Lezersprofiel
Wie is de typische Trouw-lezer? ‘Ik merk een soort familiegevoel’
Bestaat de typische Trouw-lezer? Drie (ex)-chefs van de opinieredactie geven antwoord. ‘Trouw-lezers tonen begrip voor mensen die zich gekwetst voelen door zoiets als Zwarte Piet of door zo’n woord als blank.’
Monic Slingerland
‘De Trouw-lezers hoeven geen rode loper’
Hoe ken je de Trouw-lezers?
Monic Slingerland: “Ik ken ze van de rubriek lezersreacties en van de mails die ze sturen als ik om hun meningen vraag. En van de lezersfestivals die we organiseerden. Wat de briefschrijvers tegenwoordig vooral drijft? Als ik in mijn rubriek ‘De vraag van...’ hun mening vraag over iets wat dicht bij huis is, komen de meeste reacties. Over wat je zelf kunt doen om de wereld een beetje beter en duurzamer te maken, korter douchen, gebruik van regenwater, dat soort dingen. Zoiets levert meer brieven op dan de wereldproblemen zoals de oorlog in Oekraïne.
“En er komen nog steeds veel haiku’s binnen, hoor, al is het drie jaar leden dat Kees van Kooten daar in de krant om vroeg. Er zijn altijd veel reacties over taal en de taalrubriek. Trouw-lezers houden van taal.”
Hoe is de sfeer op de lezersfestivals?
“Daar merk ik een soort familiegevoel onder Trouw-lezers. Misschien speelt mee dat ze abonnee zijn van een kleinere krant, het trotse gevoel van een minderheid. Wat zo grappig was: voor een van die lezersfestivals hier in het gebouw had ik een honderd meter lange rode loper bij de ingang gelegd. Voor een feestelijke ontvangst. Maar de meeste bezoekers gingen naast de rode loper lopen, ze konden zich niet voorstellen dat het echt voor hen was. ‘Die loper is toch niet voor ons neergelegd?’, vroegen ze. Blijkbaar zijn Trouw-lezers heel bescheiden.”
Bevinden Trouw-lezers zich nog steeds in een christelijke zuil of wat daarvan over is?
“Nee, dat is erg veranderd. In reacties speelt het geloof nog maar een kleine rol. Het gaat veel meer over duurzame economie of over gezond leven. De reacties zijn ook minder belerend dan een jaar of twintig geleden, meer begripvol. Dat zagen we ook bij de manier waarop lezers discussieerden over Zwarte Piet en over de woorden blank, wit en zwart. Dat debat over wit in plaats van blank leeft enorm sinds de hoofdredacteur schreef dat we het woord blank niet meer in de krant gebruiken. Net als bij het afschaffen van Zwarte Piet zie je dan dat de weerstand van veel lezers snel verdwijnt. Trouw-lezers tonen over het algemeen veel begrip voor mensen die zich gekwetst voelen door zoiets als Zwarte Piet of door zo’n woord als blank.”
Vind je dat de redactie bij het maken van de krant rekening moet houden met de lezers?
“Ja, vind ik wel. Niet dat je een krant helemaal naar de wens van de lezers moet maken, maar je mag er best rekening mee houden. Aan de andere kant moeten we genoeg mensen interviewen die heel anders tegen dingen aankijken dan de gemiddelde lezer. Want het is toch ook onze taak om het blikveld van onze abonnees te verruimen. Je merkt weleens bij reacties op de serie ‘De tien geboden’ dat lezers het vreemd vinden dat daar geïnterviewden aan bod komen die nu juist helemaal niks met die bijbelse geboden hebben. Ik vind het juist goed dat in Trouw mensen aan het woord komen die een heel ander soort leven leiden. Anders blijven we als krant in de bubbel hangen van mensen die hetzelfde denken.”
Agnes Amelink
‘Die verandering in de lezersgroep zag je toen al ontstaan’
Hoe kende je de Trouw-lezers?
Agnes Amelink: “Ik ben opgegroeid met Trouw, ik ben thuis in het christelijke circuit, ik kende de achterban al goed toen ik van 1990 tot 1992 chef van de opinieredactie was. Ik kwam daardoor zelden lezersmeningen tegen die ik raar vond. De lezersreacties kwamen toen nog niet binnen per mail. Er lag elke ochtend een stapeltje brieven op mijn bureau. Bedenk wel: die lezers moesten destijds een brief schrijven. Postzegel erop, op de bus doen en toch deden ze dat.”
Was het leuk om met lezers te communiceren?
“Ik vond het altijd wel leuk dat ze de moeite deden om te schrijven. Soms beantwoordde ik ze met een brief. Er zat wel eens een enkele zeikerd bij, maar de meeste lezers met klachten of kritiek begreep ik wel. Het waren over het algemeen leuke mensen, vond ik.”
Reageerden veel lezers toen nog geïnspireerd door de christelijke zuil?
“Heel soms was er nog een grote kwestie die louter op het christelijke erf speelde, maar dat werd snel minder. Toen ik op opinie zat kwamen er ook opeens veel brieven over bijvoorbeeld nadelen van autogebruik en andere milieukwesties. Vergeet niet dat het toen in de kerk ook al ging over ‘heelheid van de schepping’ en over duurzaamheid. Die verandering in de lezersgroep zag je toen al ontstaan.”
Vind je dat de redactie bij het maken van de krant veel rekening moet houden met de gevoelens van de lezers?
“Ja en nee. Ik voerde in de jaren negentig nog wel eens een strijd op de redactie omdat ik meende dat Trouw zich te snel vervreemdde van de achterban, vooral van de christelijke lezers. Je moet wel weten waar je lezers zitten, en rekening met ze houden, vond ik. En dat vergaten we op de redactie wel eens. Inmiddels ben ik daar milder over geworden. De redactie maakt nu gewoon Trouw en zo is het goed.
“Destijds bleek uit lezersreacties die ik kreeg dat nogal wat abonnees een meer christelijke houding verwachtten dan Trouw innam. Ze vonden het te links, te weinig christelijk. Ik kreeg begin jaren negentig nog vaak van boze briefschrijvers te horen: ‘Van uitgerekend Trouw had ik een dergelijk artikel niet verwacht’. Alsof er een liefdesrelatie gebroken was.
Zo’n bittere houding onder lezers over ‘te weinig christelijk’ is grotendeels verdwenen, denk ik. Ik kom het niet meer tegen. Het verrast me als ik tegenwoordig Trouw-lezers uit mijn christelijke omgeving spreek. Dan blijken ze helemaal niet meer teleurgesteld over de huidige toon van de krant.”
Maaike van Houten
‘Hun grondhouding was meestal niet negatief over de islam’
Hoe ken je de Trouw-lezers?
Maaike van Houten: “Ik was van 2003 tot 2006 chef van de opinieredactie, waar de brieven en telefoontjes van lezers binnenkwamen. Tegenwoordig spreek ik ook veel Trouw-lezers als ik op pad ben voor de redactie Religie&Filosofie, waar ik over protestantisme schrijf.
“Als er destijds op de opinieredactie boze telefoontjes kwamen, over bijvoorbeeld een hoofdredactioneel commentaar, dan probeerde ik altijd maar zo goed mogelijk te luisteren. In de hoop dat die kritische lezer dan tenminste op een verjaardagspartijtje zou vertellen: ‘Ik ben het niet eens geworden met Trouw, maar ze hebben op de redactie tenminste naar me geluisterd.’ Soms hadden ze trouwens gewoon gelijk met hun kritiek.”
Waar gingen de meeste brieven en mails over?
“Ik zat er in de tijd dat Theo van Gogh was vermoord, in 2004. Toen kwamen er natuurlijk ontzettend veel reacties. Vaak over de vraag of de islam in zichzelf een goede godsdienst is of niet. In die periode werd bij Trouw in de bijlage Letter&Geest ook veel geschreven over de veronderstelde gevaren van de islam. Wat de lezers ervan vonden? Die waren heel verdeeld, net zoals heel Nederland daarover verdeeld was.
“Bij Trouw-lezers merkte ik toen ook altijd wel hun gevoeligheid voor religie. Dat religie op zichzelf niet slecht is. Hun grondhouding was toch meestal niet negatief over de islam. Ze begrijpen dat het hoe dan ook vervelend is als jouw religie wordt beledigd.
“In mijn tijd op de opinieredactie schreven veel lezers ook vaak over alternatieve geneeswijzen, waar ze meestal veel begrip voor toonden. En de veranderende euthanasiewetgeving maakte heel veel reacties los. Trouw-lezers toonden zich toen heel liberaal in de euthanasiekwestie, al was dat ver voor de discussie van nu over voltooid leven. Dat ligt ingewikkelder, maar is in de hele samenleving zo. Bij de de toenmalige discussie over euthanasiewetgeving klonk vanuit de achterban vooral dat het lijden niet onnodig verlengd hoeft te worden.”
Vind je dat de redactie bij het maken van de krant rekening met de lezers moet houden?
“Ja, dat vind ik wel. Je moet goed weten voor wie je schrijft. Dan kun jij bij de keuze van onderwerpen altijd nog afwegen of je rekening houdt met de lezers. Je moet ook over dingen schrijven buiten de belevingswereld van de gemiddelde Trouw-lezer.
“We hebben als krant een identiteit, een signatuur, en die hebben we toch samen met de lezers. Niet dat lezers moeten gaan bepalen wat we schrijven, maar we moeten hun interessegebieden kennen: zoals duurzaamheid of religie en filosofie. In die zin doe je het samen met de lezers.”
Wat typeert een Trouw-lezer?
“Het zou bescheidenheid kunnen zijn. Niet altijd een haantje de voorste te willen zijn. Ik ken ze vooral als mensen die veel betrokkenheid tonen bij de wereld, die niet alleen geïnteresseerd zijn in hun eigen kleine wereldje. En ze hebben het besef dat er meer dingen belangrijk zijn dan alleen het materiële.”