de meeste mensen niet naar het debat kijken”, zegt Vreese. “Een veel groter publiek wordt bereikt door de discussie over het debat op sociale media of in journalistieke berichtgeving. Het idee dat beeldvorming leidend is tijdens debatten, heeft dus deels te maken met journalistieke keuzes achteraf. Journalisten zouden ook de verschillende oplossingen voor problemen kunnen belichten in plaats van zich te concentreren op winnaars en verliezers. Daarom mogen journalisten best wel eens in de spiegel kijken.”

Verkiezingsdebatten op tv.

12 maart. vanaf 22:30 uur het debat Linksom of Rechtsom op BNNVara, NPO 1.

14 maart, vanaf 20.30 uur het tv-debat van de NOS op NPO 1.

Lees ook:
Roep een politicus niet te snel tot winnaar of verliezer uit

Rutte zit gebeiteld. Hoekstra heeft het verknald. Media houden ervan winnaars en verliezers uit te roepen. Maar hoe beïnvloedt dat de verkiezingen?

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden